ECLI:NL:RBMNE:2020:401

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
24 januari 2020
Publicatiedatum
6 februari 2020
Zaaknummer
C/16/496022 / FA RK 20-681
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 24 januari 2020 heeft de Rechtbank Midden-Nederland een beschikking gegeven in een zaak betreffende de voortzetting van een crisismaatregel, ingediend door de officier van justitie. De zaak betreft een betrokkene, geboren in 2003, die verblijft in een instelling voor geestelijke gezondheidszorg. De officier van justitie verzocht om verlenging van de crisismaatregel die op 22 januari 2020 was opgelegd. Tijdens de mondelinge behandeling waren de betrokkene, zijn advocaat mr. H.S.K. Jap-A-Joe, een psychiater in opleiding en de tante van de betrokkene aanwezig. De officier van justitie was niet aanwezig.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene zich in een crisissituatie bevindt, met een onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, dat vermoedelijk voortvloeit uit een psychische stoornis. De betrokkene heeft verklaard dat hij zich beter voelt en dat hij op termijn weer naar zijn tante wil. De psychiater in opleiding heeft verklaard dat insluiting en onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen niet noodzakelijk zijn. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de voorgestelde zorg, waaronder toediening van medicatie en medische controles, noodzakelijk is om het dreigende nadeel af te wenden.

De rechtbank heeft de machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel verleend, met een geldigheidsduur van drie weken. De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid tot cassatie tegen deze beschikking.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Familierecht
Locatie Utrecht
Zaaknummer: C/16/496022 / FA RK 20-681
Betrokkenenummer: [betrokkenenummer]
Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel
Beschikking van 24 januari 2020naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot voortzetting van een crisismaatregel, als bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene] ,
geboren op [geboortedatum] 2003 te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonplaats] , [adres] ,
verblijvende in het [verblijfplaats] te [plaatsnaam] ,
hierna te noemen: de betrokkene,
advocaat: mr. H.S.K. Jap-A-Joe.

1.Procesverloop

1.1.
Bij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 23 januari 2020, heeft de officier van justitie verzocht om verlenging van de op 22 januari 2020 opgelegde crisismaatregel.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- een afschrift van de beslissing tot het nemen van de crisismaatregel van 22 januari 2020;
- de medische verklaring van 22 januari 2020;
- de gegevens over eerder afgegeven machtigingen ingevolge de Wet BOPZ en de Wvgzz.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 24 januari 2020 in het [verblijfplaats] te [plaatsnaam] .
1.3.
Bij de mondelinge behandeling waren aanwezig en heeft de rechtbank gehoord:
- de betrokkene,
- mr. H.S.K. Jap-A-Joe, de advocaat van de betrokkene,
- de heer [A] , psychiater in opleiding,
- mevrouw [B] , de tante van de betrokkene.
1.4.
De officier van justitie heeft van tevoren laten weten dat hij niet voornemens is bij de mondelinge behandeling te verschijnen.
1.5.
De rechtbank heeft na de mondelinge behandeling direct uitspraak gedaan en een kennisgeving mondelinge uitspraak aan de advocaat van de betrokkene en aan de vertegenwoordiger van de instelling verstrekt.

2.Beoordeling

2.1.
De raadsvrouw van de betrokkene heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. De betrokkene heeft zelf verklaard dat hij al beter in zijn vel zit. Hij is al drie weken in het [verblijfplaats] , op vrijwillige basis. Hij wil op termijn weer naar zijn tante toe en af en toe een gesprek met een arts hebben. Hij vindt het belangrijk om naar school te gaan, want dit jaar wil hij examen doen. De psychiater in opleiding heeft verklaard dat het een stuk beter met de betrokkene gaat. Qua medicatie vindt een overstap naar een ander middel plaats. In de periode dat de betrokkene op vrijwillige basis in het [verblijfplaats] verbleef, waren er drie momenten waarop de betrokkene ‘in holding’ naar de groep teruggebracht moest worden, waarna besloten is een crisismaatregel te verzoeken. De psychiater in opleiding heeft ten aanzien van de verplichte vormen van zorg verklaard dat insluiting en onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen niet noodzakelijk zijn om het onmiddellijk dreigend ernstig nadeel te kunnen wegnemen.
2.2.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling is gebleken dat er ten aanzien van de betrokkene sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, gelegen in met name ernstig lichamelijk letsel. Vermoed wordt dat dit nadeel wordt veroorzaakt door gedrag dat voortvloeit uit een psychische stoornis, in de vorm van schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen. De crisissituatie is zo ernstig dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht.
2.3.
De rechtbank is van oordeel dat de in de crisismaatregel genoemde zorg, te weten
- toedienen van vocht,
- toedienen van voeding,
- toedienen van medicatie,
- verrichten van medische controles,
- verrichten van andere medische handelingen en therapeutische maatregelen,
- beperken van de bewegingsvrijheid,
- uitoefenen van toezicht op de betrokkene,
- onderzoek aan kleding of lichaam,
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat de betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen,
- beperken van het recht op het ontvangen van bezoek,
- opnemen in een accommodatie,
noodzakelijk is om het nadeel af te wenden. De betrokkene verzet zich tegen deze zorg. Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
2.4.
De in 2.3. vermelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat rekening is gehouden met de veiligheid van de betrokkene en de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen.
2.5.
Gelet op het voorgaande zal een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel worden verleend. Deze machtiging heeft een geldigheidsduur van drie weken na heden.

3.Beslissing

De rechtbank:
verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel ten aanzien van [betrokkene] , geboren op [geboortedatum] 2003 te [geboorteplaats] , met de volgende vormen van verplichte zorg:
- toedienen van vocht,
- toedienen van voeding,
- toedienen van medicatie,
- verrichten van medische controles,
- verrichten van andere medische handelingen en therapeutische maatregelen,
- beperken van de bewegingsvrijheid,
- uitoefenen van toezicht op de betrokkene,
- onderzoek aan kleding of lichaam,
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat de betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen,
- beperken van het recht op het ontvangen van bezoek,
- opnemen in een accommodatie;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 14 februari 2020;
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 24 januari 2020 door mr. S. Lanshage, rechter, in bijzijn van D.B.T. Koster als griffier en is schriftelijk uitgewerkt op 3 februari 2020.

Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.