Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- de dagvaarding
- producties 1 tot en met 12 van de zijde van [eiser]
- producties 1 tot en met 6 van de zijde van Microsoft
- producties 13 tot en met 20 van de zijde van [eiser]
- de mondelinge behandeling op 24 september 2020 waar Microsoft vrijwillig is verschenen
- de pleitnota van Microsoft
- de pleitnota van [eiser] .
2.De feiten
voorzieningenrechter: de servicevoorwaarden]’. Daarbij laat Microsoft ook weten dat zij zal stoppen met het in rekening brengen van de door [eiser] voor de diensten verschuldigde vergoeding.
3.Het geschil
4.De beoordeling
Rechtsmacht
suggestiegewekt wordt dat de afgebeelde kinderen seksueel contact hebben, behelst de foto een visuele weergave van kinderen die deelnemen aan echte of gesimuleerde expliciete seksuele handelingen. Het gaat derhalve om kinderpornografie in de zin van Richtlijn 2011/93/EU van het Europees Parlement en de Raad van 13 december 2011 ter bestrijding van seksueel misbruik en seksuele uitbuiting van kinderen en kinderpornografie, en ter vervanging van Kaderbesluit 2004/68/JBZ van de Raad. Op grond van de richtlijn dienen de lidstaten de nodige maatregelen te nemen om ervoor te zorgen dat onder meer kinderpornografie strafbaar werd gesteld. De voorzieningenrechter acht ook veelzeggend over het karakter van de foto de eigen opmerking van [eiser] dat deze foto vaak wordt gedeeld in appgroepen van ‘de jongens van de voetbal’ of ‘de vrienden van vroeger’.
gedeeldheeft. Microsoft heeft een verklaring in het geding gebracht waarin het onderzoek van Microsoft wordt beschreven waarbij de afbeelding ontdekt is. Voor zover hier van belang komt die beschrijving er op neer dat alleen afbeeldingen onderzocht worden die ofwel door de gebruiker gedeeld zijn ofwel zich in een bestand bevinden waartoe anderen toegang hebben. [eiser] heeft deze beschrijving niet betwist. Hij heeft slechts zonder enige onderbouwing gesteld de afbeelding niet gedeeld te hebben. De voorzieningenrechter is van oordeel dat op dit moment voldoende aannemelijk is dat [eiser] de afbeelding gedeeld heeft. Het antwoord op de vraag of de afbeelding al dan niet gedeeld is, of geplaatst in een map die toegankelijk is voor derden, kan overigens voor de vraag of sprake is van een schending van de gedragscode in het midden blijven. Op grond van de servicevoorwaarden is voor het aannemen van een schending voldoende dat de inhoud strijdig is met de gedragscode. Daarin is niet als extra voorwaarde opgenomen dat inhoud pas strijdig wordt met de gedragscode als of nadat deze gedeeld is. De vraag of [eiser] de afbeelding gedeeld heeft, komt hierna wel terug bij de beoordeling van de proportionaliteit van de maatregel die Microsoft genomen heeft.
1.960,00