Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
De bevoegde rechter en het toepasselijke recht
240,00(2 punten x tarief € 120,00)
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak vordert eiser, wonende in Duitsland, vergoeding van buitengerechtelijke kosten van zijn WAM-verzekeraar, ASR Schadeverzekering N.V., na een aanrijding op 9 mei 2018 op de A73. Eiser was betrokken bij een aanrijding waarbij zijn caravan werd aangereden door een voertuig dat verzekerd was bij ASR. Eiser schakelde mr. H.A.J. Stollenwerck in voor rechtsbijstand, omdat hij geen dekking voor rechtsbijstand had via zijn Duitse verzekeraar, ADAC. Na meerdere pogingen om ASR te bewegen tot schadevergoeding, erkende ASR uiteindelijk de aansprakelijkheid, maar weigerde de buitengerechtelijke kosten te vergoeden, stellende dat deze niet aan de dubbele redelijkheidstoets voldeden.
De kantonrechter oordeelt dat de inschakeling van een advocaat door eiser redelijk was, gezien de internationale aspecten van de zaak en de complexiteit van de schadevergoeding. De kantonrechter concludeert dat de gevorderde buitengerechtelijke kosten van € 813,04 inclusief btw toewijsbaar zijn, evenals de wettelijke rente vanaf 1 januari 2019. ASR wordt veroordeeld in de proceskosten van eiser, die op € 570,01 worden begroot. Het vonnis is uitgesproken op 4 maart 2020 door kantonrechter G.J. van Binsbergen.