In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedateerd 13 oktober 2020, wordt het beroep van eiser tegen de Minister voor Rechtsbescherming behandeld. Eiser stelt dat verweerder niet tijdig heeft beslist op zijn bezwaar. De rechtbank heeft echter vastgesteld dat eiser zijn ingebrekestelling te vroeg heeft ingediend. De primaire beslissing van verweerder dateert van 18 december 2019, en het bezwaarschrift is ingediend op 24 januari 2020. De beslistermijn, die in dit geval twaalf weken bedraagt, eindigde op 23 april 2020. Eiser heeft verweerder op 9 maart 2020 in gebreke gesteld, maar op dat moment was de beslistermijn nog niet verstreken. Hierdoor is de ingebrekestelling niet rechtsgeldig en is het beroep van eiser kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens zijn met de uitspraak.