Uitspraak
[vergunninghouder], (hierna: vergunninghouder), gemachtigde: mr. P.F.M. Verstegen.
Inleiding
Overwegingen
Beslissing
De griffier is verhinderd
Rechtbank Midden-Nederland
In deze tussenuitspraak van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Midden-Nederland, zittingsplaats Utrecht, wordt de zaak behandeld tussen verzoeker, een bewoner van een twee-onder-een-kapwoning in Amersfoort, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amersfoort, als verweerder. De vergunninghouder, die op zijn perceel een mantelzorgwoning met kelder en garage wil bouwen, heeft in 2018 een omgevingsvergunning aangevraagd en verkregen. Verzoeker heeft hiertegen geen bezwaar gemaakt. In februari 2020 dient de vergunninghouder een nieuwe aanvraag in voor de zorgwoning, waarop verweerder op 15 mei 2020 een omgevingsvergunning verleent. Verzoeker maakt bezwaar en vraagt om een voorlopige voorziening.
Tijdens de zitting op 28 oktober 2020 trekt verzoeker enkele gronden in, maar blijft bezorgd over de omvang van de zorgwoning en de gevolgen voor zijn belangen. De voorzieningenrechter oordeelt dat het bouwplan qua maatvoering en locatie past binnen het bestemmingsplan, maar dat het gebruik van de zorgwoning als tweede woning op het perceel in strijd is met het bestemmingsplan. De voorzieningenrechter stelt vast dat verweerder ten onrechte niet heeft beoordeeld of een ontheffing voor het strijdige gebruik kan worden verleend. Dit gebrek in de besluitvorming leidt tot de mogelijkheid voor verweerder om het besluit te herstellen.
De voorzieningenrechter geeft verweerder zes weken de tijd om het gebrek te herstellen en houdt verdere beslissingen aan tot de einduitspraak. Het verzoek om voorlopige voorziening wordt afgewezen, omdat de voorzieningenrechter geen aanleiding ziet om de bouw van de zorgwoning op te schorten, gezien de belangen van de vergunninghouder en verzoeker. De uitspraak is gedaan op 10 november 2020.