Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
ingeschreven in de Basisregistratie personen op het adres:
( [postcode] ) [woonplaats] , [adres]
thans gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Flevoland, Huis van Bewaring Lelystad
1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING
2.TENLASTELEGGING
3.VOORVRAGEN
4.WAARDERING VAN HET BEWIJS
"Ook jullie hebben kinderen dus jullie komen er wel achter." [3]
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 7 februari 2020;
- het proces-verbaal van bevindingen van [A] , pagina 27.
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 7 februari 2020;
- het proces-verbaal van bevindingen van [verbalisant 1] , pagina 16 en 17;
- het proces-verbaal van bevindingen van [verbalisant 2] , pagina 23 en 24;
- het proces-verbaal van bevindingen van [verbalisant 3] , pagina 21;
- het proces-verbaal van bevindingen van [verbalisant 4] , pagina 25.
“ik hoop dat de boodschap duidelijk is, en dat je genoeg waarde hecht [naam] je vrouw en kinderen, zodat he voorkomt dat ik ze zometeen kom thuisbrengen, of op school met een bezoekje kom vereren”.
Omdat [verdachte] bij de reclassering bekend staat als een zeer agressief en bedreigend persoon die ook vuurwapen gevaarlijk kan zijn, en hyper autoritair gevoelig is, nam hij deze bedreiging serieus en omdat hij [verdachte] in staat achtte deze bedreiging uit te voeren, besloot hijaangifte te doen van de bedreiging. [10]
5.BEWEZENVERKLARING
6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN
7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE
8.OPLEGGING VAN STRAF
9.BENADEELDE PARTIJ
- 36f, 57, 63, 180, 266, 267 en 285 van het Wetboek van Strafrecht en
- 163 en 176 van de Wegenverkeerswet 1994;
11.BESLISSING
gevangenisstraf van 120 dagen;
hij op of omstreeks 4 april 2019 te Utrecht [verbalisant 1] en/of [verbalisant 2] en/of [verbalisant 3] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling door die [verbalisant 1] en/of [verbalisant 2] en/of [verbalisant 3] dreigend de woorden toe te voegen “jullie weten niet wie ik ben” en/of “ik snijd jullie kop eraf” en/of “politieagenten hebben ook kinderen, jullie komen er wel achter” en/of “ik zoek je op net als bij die collega vorige keer”, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
(Artikel art 285 lid 1 Wetboek van Strafrecht)
hij, als degene die al dan niet als bestuurder van een motorrijtuig betrokken was geweest bij een verkeersongeval dat had plaatsgevonden in Utrecht in de [adres] , op of omstreeks 4 april 2019 de (voornoemde) plaats van vorenbedoeld ongeval heeft verlaten, terwijl bij dat ongeval, naar hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden, aan een ander, te weten de politie Eenheid Midden-Nederland schade was toegebracht;
(Artikel art 7 lid 1 ahf/ond a Wegenverkeerswet 1994)
hij op of omstreeks 4 april 2019 te Utrecht opzettelijk een ambtenaar te weten [verbalisant 4] (hoofdagent van de politie Eenheid Midden-Nederland), gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, in zijn tegenwoordigheid, mondeling heeft beledigd, door hem/haar de woorden toe te voegen: “je kanker moeder” en/of “kankerlijer” en/of “kankerjoden”, althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking;
(Artikel art 266 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 267 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht)
hij op of omstreeks 4 april 2019 te Utrecht, zich met geweld en/of bedreiging met geweld, heeft verzet tegen (een) ambtena(a)r(en), [verbalisant 1] en/of [verbalisant 2] en/of [verbalisant 3] en/of [verbalisant 4] (hoofdagent(en) van de politie Eenheid Midden-Nederland), werkzaam in de rechtmatige oefening van hun/zijn bediening, te weten de aanhouding van verdachte door opzettelijk gewelddadig rukkende en/of trekkende bewegingen te maken met zijn, verdachtes, arm(en) en/of door zijn, verdachtes, arm onder zijn lichaam te houden en/of zich los te trekken van de opsporingsambtena(a)r(en) voornoemd en/of door zich met zijn, verdachtes, lichaam te rukken en/of te trekken in een richting tegengesteld aan
die waarin voornoemde opsporingsambtena(a)r(en) verdachte trachtte(n) te geleiden;
(Artikel art 180 Wetboek van Strafrecht)
hij op of omstreeks 4 april 2019 te Utrecht, in elk geval in Nederland, als degene tegen wie verdenking was gerezen als bestuurder van een voertuig te hebben gehandeld in strijd met artikel 8 van de Wegenverkeerswet 1994 en aan wie door een opsporingsambtenaar was bevolen medewerking te verlenen aan een ademonderzoek, als bedoeld in artikel 8, tweede lid, aanhef en onder a van genoemde wet, niet heeft voldaan aan de verplichting ademlucht te blazen in een voor het onderzoek bestemd apparaaten/of aan de verplichting gevolg te geven aan alle door een opsporingsambtenaar ten dienste van het onderzoek gegeven aanwijzingen;
(Artikel art 163 lid 2 Wegenverkeerswet 1994, art 8 lid 2 ahf/ond a Wegenverkeerswet 1994)