ECLI:NL:RBMNE:2020:3860
Rechtbank Midden-Nederland
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening omgevingsvergunning woning in Lopik
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 31 augustus 2020 uitspraak gedaan over een verzoek om voorlopige voorziening en een beroep tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Lopik. Het college had op 12 juni 2020 een omgevingsvergunning verleend voor de nieuwbouw van een woning met mantelzorgvoorziening op een perceel in Lopik. Eiser, die zich vertegenwoordigd liet bij zijn gemachtigde, stelde beroep in tegen dit besluit en vroeg om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft de zaak behandeld en direct na de zitting uitspraak gedaan.
De voorzieningenrechter heeft het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. De rechter oordeelde dat het college in redelijkheid kon afwijken van het bestemmingsplan en de omgevingsvergunning kon verlenen. Eiser voerde aan dat het bouwplan in strijd was met de Provinciale Ruimtelijke Verordening en gemeentelijke visies, maar de voorzieningenrechter concludeerde dat het perceel als stedelijk gebied was aangewezen en dat de belangenafweging door het college voldoende gemotiveerd was.
De voorzieningenrechter merkte op dat de belangen van eiser, die zich zorgen maakte over de impact van de bouw op zijn woon- en leefklimaat, niet voldoende waren onderbouwd door het college, maar dat dit niet leidde tot vernietiging van het besluit. De voorzieningenrechter vond dat de belangenafweging voldoende was en dat er geen aanleiding was voor een voorlopige voorziening. De uitspraak werd openbaar gedaan en partijen werden geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.