ECLI:NL:RBMNE:2020:5355

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
3 november 2020
Publicatiedatum
9 december 2020
Zaaknummer
20/2030
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van het beroep wegens het ontbreken van een kopie van het besluit

Op 3 november 2020 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak met zaaknummer UTR 20/2030. Deze uitspraak betreft het beroep dat eiser op 27 mei 2020 heeft ingediend. De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroepschrift niet voldoet aan de wettelijke eisen, waardoor inhoudelijke behandeling niet mogelijk is. Volgens artikel 6:5 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) dient een eiser een kopie van het besluit waartegen beroep wordt ingesteld, in te dienen. In dit geval heeft eiser nagelaten om tijdig een kopie van het besluit over te leggen, ondanks een aangetekende brief van de rechtbank op 14 juli 2020 waarin eiser werd verzocht dit binnen vier weken te doen. Aangezien eiser niet heeft gereageerd, heeft de rechtbank geoordeeld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is. De rechtbank heeft daarom besloten om het beroep niet inhoudelijk te behandelen, conform artikel 8:54 Awb. Tevens is er geen sprake van een vergoeding van de proceskosten. De uitspraak is openbaar uitgesproken door rechter R.C. Stijnen, in aanwezigheid van griffier P.W. Hogenbirk.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 20/2030

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 3 november 2020 in de zaak tussen

[eiser] , te [woonplaats] , eiser,
en

Onbekende verweerder.

Procesverloop

Deze uitspraak gaat over het beroep dat eiser heeft ingediend op 27 mei 2020.

Overwegingen

1. De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat in deze zaak niet nodig is. Het beroepschrift voldoet niet aan de wettelijke eisen, waardoor de rechtbank de zaak niet inhoudelijk kan behandelen. Hieronder legt de rechtbank dat verder uit.
2. Iemand die in beroep gaat moet een kopie van het besluit indienen waar hij/zij het niet mee eens. Dit staat in artikel 6:5 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Als dat niet gebeurt is de hoofdregel dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk mag behandelen. Soms is dat anders. Dan is er een geldige reden waarom het besluit niet is ingediend. Het gaat dan om omstandigheden waar eiser niets aan kan doen.
3. De rechtbank heeft eiser op 14 juli 2020 een aangetekende brief gestuurd, waarin staat dat eiser binnen vier weken een kopie moet opsturen van het besluit waar hij het niet mee eens is.
4. Eiser heeft niet (op tijd) gereageerd op deze brief.
5. Het beroep is kennelijk niet-ontvankelijk. Daarom zal het beroep niet inhoudelijk worden behandeld (artikel 8:54 Awb).
6. Van een vergoeding van de proceskosten is geen sprake.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.C. Stijnen, rechter, in aanwezigheid van
P.W. Hogenbirk, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 3 november 2020.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum op de stempel die hierboven staat. Als u graag een zitting wilt waarbij u persoonlijk uw mening aan de rechter kunt geven, kunt u dit in uw verzetschrift aangeven.