ECLI:NL:RBMNE:2020:4936
Rechtbank Midden-Nederland
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen eerdere uitspraken van de rechtbank inzake bezwaarschrift tegen besluit Belastingdienst / Toeslagen
In deze zaak heeft de rechtbank Midden-Nederland op 29 oktober 2020 uitspraak gedaan op het verzet van de opposant tegen eerdere uitspraken van 2 april 2020, waarin zijn beroepen tegen een besluit van de Belastingdienst / Toeslagen ongegrond werden verklaard. De opposant had bezwaar gemaakt tegen het besluit van 12 januari 2019, maar de rechtbank oordeelde dat zijn situatie geen geldige reden vormde voor het te laat indienen van het bezwaarschrift. De zitting voor het verzet vond plaats op 9 oktober 2020, waarbij de opposant niet aanwezig was, maar vertegenwoordigd werd door de verweerder, die werd bijgestaan door mr. [naam].
De rechtbank heeft in haar overwegingen vastgesteld dat de eerdere uitspraken correct waren en dat er geen twijfel bestond over de uitkomst van de zaak, waardoor een zitting niet noodzakelijk was. De opposant voerde aan dat zijn mentale en fysieke gesteldheid hem verhinderde om tijdig bezwaar te maken en dat hij niet de gelegenheid had gekregen om zijn argumenten naar voren te brengen. De rechtbank heeft echter geconcludeerd dat de overgelegde medische informatie niet voldoende was om aan te tonen dat de opposant niet in staat was om tijdig bezwaar te maken. Bovendien is het volgens de rechtspraak vereist dat iemand in dergelijke gevallen een belangenbehartiger inschakelt.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het verzet ongegrond verklaard, waardoor de eerdere uitspraken van 2 april 2020 in stand blijven. De beslissing is openbaar uitgesproken en de griffier was niet in staat om de uitspraak te ondertekenen. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep open.