In deze zaak heeft eiseres, geboren in 2000 en met fysieke beperkingen, een aanvraag ingediend voor een maatwerkvoorziening op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) in de vorm van een E-fix voor haar hand bewogen rolstoel. Eiseres had eerder al een elektrische rolstoel en een hand bewogen rolstoel ontvangen van de gemeente Hilversum, maar door toegenomen beperkingen kon zij haar hand bewogen rolstoel niet meer zelfstandig gebruiken. De gemeente heeft de aanvraag van eiseres op 20 december 2018 afgewezen, met de redenering dat zij al voldoende ondersteuning had om zelfstandig te functioneren.
Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen deze afwijzing, maar het bezwaar werd ongegrond verklaard op 25 november 2019. De rechtbank heeft vervolgens op 1 mei 2020 de gemeente verzocht om aanvullende informatie, waaronder een medisch advies. Tijdens de zitting op 16 november 2020 heeft eiseres, bijgestaan door haar gemachtigde en pleegmoeders, haar situatie toegelicht. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres niet in staat is om met haar elektrische rolstoel deel te nemen aan sociale activiteiten, zoals het bezoeken van vrienden en familie, en dat de hand bewogen rolstoel niet meer voldoet aan haar behoeften.
De rechtbank heeft geoordeeld dat de gemeente onvoldoende heeft gemotiveerd waarom de aanvraag voor de E-fix is afgewezen. De rechtbank heeft het bestreden besluit vernietigd en bepaald dat eiseres recht heeft op de gevraagde maatwerkvoorziening. Tevens is de gemeente veroordeeld tot het vergoeden van het griffierecht en de proceskosten van eiseres. De uitspraak is openbaar gedaan op 16 november 2020.