ECLI:NL:RBMNE:2020:656

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
7 februari 2020
Publicatiedatum
24 februari 2020
Zaaknummer
C/16/496749 / FA RK 20-948
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot voortzetting van een crisismaatregel in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 7 februari 2020 heeft de Rechtbank Midden-Nederland een beschikking gegeven inzake de voortzetting van een crisismaatregel voor een betrokkene, geboren in 1985. De officier van justitie had op 5 februari 2020 verzocht om voortzetting van de op 4 februari 2020 opgelegde crisismaatregel, die was genomen op basis van artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). Tijdens de mondelinge behandeling op 7 februari 2020 zijn de betrokkene, haar advocaat mr. W.A. Breddels, en een psychiater gehoord. De psychiater gaf aan dat de situatie van de betrokkene zorgelijk was en dat alle vormen van verplichte zorg, met uitzondering van het toedienen van vocht en voeding, noodzakelijk waren om ernstig nadeel af te wenden.

De rechtbank oordeelde dat er sprake was van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, veroorzaakt door gedrag dat voortvloeit uit een psychische stoornis. De rechtbank verleende de machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor een periode van drie weken, met specifieke vormen van verplichte zorg, waaronder het toedienen van medicatie, het beperken van de bewegingsvrijheid, en het insluiten van de betrokkene. De rechtbank benadrukte dat er geen minder bezwarende alternatieven beschikbaar waren en dat de verleende zorg evenredig en effectief was. De beschikking werd mondeling gegeven en is schriftelijk uitgewerkt op 24 februari 2020.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Familierecht
Locatie Utrecht
Zaaknummer: C/16/496749 / FA RK 20-948
Betrokkenenummer: [betrokkenenummer]
Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel
Beschikking van 7 februari 2020naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot voortzetting van een crisismaatregel, als bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene] ,
geboren op [geboortedatum] 1985 te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonplaats] , [adres] ,
verblijvende te [instelling 1] , locatie [naam locatie] te [plaatsnaam] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. W.A. Breddels.

1.Procesverloop

1.1.
Bij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 5 februari 2020, heeft de officier van justitie verzocht om voortzetting van de op 4 februari 2020 opgelegde crisismaatregel.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- een afschrift van de beslissing tot het nemen van de crisismaatregel van 4 februari 2020;
- de medische verklaring van 4 februari 2020.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 7 februari 2020 op de locatie [instelling 1] , locatie [naam locatie] te [plaatsnaam] .
1.3.
Daarbij heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- de betrokkene;
- mr. W.A. Breddels;
- de heer [A] , psychiater.
1.4.
De officier van justitie heeft van tevoren laten weten dat hij niet voornemens is bij de mondelinge behandeling te verschijnen.
1.5.
De rechtbank heeft na de mondelinge behandeling direct uitspraak gedaan en een kennisgeving mondelinge uitspraak aan de advocaat van de betrokkene en aan de vertegenwoordiger van de instelling verstrekt.

2.Beoordeling

2.1.
In de crisismaatregel waarvan de officier van justitie voortzetting vraagt, zijn de volgende vormen van verplichte zorg, als bedoeld in artikel 3:2 Wvggz, opgenomen:
toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
beperken van de bewegingsvrijheid;
insluiten;
uitoefenen van toezicht op betrokkene;
onderzoek aan kleding of lichaam;
onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
controleren op de aanwezigheid van gedag-beïnvloedende middelen;
aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
beperken van het recht op het ontvangen van bezoek;
opnemen in een accommodatie.
2.2.
De raadsvrouw van de betrokkene heeft naar voren gebracht dat er discussie is over de vormen van verplichte zorg die nodig zijn om het ernstig nadeel af te kunnen wenden. De betrokkene heeft 10 dagen in de [instelling 2] verbleven om af te kicken. Dat houdt zij vol. De betrokkene heeft met haar familie een discussie over het stoppen met roken. De betrokkene wil dit zelf ook, maar dat is op dit moment te veel gevraagd.
2.3.
De psychiater heeft verklaard dat een opname van de betrokkene de enige manier is om het ernstig nadeel af te kunnen wenden. Vandaag werd de betrokkene vrij plotseling boos. De situatie is broos. De [instelling 2] heeft ook aangegeven dat de situatie zorgelijk is. De psychiater meent dat vanwege de onvoorspelbaarheid voor de betrokkene alle vormen van verplichte zorg nodig zijn, behalve het toedienen van vocht en voeding. De wetgever heeft verzuimd behandelaren in de wet de mogelijkheid te bieden om tijdens de behandeling in een crisissituatie vormen van verplichte zorg te voegen of te wijzigen. Dit zorgt er volgens de psychiater voor dat in het geval van een crisissituatie de onafhankelijke psychiater in de medische verklaring alle vormen van verplichte zorg aankruist, zodat de behandelaren voor de duur van de crisismaatregel alle vormen van verplichte zorg kunnen toepassen om het ernstig nadeel af te kunnen wenden. Hij onderschrijft dat dat in een situatie als deze, waar de betrokkene erg wisselend is in haar uitingen, ook echt nodig is.
2.4.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling is gebleken dat er ten aanzien van de betrokkene sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, met name gelegen in de algemene veiligheid van personen of goederen. Vermoed wordt dat dit nadeel wordt veroorzaakt door gedrag dat voortvloeit uit een psychische stoornis, in de vorm van schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen. De crisissituatie is zo ernstig dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht.
2.5.
De rechtbank is van oordeel dat bij de voortzetting van de crisismaatregel alle gevraagde vormen van verplichte zorg, met uitzondering van het toedienen van vocht en van voeding, noodzakelijk zijn om het nadeel af te wenden.
In de situatie zoals van de betrokkene, waarin de betrokkene wisselend is in haar medewerking en onvoorspelbaar is hoe snel de klachten die aanleiding waren voor de crisismaatregel zullen afnemen, kan de rechtbank volgen dat de zorgverantwoordelijke de mogelijk in te zetten vormen van verplichte zorg onvoldoende kan inschatten. Gelet hierop en op het ontbreken van de mogelijkheid om tijdens de voortzetting van de crisismaatregel een uitbreiding van de vormen van verplichte zorg te vragen, is een ruime inschatting van de benodigde zorg toegestaan.
2.6.
De betrokkene verzet zich tegen deze zorg. Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
2.7.
Deze vormen van verplichte zorg zijn daarom evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat rekening is gehouden met de veiligheid van de betrokkene en de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van de betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen.
2.8.
Gelet op het voorgaande zal een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel worden verleend, welke machtiging een geldigheidsduur heeft van drie weken na heden.

3.Beslissing

De rechtbank:
verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel ten aanzien van [betrokkene] , geboren op [geboortedatum] 1985 te [geboorteplaats] , met voor de duur van de machtiging de volgende vormen van verplichte zorg:
a. toedienen van medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
b. beperken van de bewegingsvrijheid;
c. insluiten;
d. uitoefenen van toezicht op betrokkene;
e. onderzoek aan kleding of lichaam;
f. onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
g. controleren op de aanwezigheid van gedag-beïnvloedende middelen;
h. aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
i. beperken van het recht op het ontvangen van bezoek;
j. opnemen in een accommodatie;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 28 februari 2020.
Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 7 februari 2020 door mr. V.M.M. van Amstel, rechter, in bijzijn van D.B.T. Koster als griffier en is schriftelijk uitgewerkt op 24 februari 2020.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.