De rechtbank doet op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak zonder zitting.
Voordat de rechtbank toekomt aan een inhoudelijke beoordeling van de beroepsgronden van eiser, dient de rechtbank de vraag te beantwoorden of eiser als belanghebbende kan worden aangemerkt in deze procedure. Om als belanghebbende in de zin van de artikel 1:2, Awb te kunnen worden aangemerkt, moet een natuurlijk persoon een voldoende objectief, actueel, eigen en persoonlijk belang hebben. Dit belang moet hem in voldoende mate onderscheiden van anderen en het moet rechtstreeks worden geraakt door het bestreden besluit.
Uit vaste rechtspraak blijkt dat het uitgangspunt is dat degene die rechtstreeks feitelijke gevolgen ondervindt van de activiteit die het besluit toestaat, in beginsel belanghebbende is bij dat besluit. Het criterium ‘gevolgen van enige betekenis’ is een correctie op dat uitgangspunt. Gevolgen van enige betekenis ontbreken als de gevolgen wel zijn vast te stellen, maar de gevolgen voor de woon,- leef- of bedrijfssituatie van de betrokkene dermate gering zijn dat een persoonlijk belang bij het besluit ontbreekt. Daarbij wordt gekeken naar de factoren afstand tot, zicht op, planologische uitstraling van en milieugevolgen (onder meer geur, geluid, licht, trilling, emissie, risico) van de activiteit die het besluit toestaat. Ook aard, intensiteit en frequentie van de feitelijke gevolgen kunnen van belang zijn. In beginsel leiden, wanneer zicht op de planlocatie ontbreekt, afstanden groter dan ongeveer 100 meter niet tot het aannemen van belanghebbendheid.
Eiser voert aan dat hij belanghebbende is bij het bestreden besluit omdat de locatie waar het zonnepark moet komen (de planlocatie) zich bevindt in het directe uitloopgebied van de wijk waarin hij woont. Eiser bezoekt zeer regelmatig het bosgebied waarin het zonnepark zal komen te liggen en zal geconfronteerd worden met het zonnepark op het moment dat hij het bosgebied bezoekt.
De rechtbank stelt vast dat tussen de woning van eiser en de planlocatie meerdere huizen staan die het zicht van eiser op de planlocatie ontnemen. De afstand tussen de woning van eiser en de dichtstbijzijnde locatie, waar krachtens het bestreden besluit zonnepanelen gerealiseerd kunnen worden, is hemelsbreed ongeveer 1.1 km.
Naar het oordeel van de rechtbank kan eiser aan dit belang niet de conclusie verbinden dat hij belanghebbende is in deze procedure. In het feit dat het zonnepark zich bevindt in het directe uitloopgebied van de wijk waarin eiser woont en dat eiser dat gebied zeer regelmatig bezoekt voor een wandeling, onderscheidt eiser zich onvoldoende van andere personen die aan het bosgebied wonen en het geregeld bezoeken. Er zijn geen feiten of omstandigheden aangevoerd op grond waarvan geoordeeld zou moeten worden dat eiser toch een objectief, eigen en persoonlijk belang heeft dat rechtstreeks door het bestreden besluit wordt geraakt. De rechtbank is daarom van oordeel dat eiser niet als belanghebbende kan worden aangemerkt bij het bestreden besluit.
Omdat alleen belanghebbenden bij een besluit daartegen beroep kunnen instellen, verklaart de rechtbank het beroep van eiser niet‑ontvankelijk.