ECLI:NL:RBMNE:2020:4199

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
20 juli 2020
Publicatiedatum
2 oktober 2020
Zaaknummer
UTR - 19 _ 4737
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen verlening exploitatievergunning voor café niet-ontvankelijk verklaard

Op 20 juli 2020 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak tussen een eiser en de burgemeester van de gemeente Utrechtse Heuvelrug. De eiser had beroep ingesteld tegen een besluit van de burgemeester, dat op 30 september 2019 was genomen, waarin een eerder verleende vrijstelling voor het exploiteren van een café zonder exploitatievergunning werd herroepen en alsnog een exploitatievergunning werd verleend aan het café. De eiser trok op 19 mei 2020 één beroepsgrond in en de rechtbank besloot, met toestemming van partijen, dat een zitting niet nodig was. De rechtbank heeft op 16 juli 2020 het onderzoek gesloten.

Tijdens de procedure werd duidelijk dat het café inmiddels was gesloten, wat de vraag opriep of de eiser nog procesbelang had. De rechtbank overwoog dat er pas sprake is van voldoende procesbelang als het resultaat van het beroep daadwerkelijk kan worden bereikt en betekenis heeft voor de eiser. Aangezien er geen informatie was dat de huidige exploitant het café in de toekomst weer zou exploiteren, concludeerde de rechtbank dat het procesbelang voor de eiser niet meer aanwezig was. Daarom werd het beroep niet-ontvankelijk verklaard.

De uitspraak werd gedaan door mr. M. Eversteijn, in aanwezigheid van griffier mr. R.G. Kamphof. Vanwege de coronamaatregelen werd de uitspraak niet openbaar uitgesproken, maar zal dit alsnog gebeuren zodra dat weer mogelijk is. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 19/4737

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 20 juli 2020 in de zaak tussen

[eiser] , te [woonplaats] , eiser
(gemachtigde: mr. S. Oord),
en
de burgemeester van de gemeente Utrechtse Heuvelrug, verweerder
(gemachtigde: E. Kemperman).

Procesverloop

Bij besluit van 15 februari 2019 (het primaire besluit) heeft verweerder een vrijstelling verleend aan [naam café] te [plaatsnaam] om een café te exploiteren zonder exploitatievergunning.
Bij besluit van 30 september 2019 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eiser gegrond verklaard. Verweerder heeft daarbij het primaire besluit herroepen en beslist dat alsnog een exploitatievergunning wordt verleend aan [naam café] voor het café en het terras.
Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend. Eiser heeft bij brief van 19 mei 2020 laten weten dat zij één beroepsgrond intrekt. Eiser heeft schriftelijk gereageerd bij brief van 28 mei 2020.
De rechtbank heeft, met toestemming van partijen, bepaald dat een onderzoek ter zitting achterwege blijft en heeft het onderzoek gesloten op 16 juli 2020.

Inleiding

1. Eiser heeft beroep aangetekend tegen het besluit van verweerder om aan [naam café] te [plaatsnaam] een exploitatievergunning te verlenen. Partijen hebben recent laten weten dat [naam café] de exploitatie van het café inmiddels heeft beëindigd.
2. De rechtbank heeft [naam café] hierover aangeschreven om deze informatie te verifiëren en te vragen of hij mogelijk als derde-belanghebbende bij deze zaak betrokken wil zijn, maar geen reactie ontvangen. Gelet op de informatie die partijen hebben gegeven - een bericht in de plaatselijke krant en op de website - neemt de rechtbank aan dat het café gesloten is. Dit werpt de vraag op of eiser nog een procesbelang heeft bij deze zaak.
3. Eiser heeft aangevoerd dat niet uitgesloten kan worden dat de exploitatievergunning ooit weer gebruikt zal worden door de huidige exploitant.
4. De rechtbank stelt voorop dat van voldoende procesbelang slechts sprake is indien het resultaat dat de indiener van een bezwaar- of beroepschrift met het maken van het bezwaar of het instellen van beroep nastreeft, ook daadwerkelijk kan worden bereikt en het resultaat voor deze indiener feitelijk betekenis kan hebben. Een belang bij een inhoudelijk oordeel over de rechtmatigheid van een besluit kan ook zijn gelegen in de omstandigheid dat het inhoudelijke oordeel van de rechtbank kan worden betrokken bij eventuele vergelijkbare aanvragen in de toekomst.
5. Mocht het café door iemand anders worden geëxploiteerd dan zal deze persoon een nieuwe aanvraag voor een vergunning moeten doen. Er is op dit moment geen informatie beschikbaar waaruit blijkt dat de huidige exploitant het café in de toekomst weer gaat exploiteren. Een eventuele exploitatie door hem op hetzelfde adres is zodanig onzeker dat dit naar het oordeel van de rechtbank geen procesbelang oplevert voor eiser. Dit betekent dat het beroep niet-ontvankelijk zal worden verklaard.
6. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan op 20 juli 2020 door mr. M. Eversteijn, rechter, in aanwezigheid van mr. R.G. Kamphof, griffier. Als gevolg van maatregelen rondom het Coronavirus is deze uitspraak niet uitgesproken op een openbare uitsprakenzitting. Zodra het openbaar uitspreken weer mogelijk is, wordt deze uitspraak, voor zover nodig, alsnog in het openbaar uitgesproken.
De rechter is verhinderd deze uitspraak te ondertekenen
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.