In deze zaak heeft de rechtbank Midden-Nederland op 30 september 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Almere en eisers, vertegenwoordigd door hun gemachtigde. Het geschil betreft een verzoek om rectificatie van gegevens in de Basisregistratie Personen (Brp) dat door de bewindvoerder van eiser is ingediend. De rechtbank heeft vastgesteld dat het verzoek van de bewindvoerder niet-ontvankelijk is verklaard door verweerder, omdat de bewindvoerder niet wordt aangemerkt als belanghebbende in de zin van de Wet Brp. De rechtbank heeft het beroep van eisers tegen deze niet-ontvankelijkheid eveneens niet-ontvankelijk verklaard, omdat er geen procesbelang aanwezig is. De rechtbank overweegt dat de gestelde financiële schade van eiser niet het gevolg is van het bestreden besluit, maar van het stopzetten van toeslagen, wat niet in verband staat met de afwijzing van het rectificatieverzoek. De rechtbank concludeert dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling en dat het beroep van eisers niet-ontvankelijk wordt verklaard. De uitspraak is gedaan in aanwezigheid van de griffier en is niet openbaar uitgesproken vanwege coronamaatregelen.