Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.[eiser 1] ,
[eiser 2],
[eiser 3],
[eiser 4],
[eiser 5],
[eiser 6],
[eiser 7],
[eiser 8],
[eiser 9],
[eiser 10],
[eiser 11],
. [eiser 12],
[eiser 13],
[eiser 14],
[eiser 15],
[eiser 16],
[eiser 17],
[eiser 18],
[eiser 19],
1.De procedure
- de dagvaarding met producties 1 tot en met 11
- de conclusie van antwoord met producties 1 tot en met 20
- productie 12 aan de zijde van [eisers c.s.]
- de brief van 11 augustus 2020 met producties 21 tot en met 27 aan de zijde van Yarden
- de brief van 26 augustus 2020 met producties 28 tot en met 29 aan de zijde van Yarden
- de mondelinge behandeling
- de pleitnota aan de zijde van [eisers c.s.]
- de pleitnota aan de zijde van Yarden.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
Spoedeisend belang
Indien de verzekeraar de voorwaarden ten nadele van de verzekeringnemer of de tot uitkering gerechtigde wijzigt, is de verzekeringnemer gerechtigd de overeenkomst op te zeggen tegen de dag waarop de wijziging ingaat….(..)”.De algemene voorwaarden AVVL Uitvaartzorg NV 1993, waar Yarden zich in dit geding op beroept kent een dergelijke en-bloc clausule (zie rechtsoverweging 2.4). Een beroep op een dergelijke bepaling kan echter onder omstandigheden een onredelijk beding betreffen (artikel 6:236 jo artikel 6:237 BW) en/of naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zijn (artikel 6:248 lid 2 BW). De algemeen aanvaarde lijn in de jurisprudentie is het uitgangspunt dat een verzekeringsovereenkomst naar haar aard ertoe strekt om onzekerheid bij de verzekeringsnemer weg te nemen door een risico dat zich aan de zijde van de verzekeringnemer voordoet tegen betaling van een premie over te dragen aan de verzekeraar. Aangenomen kan worden dat het in de regel risico’s zal betreffen die de verzekeringsnemer niet wil, maar, meer van belang, ook niet kan dragen. De verzekeringsnemer moet er in beginsel vanuit kunnen gaan dat de verzekeraar het overgenomen risico tegen de overeengekomen premie gedurende de overeengekomen looptijd op zich neemt en bij verwezenlijking van het risico ook draagt. De en-bloc bepaling geeft de verzekeraar evenwel de mogelijkheid de rechten eenzijdig te beperken. Daarmee heeft de verzekeraar de bevoegdheid het risico dat de verzekeringsnemer tegen een vooraf overeengekomen prijs heeft overgedragen, gedeeltelijk weer terug bij de verzekeringsnemer te leggen. Een dergelijke eenzijdige bevoegdheid verhoudt zich in beginsel niet met de aard van de verzekeringsovereenkomst en van deze bevoegdheid kan dan ook slechts onder zeer bijzondere omstandigheden gebruik worden gemaakt. Die beoordeling vindt zijn weg via toepassing van artikel 6:233 BW en/of artikel 6:248 BW waarbij het neerkomt op weging van alle relevante omstandigheden van het concrete geval.
"de inhoud van de verplichtingen van de gebruiker wezenlijk beperkt ten opzichte van hetgeen de wederpartij, mede gelet op de wettelijke regels die op de overeenkomst betrekking hebben, zonder dat beding redelijkerwijs mocht verwachten."Met Yarden is de kantonrechter van oordeel dat een en-bloc clausule als zodanig niet de inhoud van de verplichtingen van Yarden ten opzichte van de polishouders beperkt. Van een beperking is pas sprake indien en voor zover een beroep wordt gedaan op de en-bloc clausule.
De termijn bedoeld in artikel 3:52 lid 1 onder d BW, begint met de aanvang van de dag, volgende op die waarop een beroep op het beding is gedaan. Een beroep op verjaring is derhalve niet uitgesloten. Bij deze toetsing is doorslaggevend of de consument tijdig kennis had van de gevolgen die het beding jegens hem heeft.
de maatregel in 2018 is teruggedraaid omdat die EBC niet rechtsgeldig was ingevoerd. Yarden kon niet aantonen dat deze clausule eerder door de polishouders was aanvaard, waardoor die clausule ook niet kon worden toegepast.Aldus kan op voorhand niet worden vastgesteld of en wanneer de verjaringstermijn, zo die al in het onderhavige geval van toepassing is, een aanvang heeft genomen. Dat zal mogelijk in een bodemprocedure nader moeten worden vastgesteld. In het kader van dit kort geding moet het er voorlopig voor worden gehouden dat het beroep op vernietiging niet is verjaard.