Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 17 januari 2020 in de zaak tussen
[eiser] , te [woonplaats] , eiser
de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Uit de gedingstukken blijkt dat verweerder medische informatie heeft opgevraagd bij de door eiser zelf genoemde arts, [A] . [A] is (of was) werkzaam bij het instituut voor Mensenrechten en Medisch Onderzoek (iMMO). Aan hem zijn bij brief van 5 juni 2018 en 11 oktober 2018 vragen gesteld over de medische situatie van eiser. In antwoord op dit verzoek heeft een juridische medewerker van het iMMO op 15 oktober 2018 geantwoord dat eiser alleen op 28 augustus 2013 een eenmalig onderzoek heeft ondergaan bij iMMO, waarbij is onderzocht of er een causaal verband was vast te stellen tussen zijn medische klachten en wat hij stelt te hebben meegemaakt in zijn land van herkomst. Dit was nodig in het kader van de asielprocedure van eiser. Er is dus geen behandelrelatie tussen iMMO/ [A] en eiser. Bij de brief is de rapportage van [A] van 30 oktober 2013 gevoegd. De vragen die zijn gesteld over de medische situatie van eiser in de inburgeringsperiode zijn dus niet beantwoord.