In deze kort gedingprocedure vordert eiseres, een besloten vennootschap, betaling van een bedrag van € 38.753,14 aan hoofdsom van gedaagde, eveneens een besloten vennootschap. De vordering is gebaseerd op onbetaalde facturen voor laboratoriumonderzoeken die eiseres heeft uitgevoerd voor gedaagde in de periode van juni tot en met augustus 2019. Gedaagde heeft eerder betalingen gedaan, maar weigert verdere betaling met de stelling dat de facturen niet kloppen. De voorzieningenrechter oordeelt dat de schriftelijke overeenkomst tussen partijen niet door gedaagde is ondertekend, maar dat er wel sprake is van een mondelinge overeenkomst. De voorzieningenrechter wijst de vordering van eiseres tot betaling van € 38.753,14 toe, omdat gedaagde niet voldoende onderbouwd heeft dat de facturen onjuist zijn. Daarnaast wordt de wettelijke handelsrente toegewezen vanaf 4 oktober 2019. Eiseres vordert ook schadevergoeding voor winstderving en verloren materiaal, maar deze vorderingen worden afgewezen omdat eiseres onvoldoende bewijs heeft geleverd voor deze claims. Gedaagde wordt veroordeeld in de proceskosten.