Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- de dagvaarding met 3 producties is op 7 februari 2020 bij Bo-Ex bezorgd,
- Bo-Ex heeft schriftelijk op de dagvaarding gereageerd. Zij heeft 1 productie bijgevoegd,
- [eiseres] heeft de aanvullende producties 4 tot en met 7 toegezonden,
- Bo-Ex heeft de aanvullende productie 2 toegestuurd,
- de mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 9 september 2020. De griffier heeft aantekening gehouden van wat er is besproken. Aan het slot van de zitting heeft de kantonrechter meegedeeld dat op 7 oktober 2020 vonnis zal worden gewezen.
2.De beoordeling van de vorderingen van [eiseres]
Waar gaat het om en wat is de beslissing van de kantonrechter?
op zich, los van de onderhoudswerkzaamheden,
een verhuizingnoodzakelijk maken.
- aanbrengen voorzetwand buitengevel;
- aanbrengen loze leiding voor elektrisch koken;
- aanbrengen verwarming;
- realiseren van een badkamer (indien nu niet aanwezig);
- aanbrengen voorzetwanden buitengevels;
- aanbrengen verlaagd brandvertragend en ook (licht) geluidsisolerend plafond in de woonkamer, slaapkamer, keuken en badkamer (alleen in de benedenwoningen);
- aanbrengen isolerende voorzetwanden buitengevels (behangklaar);
- aanbrengen brandveiligheidsvoorzieningen, zoals een rookmelder;
- aanbrengen brandwerende omtimmeringen om schachten/leidingen;
- aanbrengen dakisolatie;
- aanbrengen verhuisraam;
- aanbrengen brandscheiding op het dak ter plaatse van bouwmuren;
- aanbrengen extra isolerend HR++glas; aanbrengen luchttoevoerroosters in de kozijnen;
- aanbrengen inbraakveiliger hang- en sluitwerk (Politiekeurmerk);
- isoleren van de kruipruimte;
- aanbrengen CV-ketel;
- aanbrengen thermostaat in de woonkamer, radiatoren in de woonkamer, slaapkamer, keuken en badkamer;
- aanbrengen mechanische afzuiging;
- aanbrengen aardlekschakelaar;
- aanbrengen doorvoer voor toekomstige zonnepanelen.
definitiefmoet verhuizen naar een andere woning. Blijkens de wetsgeschiedenis is de hoogte van die vergoeding, die door de Minister jaarlijks opnieuw wordt vastgesteld, gerelateerd aan de kosten van een verhuizing van de inboedel en de kosten van de inrichting en stoffering van een andere woning (Kamerstukken II 2007/08, 31528, 3 (MvT), p. 4). Daaruit volgt dat onder “verhuizing” meer moet worden verstaan dat een verblijf van een aantal weken in een ingerichte logeerwoning, met achterlating van de eigen inboedel. Aan het tweede vereiste voor het toekennen van de forfaitaire verhuiskostenvergoeding, dat daadwerkelijk een verhuizing plaatsvindt, is dus evenmin voldaan.