ECLI:NL:RBMNE:2020:5338
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag verklaring omtrent gedrag (VOG) voor functie integraal begeleider
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 1 december 2020 uitspraak gedaan in een beroep tegen de afwijzing van een aanvraag voor een verklaring omtrent gedrag (VOG) door de minister voor Rechtsbescherming. Eiser, vertegenwoordigd door mr. J. Zaim, had op 12 juli 2019 een aanvraag ingediend voor een VOG voor de functie van integraal begeleider. De aanvraag werd afgewezen op 24 oktober 2019, en het bezwaar daartegen werd op 16 maart 2020 ongegrond verklaard. De rechtbank heeft op 1 december 2020 de zitting gehouden, waarbij eiser en zijn gemachtigde aanwezig waren, en de minister werd vertegenwoordigd door mr. C.M.A.V. van Kleef.
De rechtbank oordeelde dat de afwijzing van de aanvraag op goede gronden was gebaseerd. Eiser had een zedendelict en meerdere verkeersdelicten op zijn naam staan, wat volgens de rechtbank een risico met zich meebracht voor de veiligheid van de cliënten waarmee hij zou werken. De rechtbank concludeerde dat de minister voldoende gewicht had toegekend aan de belangen van kwetsbare personen in de maatschappij, die zwaarder wogen dan de belangen van eiser bij het verkrijgen van de VOG. Eiser had in beroep enkel de eerder aangevoerde gronden herhaald zonder deze nader te onderbouwen, wat niet leidde tot een andere uitkomst. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en wees een proceskostenveroordeling af.