In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 24 februari 2020 uitspraak gedaan in een beroep tegen een crisismaatregel die door de burgemeester van de gemeente Utrecht was opgelegd aan de betrokkene. De betrokkene, geboren in Duitsland en wonende in Utrecht, had op 15 januari 2020 beroep ingesteld tegen de crisismaatregel die op 3 januari 2020 was opgelegd. Daarnaast verzocht zij om schadevergoeding van de gemeente Utrecht, omdat zij meende dat haar rechten waren geschonden door het ontbreken van rechtsbijstand tijdens de crisismaatregel.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de burgemeester niet heeft voldaan aan de wettelijke verplichtingen zoals vastgelegd in de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De burgemeester had de advocaat van de betrokkene onverwijld op de hoogte moeten stellen van de crisismaatregel, maar dit is niet gebeurd. De rechtbank oordeelde dat de betrokkene recht had op schadevergoeding, omdat zij door het ontbreken van rechtsbijstand onterecht in een situatie van spanning en onzekerheid was gebracht.
De rechtbank heeft de schadevergoeding vastgesteld op € 375,-, wat overeenkomt met een bedrag van € 75,- per dag gedurende vijf dagen. De rechtbank verklaarde het beroep gegrond en veroordeelde de gemeente Utrecht tot betaling van dit bedrag aan de betrokkene. De overige verzoeken van de betrokkene werden afgewezen. Deze beschikking is openbaar uitgesproken en er staat een rechtsmiddel van cassatie open tegen deze beslissing.