ECLI:NL:RBMNE:2020:5879
Rechtbank Midden-Nederland
- Mondelinge uitspraak
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens ontbreken beroepsgronden in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 7 januari 2021 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure. Eiseres had een aanvraag ingediend voor een urgentieverklaring voor woonruimte, welke door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nieuwegein was afgewezen. Eiseres heeft vervolgens bezwaar aangetekend, maar dit bezwaar werd ongegrond verklaard in het bestreden besluit van 29 juli 2020. Hierop heeft eiseres beroep ingesteld tegen dit besluit. De zitting vond plaats via een Skypeverbinding, maar eiseres was niet aanwezig. Verweerder werd vertegenwoordigd door zijn gemachtigden.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de advocaat van eiseres op 23 september 2020 was geïnformeerd dat zij binnen vier weken gronden moest indienen tegen het besluit. Echter, er zijn geen gronden ingediend, wat voor risico van eiseres komt. De advocaat heeft op 21 oktober 2020 aangegeven eiseres niet langer te vertegenwoordigen. De rechtbank heeft eiseres nogmaals aangeschreven om gronden in te dienen, maar ook deze brief is onbeantwoord gebleven. De uiterste datum voor het indienen van gronden was 3 januari 2021.
Aangezien eiseres niet is verschenen en geen gronden heeft ingediend, heeft de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank heeft benadrukt dat het indienen van beroepsgronden essentieel is voor de ontvankelijkheid van het beroep, zoals vastgelegd in artikel 6:5 van de Algemene wet bestuursrecht. Eiseres krijgt geen gelijk en er wordt geen proceskostenvergoeding toegekend. De uitspraak is gedaan door mr. L.A. Banga, in aanwezigheid van griffier mr. M.E.C. Bakker, en is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.