ECLI:NL:RBMNE:2020:4410
Rechtbank Midden-Nederland
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Schorsing van een ordemaatregel betreffende woningsluiting op verzoek van de verzoeker
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 14 oktober 2020 uitspraak gedaan op het verzoek om een voorlopige voorziening in een geschil tussen een verzoeker en de burgemeester van de gemeente Utrechtse Heuvelrug. De zaak betreft een besluit van de burgemeester, genomen op 6 oktober 2020, om de woning van de verzoeker te sluiten voor de duur van drie maanden, met ingang van 15 oktober 2020. De verzoeker heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit en heeft de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening op 12 oktober 2020. De burgemeester heeft echter aangegeven niet bereid te zijn om het besluit op te schorten totdat de voorzieningenrechter uitspraak zou doen.
De voorzieningenrechter heeft overwogen dat het verzoek zo snel mogelijk behandeld moet worden, maar dat het niet mogelijk is om dit voor de ingangsdatum van de sluiting te doen. Gezien de ernst van de gevolgen voor de verzoeker, heeft de voorzieningenrechter besloten om het primaire besluit te schorsen op basis van artikel 8:83, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht. Dit betekent dat de sluiting van de woning niet door kan gaan totdat er een definitieve uitspraak is gedaan op het verzoek om voorlopige voorziening.
De uitspraak is gedaan door mr. M.P. Glerum, in aanwezigheid van mr. M.L. Bressers, griffier, en is openbaar uitgesproken op 14 oktober 2020. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.