Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 15 oktober 2020 in de zaak tussen
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
mr. B.L. Meijer, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 15 oktober 2020.
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 15 oktober 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, vertegenwoordigd door mr. F.A. ten Berge, en de Commissie Schadefonds Geweldsmisdrijven, vertegenwoordigd door mr. Y. Pieters. Eiseres had een uitkering van € 10.000,- uit het Schadefonds Geweldsmisdrijven aangevraagd, omdat zij slachtoffer was van mensenhandel en seksuele uitbuiting. De Commissie heeft echter besloten om een deel van deze uitkering, namelijk € 7.500,-, te verrekenen met een schadevergoeding die door het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB) van de dader zal worden geïnd. Eiseres heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar dit werd ongegrond verklaard.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de Commissie niet verplicht is om de schadevergoeding van de dader te verrekenen met de uitkering uit het Schadefonds. De beslissing om tot verrekening over te gaan is een discretionaire bevoegdheid van de Commissie, die door de rechtbank terughoudend wordt getoetst. De rechtbank heeft geoordeeld dat de uitkering uit het Schadefonds bedoeld is als een tegemoetkoming in de schade en niet als een volledige schadevergoeding. Eiseres heeft aangevoerd dat er bijzondere omstandigheden zijn die verrekening onredelijk maken, zoals de ernst van de strafbare feiten en het feit dat zij gevlucht is naar een ander land. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat deze omstandigheden geen aanleiding geven om tot een ander oordeel te komen.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep van eiseres ongegrond verklaard, waarbij zij heeft benadrukt dat de uitkering uit het Schadefonds een maatschappelijke uiting van solidariteit is en dat eiseres voor het meerdere schadebedrag een vordering kan indienen bij de burgerlijke rechter. De uitspraak is openbaar uitgesproken en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.