8.3Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf en maatregel heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
Ernst van de feiten
Verdachte heeft zich, samen met zijn mededaders, schuldig gemaakt aan het plegen van een ernstige diefstal met geweld. Verdachte en zijn mededaders hebben via een datingapp een slachtoffer naar een afgelegen plek gelokt en vervolgens het slachtoffer op grove wijze bedreigd met geweld en gebruik gemaakt van geweld om het slachtoffer te kunnen beroven van zijn waardevolle spullen. Verdachte en medeverdachten hadden van tevoren afgesproken dat zij de bankpas van het slachtoffer zouden afpakken en hem zouden dwingen om zijn pincode te geven, om na de beroving naar een geldautomaat te gaan en daar geld van de bankrekening van het slachtoffer te pinnen. Toen het slachtoffer in verzet ging hebben verdachte en zijn mededaders geweld gebruikt waardoor hij letsel heeft opgelopen.
De gevolgen van dergelijke overvallen zijn over het algemeen zeer traumatiserend voor de slachtoffers. De impact op hun gewone leven en gevoel van veiligheid is groot. Het slachtoffer omschrijft de beroving als het ergste wat hij heeft meegemaakt in zijn leven.
Op geen enkele wijze heeft verdachte zich bekommerd om de gevolgen voor het slachtoffer. Dat deze gevolgen, ook op de langere termijn, ernstig kunnen zijn heeft verdachte ook op voorhand kunnen beseffen. Hij heeft, enkel om financieel gewin, het slachtoffer ernstige en aanzienlijke schade berokkend. Daarnaast heeft verdachte het feit ontkend en geen verantwoordelijkheid genomen voor zijn gedrag. Dit rekent de rechtbank verdachte ernstig aan.
Persoon van verdachte
De rechtbank heeft acht geslagen op het strafblad van verdachte van 27 oktober 2020. Hieruit volgt dat verdachte op 10 februari 2020 is veroordeeld tot een werkstraf van 15 uren voor het rijden onder invloed van alcohol en op 15 september 2020 heeft verdachte een strafbeschikking gekregen voor een overtreding.
De rechtbank heeft kennisgenomen van het rapport van Samen Veilig Midden-Nederland, opgesteld door N. Broekhuijzen, medewerker, van 18 november 2020. Hieruit volgt dat verdachte zich heeft opengesteld in de begeleiding en het goede wil doen. Verdachte is aangemeld bij de Waag, en hoewel verdachte behandeling bij de
Waag niet nodig vond, heeft hij hiermee ingestemd. De behandeling verloopt over het algemeen goed en verdachte geeft aan er ook daadwerkelijk wat aan te hebben.
Op het gebied van het hebben van contact met politie en justitie heeft de medewerker SAVE wel zorgen over verdachte. Dit heeft erin geresulteerd dat er opnieuw een avondklok voor verdachte is ingesteld. Uit onderzoek komt naar voren dat het risico op gewelddadig gedrag ingeschat wordt als laag tot matig. SAVE adviseert om aan verdachte een voorwaardelijke jeugddetentie op te leggen met de voorwaarden: Toezicht en Begeleiding, het volgen van een behandeling bij de Waag of een soortgelijke instantie en het volgens rooster naar school of stage gaan.
Dit is in navolging van het rapport van de Raad voor de Kinderbescherming (RvdK) van 6 oktober 2020, opgesteld door R.D. Peters, raadsonderzoeker, waarin hetzelfde wordt geadviseerd.
Uit het psychologisch rapport van 21 januari 2020, opgesteld door K. Oostra, GZ-psycholoog, volgt dat wordt geadviseerd om het tenlastegelegde delict verminderd aan verdachte toe te rekenen nu er tijdens het delict sprake was van een verminderde impulscontrole, waardoor het tijdig nadenken over de eventuele consequenties van zijn gedrag wordt beperkt en waardoor het voor betrokkene lastiger is om zijn gedrag tijdig bij te sturen. Daarnaast lijkt betrokkene in hogere mate prikkels op te zoeken en aangetrokken te worden tot spannende en risicovolle situaties, hetgeen in combinatie met een negatief sociaal netwerk en hogere mate van beïnvloedbaarheid een zorgelijke combinatie betreft. Betrokkene was voorafgaand en tijdens het ten laste gelegde feit in zijn gedragskeuzen beperkt en om die reden wordt geadviseerd het ten laste gelegde in enigszins verminderde mate aan betrokkene toe te rekenen.
De rechtbank is gelet op de conclusie van de deskundige van oordeel dat het hiervoor bewezen verklaarde verminderd aan verdachte kan worden toegerekend en zal hiermee rekening houden in de strafoplegging.
Strafoplegging
Om te bevorderen dat landelijk voor dezelfde feiten door rechtbanken ongeveer dezelfde straffen worden opgelegd, zijn door het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS) oriëntatiepunten opgesteld. De rechtbank heeft bij de oplegging van de straf voor het bewezen verklaarde feit gekeken naar deze oriëntatiepunten.
Voor een diefstal met geweld in de meest lichte vorm is een taakstraf van 60 uur, dienovereenkomstige jeugddetentie van 1 maand als uitgangspunt. Strafverzwarende omstandigheden zijn aanleiding om de strafmaat te verhogen. Iedere strafverzwarende omstandigheid telt daarbij in beginsel voor 60 uur taakstraf, dan wel 1 maand jeugddetentie. De strafverzwarende omstandigheden zijn in de zaak van verdachte: de aard en ernst van het gebruikte fysieke geweld, het letsel dat verdachte heeft opgelopen, het gebruik van meerdere wapens waaronder de bedreiging met een op een soortgelijkend vuurwapen, een boksbeugel, een honkbalknuppel en een mes, de plaats van het delict en het plegen van het feit in een georganiseerde groep. De rechtbank acht ook de planmatigheid strafverzwarend. Verdachten hebben bewust een homoseksueel slachtoffer uitgekozen door het slachtoffer te benaderen via een datingapp voor homoseksuelen. De rechtbank kan niet vaststellen of dit uit ‘homohaat’ is geweest, of, zoals de officier van justitie heeft gezegd, omdat de groep jongeren dachten dat een homoseksueel slachtoffer niet zou terugvechten of aangifte zou doen. Feit is in ieder geval dat de jongens goed nagedacht hebben over wie hun slachtoffer zou worden. Alles afwegende acht de rechtbank een jeugddetentie van 120 dagen waarvan 88 dagen voorwaardelijk met aftrek van het voorarrest met een proeftijd van 2 jaar, passend en geboden. De rechtbank ziet, gelet op de uitkomsten van het psychologisch rapport en het advies van de RvdK en SAVE om hierbij bijzondere voorwaarden op te nemen zoals genoemd, om de maatschappij te beschermen en verdachte ervan te weerhouden in de toekomst opnieuw strafbare feiten te plegen.
Tevens zal de rechtbank een taakstraf van 160 uren, te vervangen door 80 dagen jeugddetentie, opleggen.
Vrijheidsbeperkende maatregel
De rechtbank ziet, ter beveiliging van de maatschappij, voorts aanleiding om op grond van artikel 38v van het Wetboek van Strafrecht een vrijheidsbeperkende maatregel aan verdachte
op te leggen, inhoudende een contactverbod met het slachtoffer, drie getuigen en de medeverdachten voor de duur van 2 jaren. Voor iedere keer dat verdachte deze maatregel overtreedt, zal vervangende jeugddetentie worden opgelegd voor de duur van een week, met een maximum van 6 maanden.
Dadelijke uitvoerbaarheid vrijheidsbeperkende maatregel
De rechtbank overweegt dat de maatregel ex artikel 38v van het Wetboek van Strafrecht dadelijk uitvoerbaar wordt verklaard, nu er - gelet op de aard en de ernst van de feiten - ernstig rekening mee moet worden gehouden dat verdachte opnieuw een strafbaar feit pleegt of zich belastend gedraagt.
Dadelijke uitvoerbaarheid bijzondere voorwaarden
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een misdrijf dat gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen, te weten een beroving met (bedreiging van) geweld. Uit de rapportages en de adviezen van de RvdK en SAVE volgt dat intensief toezicht en behandeling van verdachte nodig is om de ingezette positieve ontwikkeling vast te houden en daarmee de kans op recidive te verkleinen. De rechtbank is, gelet op het vorenstaande, van oordeel dat er rekening mee moet worden gehouden dat verdachte zonder het toezicht en begeleiding van de jeugdreclassering opnieuw een vergelijkbaar misdrijf zal begaan. Daarom zal zij bevelen dat de bijzondere voorwaarden die verdachte zullen worden opgelegd en het toezicht door de reclassering, dadelijk uitvoerbaar zijn.