Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.[eiser sub 1] ,
[eiseres sub 2],
1.De procedure
- de dagvaarding van 17 december 2019;
- de incidentele conclusie tot oproeping in vrijwaring;
- het vonnis in het incident van 1 mei 2019, waarbij in de hoofdzaak het nemen van een conclusie van antwoord is gelast;
- de conclusie van antwoord van 26 juni 2019;
- de oproepingsbrief van 30 juli 2019, waarin een comparitie is bepaald;
- de door [eiser sub 1] op de comparitie overgelegde producties.
- [gedaagde] te veroordelen tot betaling van € 975,00 ter zake van kosten die [eiser sub 1] heeft moeten maken voor de uitgevoerde expertise, verzekering en schorsing van het kenteken;
- [gedaagde] te veroordelen tot betaling van de wettelijke rente, buitengerechtelijke incassokosten en de proces- en nakosten.
3.De beoordeling
960,00(2 punten x tarief € 480,00)