Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
thans gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Sittard.
1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING
2.TENLASTELEGGING
3.VOORVRAGEN
4.Vrijspraak voor feit 3
5.WAARDERING VAN HET BEWIJS
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 24 november 2020;
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van aangifte van 30 juni 2020, genummerd PL0900-2020207927, opgemaakt door de politie Midden-Nederland, houdende de verklaring van [benadeelde 3] , doorgenummerde pagina 19 e.v.;
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 24 november 2020;
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van aangifte van 29 juni 2020, genummerd PL0900-2020206509-l, opgemaakt door de politie Midden-Nederland, houdende de verklaring van [benadeelde 4] , doorgenummerde pagina 6 e.v.;
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 24 november 2020;
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal aangifte van 12 juli 2020, genummerd PL0900-2020222986-2, opgemaakt door de politie Midden-Nederland, houdende de verklaring van [benadeelde 6] , doorgenummerde pagina 60 e.v.;
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 24 november 2020;
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van aangifte van 6 augustus, genummerd PL0900-2020247540-6, opgemaakt door de politie Midden-Nederland, houdende de verklaring van [benadeelde 1] , doorgenummerde pagina 81 e.v.;
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 24 november 2020;
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van aangifte van 4 augustus 2020, genummerd PL0900-2020251007-2, opgemaakt door de politie Midden-Nederland, houdende de verklaring van [benadeelde 7] , doorgenummerde pagina 107 e.v..
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 24 november 2020;
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van aangifte van 25 augustus 2020, genummerd PL0900-2020261001-6, opgemaakt door de politie Midden-Nederland, houdende de verklaring van [benadeelde 8] , doorgenummerde pagina 148 e.v.;
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 24 november 2020;
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van aangifte van 18 augustus 2020, genummerd PL0900-2020268654-2, opgemaakt door de politie Midden-Nederland, houdende de verklaring van [benadeelde 9] , doorgenummerde pagina 184 e.v.;
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 24 november 2020;
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van aangifte van 1 september 2020, genummerd PL0900-2020284499, opgemaakt door de politie Midden-Nederland, houdende de verklaring van [benadeelde 10] , doorgenummerde pagina 219 e.v.;
6.BEWEZENVERKLARING
7.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN
8.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE
9.OPLEGGING VAN STRAF
zwart
- een uittreksel betreffende de justitiële documentatie van verdachte van 16 oktober 2020 waaruit volgt dat verdachte de afgelopen vijf jaren meerdere malen is veroordeeld voor diefstallen uit auto’s door middel van braak. Bovendien volgt uit de justitiële documentatie dat verdachte op 5 april 2016 door de meervoudige strafkamer van de rechtbank Midden-Nederland de ISD-maatregel opgelegd heeft gekregen;
- een Reclasseringsadvies van 10 november 2020, opgesteld door M. Meulenberg, waarin is opgenomen dat reclasseringscontacten met allerlei interventies vanaf 2001 niet tot vermindering van het recidiverisico hebben geleid. Verdachte hield zich niet aan afspraken en bijzondere voorwaarden en trok zijn eigen plan. Ook na de ISD-maatregel recidiveerde hij. Er zijn geen interventies te bedenken die van invloed zijn op het recidiverisico ondanks dat hij heeft geprobeerd de reclassering te overtuigen van zijn bereidwilligheid om te veranderen. Gelet op het voorgaande adviseert de reclassering een straf aan verdachte op te leggen zonder bijzondere voorwaarden.
10.BENADEELDE PARTIJEN
11.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN
12.BESLISSING
16 maanden;
- wijst de vordering van [benadeelde 6] toe tot een bedrag van € 146,45;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan [benadeelde 6] van het toegewezen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 12 juli 2020 tot de dag van volledige betaling;
- verklaart [benadeelde 6] wat betreft het meer gevorderde niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering voor dat deel kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [benadeelde 6] aan de Staat € 146,45 te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 12 juli 2020 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 2 dagen gijzeling;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
- wijst de vordering van [benadeelde 2] toe tot een bedrag van € 778,45;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan [benadeelde 2] van het toegewezen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 augustus 2020 tot de dag van volledige betaling;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [benadeelde 2] aan de Staat € 778,45 te betalen, te vermeederen met de wettelijke rente vanaf 1 augustus 2020 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 15 dagen gijzeling;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
- wijst de vordering van [benadeelde 10] toe tot een bedrag van € 501,18;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan [benadeelde 10] van het toegewezen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 12 augustus 2020 tot de dag van volledige betaling;
- verklaart [benadeelde 10] wat betreft het meer gevorderde niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering voor dat deel kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [benadeelde 10] aan de Staat € 501,18 te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 12 augustus 2020 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 10 dagen gijzeling;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed.