12.BESLISSING
- verklaart het onder 1 ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
- veroordeelt verdachte tot een
jeugddetentie van 100 dagen;
- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de jeugddetentie in mindering zal worden gebracht;
- bepaalt dat van de jeugddetentie een gedeelte van
49 dagen, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders gelast op grond van het feit dat verdachte de hierna te melden algemene en bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd;
- stelt daarbij een proeftijd van 2 (twee) jaren vast;
- als algemene voorwaarden gelden dat verdachte;
* zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
* ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
* medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 77aa van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen;
- als bijzondere voorwaarden gelden dat verdachte:
* zich zal houden aan de aanwijzingen, gegeven door De Jeugd- & Gezinsbeschermers te [woonplaats] in het kader van de maatregel Toezicht & Begeleiding, waarvan de eerste 6 maanden ITB-Harde Kern, en verdachte zich meldt op afspraken met de jeugdreclassering, zo vaak en zolang de jeugdreclassering dat nodig vindt;
* zich houdt aan het locatiegebod, inhoudende dat hij op vooraf vastgestelde tijdstippen aanwezig is op het verblijfsadres [adres] te [woonplaats] , waarbij de jeugdreclassering de precieze tijdstippen vaststelt, in overleg met verdachte en mede afhankelijk van de dagbesteding. Verdachte werkt mee aan elektronische controle op dit locatiegebod voor de duur van maximaal 6 maanden of zolang als de reclassering noodzakelijk acht, waarbij de tijd dat verdachte in het kader van schorsingsvoorwaarden al elektronische controle had op de voornoemde 6 maanden in mindering wordt gebracht;
* op geen enkele wijze – direct of indirect – contact zal opnemen, zoeken of hebben met [slachtoffer 1] , geboren op [2004] en [slachtoffer 2] , geboren op [2003] ;
* meewerkt aan begeleiding vanuit Forza Buddycoaching;
* meewerkt aan het vinden en behouden van een zinvolle dagbesteding;
- waarbij De Jeugd- & Gezinsbeschermers opdracht wordt gegeven als bedoeld in artikel 77aa van het Wetboek van Strafrecht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
- wijst de vordering van [slachtoffer 1] toe tot een bedrag van € 529,16, bestaande uit
€ 279,16 materiële schade en € 250,- immateriële schade;
- veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan [slachtoffer 1] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente. Deze wordt berekend vanaf 26 februari 2020 tot de dag van volledige betaling;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [slachtoffer 1] aan de Staat € 529,16 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente. Deze wordt berekend vanaf 26 februari 2020 tot de dag van volledige betaling, bij niet-betaling niet aan te vullen met gijzeling;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
Vordering tenuitvoerlegging met parketnummer 16/07789-18
- wijst de vordering toe;
- gelast de tenuitvoerlegging van de door de kinderrechter in de rechtbank Midden-Nederland bij vonnis van 6 november 2018 opgelegde voorwaardelijke werkstraf, te weten voor de duur van 40 uren, subsidiair 20 dagen jeugddetentie;
Vordering tenuitvoerlegging met parketnummer 16/219033-18
- wijst de vordering toe;
- gelast de tenuitvoerlegging van de door de kinderrechter in de rechtbank Midden-Nederland bij vonnis van 24 januari 2019 opgelegde voorwaardelijke werkstraf, te weten voor de duur van 20 uren, subsidiair 10 dagen jeugddetentie.
Dit vonnis is gewezen door mr. I.G.C. Bij de Vaate, voorzitter, mrs. L.M.G. de Weerd en Y.M. Vanwersch, rechters, in tegenwoordigheid van mr. R. Jaâter, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 14 augustus 2020.
De voorzitter en de griffier zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
1
hij op of omstreeks 26 februari 2020 te Bussum, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld
[slachtoffer 1] heeft/hebben gedwongen tot afgifte van, onder meer, een iPhone (merk Apple) en/of een OV-chipkaart, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, welk geweld en bedreiging met geweld hierin bestond dat verdachte en/of zijn mededader(s)
- de woorden heeft/hebben toegevoegd : ‘je gaat naar de hoek, je weet best waarom’ en/of ‘jij, nu naar de hoek’ en/of ‘als je nu niet normaal doet, dan slaan we je in elkaar’ althans woorden van gelijke (dreigende) aard en/of strekking en/of
- ( vervolgens) die [slachtoffer 1] in de hoek heeft/hebben geduwd en/of
- tegen die [slachtoffer 1] heeft/hebben gezegd dat hij geen respect heeft voor verdachte en/medeverdachte en/of dat hij daarom zijn telefoon moet afstaan als straf, althans woorden van gelijke aard en/of strekking en/of
- ( vervolgens) de woorden heeft/hebben toegevoegd: ‘geef je telefoon en log erop uit’, althans woorden van gelijke aard en/of strekking en/of
- ( vervolgens) na afgifte van de telefoon die [slachtoffer 1] heeft/hebben verplicht in de hoek te blijven staan;
( art 312 lid 2 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht, art 317 lid 1 Wetboek van Strafrecht )
2
hij op of omstreeks 14 februari 2020 te Bussum, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 2] heeft/hebben gedwongen tot afgifte van, onder meer, een jas (merk North Face), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, welk geweld en bedreiging met geweld hierin bestond dat verdachte en/of zijn mededader(s)
- de woorden heeft/hebben toegevoegd : ‘de buurtvader is er. Zakken leeg, zakken leggen’, althans woorden van gelijke (dreigende) aard en/of
- ( vervolgens) de muts van het hoofd van die [slachtoffer 2] heeft/hebben getrokken en/of
- ( vervolgens) die [slachtoffer 2] met vlakke handen tegen de linkerkant en rechterkant van zijn gezicht heeft/hebben geslagen en/of
- ( vervolgens) na afgifte van de jas aan die [slachtoffer 2] heeft/hebben gezegd: ‘je bent afgeperst door [verdachte] ’, althans woorden van gelijke aard en/of strekking en/of
- ( vervolgens) op het hoofd, althans het lichaam, van die [slachtoffer 2] heeft/hebben gespuugd;
( art 312 lid 2 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht, art 317 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 317 lid 3 Wetboek van Strafrecht )
3
hij op of omstreeks 27 februari 2020 te Naarden, in elk geval in Nederland opzettelijk een ambtenaar, te weten [slachtoffer 3] , Brigadier van politie Midden-Nederland, gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, in zijn tegenwoordigheid, schriftelijk heeft beledigd, door hem de woorden toe te voegen: 'kanker zielige agent', althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking;
( art 266 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 267 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht )