ECLI:NL:RBMNE:2021:108

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
18 januari 2021
Publicatiedatum
18 januari 2021
Zaaknummer
16/652602-18 (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Strafzaak tegen verdachte wegens opzettelijk bezit van harddrugs en vuurwapens

Op 18 januari 2021 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die in de periode van 2 tot en met 6 augustus 2018 in Woerden opzettelijk 15,35 gram amfetamine, 9,86 gram MDMA en 60 gram GHB aanwezig heeft gehad. Daarnaast had de verdachte twee gasrevolvers en munitie in zijn bezit. De rechtbank heeft het vonnis gewezen na een inhoudelijke behandeling op 21 december 2020, waarbij de verdachte en zijn advocaat, mr. K. Lans, hun standpunten naar voren hebben gebracht. De officier van justitie, mr. E. ter Braak, heeft de tenlastelegging als wettig en overtuigend bewezen beschouwd.

De rechtbank heeft de doorzoekingen van de auto en de woning van de verdachte als rechtmatig beoordeeld, ondanks de verweren van de verdediging over onrechtmatige doorzoekingen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verbalisanten op legale wijze bewijs hebben verzameld, waaronder het aantreffen van drugs en wapens. De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan meerdere strafbare feiten, waaronder het opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet en de Wet wapens en munitie.

De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee maanden, rekening houdend met zijn eerdere veroordelingen en de ernst van de feiten. De rechtbank heeft ook de teruggave van bepaalde in beslag genomen goederen aan de verdachte gelast, terwijl andere goederen vernietigd dienen te worden. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummer: 16/652602-18 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 18 januari 2021
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [1984] te [geboorteplaats] ,
ingeschreven in de Basisregistratie personen op het adres:
[adres] te [woonplaats] .

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 27 oktober 2020 en 21 december 2020. De inhoudelijke behandeling van strafzaak heeft plaatsgevonden op 21 december 2020. Het onderzoek is gesloten op de terechtzitting van 4 januari 2021.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vorderingen en standpunten van de officier van justitie mr. E. ter Braak en van hetgeen verdachte en mr. K. Lans, advocaat te IJmuiden, naar voren hebben gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht. De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
1.
in de periode van 2 tot en met 6 augustus 2018 te Woerden 15,35 gram amfetamine, 9,86 gram MDMA en 60 gram GHB opzettelijk aanwezig heeft gehad;
2.
in de periode van 2 tot en met 6 augustus 2018 te Woerden twee gasrevolvers en munitie voorhanden heeft gehad;
3.
in de periode van 2 tot en met 6 augustus 2018 te Woerden een gas- en/of veerdrukpistool, sprekende gelijkenis vertonende met een vuurwapen, voorhanden heeft gehad.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

Inleidend
In de nacht van 2 augustus 2018 zagen verbalisanten te Montfoort een Volkswagen rijden waarvan uit het politiesysteem bleek dat de tenaamgestelde veelvuldig voorkwam voor onder andere opium- en vermogensdelicten en was gelabeld als veelpleger. Daarnaast was het rijbewijs ongeldig verklaard. Na het geven van een stopteken troffen de verbalisanten twee inzittenden aan; verdachte als bestuurder, tevens tenaamgestelde, en bijrijder [medeverdachte] . Eén van de verbalisanten zag in een open opbergvak onder het stuurwiel van het voertuig een mes liggen. Hierop gingen zij over tot het doorzoeken van de auto, waarbij verschillende soorten drugs werden aangetroffen. In de woning van verdachte werden meerdere soorten drugs, (namaak) wapen(s) en munitie aangetroffen.
4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht de ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend te bewijzen. De doorzoeking van de auto op grond van de Wet Wapens en Munitie (WWM) was rechtmatig. Dit geldt ook voor de doorzoeking van de woning en berging van verdachte.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft zich primair op het standpunt gesteld dat het aan verdachte tenlastegelegde niet bewezen kan worden, wegens het ontbreken van wettig bewijs. De raadsvrouw heeft aangevoerd dat het mes volgens verdachte pas is gevonden
tijdensde doorzoeking van de auto en niet hieraan voorafgaand. Het is niet mogelijk dat het mes is gezien toen de verbalisant vanuit buiten, door het raam, terwijl het donker was, de auto inkeek. De aanhouding was daarom onrechtmatig en ook het daaropvolgende onderzoek aan de telefoon van verdachte – wat de politie leidde naar de woning en berging van verdachte – had niet mogen plaatsvinden. De raadsvrouw stelt dat sprake was van een onrechtmatige doorzoeking van de auto, de woning en de berging, waardoor bewijsuitsluiting, en dientengevolge de integrale vrijspraak van verdachte, dient te volgen.
De foto’s, die de politie op klaarlichte dag heeft gemaakt van sleutels, die op de plek waar het mes is aangetroffen waren neergelegd, komen niet overeen met de situatie zoals deze was op het moment van de aanhouding van verdachte.
Subsidiair heeft de raadsvrouw partiële vrijspraak bepleit van het opzettelijk aanwezig hebben van GHB (onder 1 tenlastegelegd), omdat onduidelijk is of 60 gram een nettogewicht betreft of dat het gewicht van het flesje hierbij is inbegrepen.
Ook heeft de raadvrouw subsidiair, ten aanzien van het onder 2 en 3 tenlastegelegde, vrijspraak bepleit. De doorzoeking van de berging (behorende bij de woning van verdachte) heeft zonder rechtelijke machtiging plaatsgevonden. Dit levert een onherstelbaar vormverzuim op wat volgens de raadsvrouw eveneens tot bewijsuitsluiting dient te leiden.
Meer subsidiair heeft de raadsvrouw een strafmaatverweer gevoerd.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Verweer onrechtmatige doorzoeking auto en berging
De rechtbank heeft geen aanleiding te twijfelen aan de inhoud van het op ambtseed en ambtsbelofte opgemaakte proces-verbaal van bevindingen van verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] waarin is gerelateerd dat [verbalisant 1] - op het moment dat verdachte in de auto zat - in het zicht en voor het grijpen een zilverkleurig mes in een open opbergvak onder het stuurwiel zag liggen. Het (aanvullende) proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 3] , met als bijlage foto’s gemaakt van de Volkswagen Lupo met de sleutels van het voertuig in het horizontale vak onder het stuur, bevestigen hetgeen door verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] eerder is opgeschreven over de zichtbaarheid van het mes. De rechtbank gaat er dan ook vanuit dat het zien van het mes in het vak onder het stuur aanleiding is geweest voor de doorzoeking van de auto en verwerpt het (primaire) verweer van de raadsvrouw.
Ook wordt het subsidiair gevoerde verweer ten aanzien van de doorzoeking van de berging verworpen. Uit het door [verbalisant 4] op ambtsbelofte opgemaakte proces-verbaal is genoegzaam gebleken wat de gang van zaken was met betrekking tot de doorzoeking van de woning op 5 augustus 2018 en de doorzoeking van de berging op 6 augustus 2018. Hoewel na de doorzoeking van de berging geen contact is opgenomen met rechter-commissaris Killian voor de formele sluiting van het onderzoek, blijkt uit het proces-verbaal van bevindingen dat de resultaten van de doorzoeking van de berging alsnog op 7 augustus 2018 met rechter-commissaris Killian zijn doorgenomen. Met het voorgaande is voldoende controleerbaar op welke gronden en wijze de doorzoeking en inbeslagname heeft plaatsgevonden, zodat (ook) hier geen sprake is van een vormverzuim.
Ten aanzien van de bij verdachte in beslag genomen GHB is uit het dossier voldoende gebleken dat 60 gram het netto gewicht van de inhoud van het flesje betreft (pagina 137). De rechtbank verwerpt ook dit verweer en komt tot bewezenverklaring van alle drie de tenlastegelegde feiten.
Bewijsmiddelen [1]
Feit 1
Een proces-verbaal van bevindingen:
Op 2 augustus 2018 is bij doorzoeking VW Lupo, kenteken [kenteken] van bestuurder [verdachte] aangetroffen [2] :
- Gripzakje met witte substantie (in zwart schoudertasje op bestuurdersstoel)
- Blauw flesje met ongeveer 100 ml GHB (in toilettas in Basic Fit tas)
- Gripzak met witte substantie (in koelbox)
- Gripzakje met witte substantie (in koelbox) [3]
Een proces-verbaal van bevindingen:
Op 5 augustus 2018 werd binnengetreden op de [adres] te [woonplaats] voor een doorzoeking [4] . De onderstaande goederen werden in beslaggenomen:
- Een flacon met blauwe stroperige vloeistof, vermoedelijk GHB. Aangetroffen in de koelkast. (waardezak A4286719)
- Een zakje met restanten wit poeder, vermoedelijk cocaïne. Aangetroffen op een glazen spiegel op het tafelblad van de eetkamertafel. (waardezak A4286718)
- Een potje met rood deksel met wit poeder, vermoedelijk cocaïne. Aangetroffen in een mandje staande op het tafelblad van de eetkamertafel. (waardezak A4286717)
- Een grijs doorzichtig doosje, inhoud vier gripzakjes, partydrugs. Acht ruitjes
groen, opschrift MAX, twee doodshoofd groen, Negen Egyptisch motief geel van kleur/Vier vierkantjes licht groen en
- Gruis. Dit doosje werd aangetroffen in de koelkast. (waardezak A4286715) [5]
Beslaglijst [6]
Goed Goednummer Waar in beslag genomen Bijzonderheden
Amfetamine 2238695 auto [verdachte] uitslag NFI: positief
Amfetamine 2238696 auto [verdachte] uitslag NFI: positief
Amfetamine 2238697 auto [verdachte] uitslag NFI: positief
GHB 2301374 woning [verdachte] uitslag NFI: positief
Amfetamine 2240656 woning [verdachte] uitslag NFI: positief
XTC 2350994 woning [verdachte] uitslag NFI: positief
XTC 2351014 woning [verdachte] uitslag NFI: positief
XTC 2308181 woning [verdachte] uitslag NFI: positief
XTC 2350973 woning [verdachte] uitslag NFI: positief
De verklaring van [medeverdachte] :
Gebruik je drugs?
Ja, GHB, en af en toe speed en cocaïne. [7]
Waar kwamen jullie vandaan?
Uit [woonplaats] , wij kwamen van zijn huis.
Wat lag er voordat jullie werden aangehouden allemaal in die auto?
Amfetamine, er lag zo veel in. [8]
Een proces-verbaal onderzoek verdovende middelen: [9]
Goednummer PL0900-2018223569-2238695
SIN AAGH6961NL
Relatie met SIN AALT4067NL
Hoeveelheid 1,05 gram
Indicatie amfetamine
Goednummer PL0900-2018223569-2238696
SIN AAGH6962NL
Relatie met SIN AALT4068NL
Hoeveelheid 9,55 gram
Indicatie amfetamine [10]
Goednummer PL0900-2018223569-2238697
SIN AAGH6963NL
Relatie met SIN AALT4069NL
Hoeveelheid 3,17
Indicatie amfetamine [11]
Rapport identificatie veelvoorkomende drugs: [12]
AAGH6963NL, 3,17 gram bevat amfetamine
AAGH6962NL 9,55 gram bevat amfetamine
AAGH6961NL 1,05 gram bevat amfetamine [13]
Proces-verbaal onderzoek verdovende middelen: [14]
Goednummer PL0900-2018223569-2301374
Netto Hoeveelheid 60 gram [15]
SIN AAMI0057NL
Hoeveelheid 60 gram
Indicatie GHB
Goednummer PL0900-2018223569-2240656
SIN AAGH6867NL [16]
Hoeveelheid 1,58 gram
Indicatie amfetamine [17]
Rapport van NFI van 11 december 2018:
AAGH6867NL 1,58 gram bevat amfetamine [18]
Rapport van NFI van 29 januari 2019: [19]
AAMI0057NL monster blauwe vloeistof bevat GHB [20]
Proces-verbaal onderzoek verdovende middelen: [21]
Goednummer PL0900-2018223569-2350994
SIN AAM03534NL
Relatie met SIN AAM05060NL [22]
Hoeveelheid 4,31 gram
Indicatie MDMA
Goednummer PL0900-2018223569-2351014
SIN AAM03536NL
Relatie met SIN AAM05062NL
Hoeveelheid 2,15 gram
Indicatie MDMA [23]
Goednummer PL0900-2018223569-2308181
SIN AAM05061NL
Relatie met SIN AAM03533NL
Hoeveelheid 0,72 gram
Indicatie MDMA
Goednummer PL0900-2018223569-2350973
SIN AAM05059NL
Relatie met SIN AAM03535NL
Hoeveelheid 4,84 gr [24]
Indicatie MDMA
Rapport NFI van 27 februari 2019:
AAM03534NL 4,31 gram bevat MDMA [25]
Rapport NFI van 27 februari 2019:
AAM03536NL 2,15 gram bevat MDMA [26]
Rapport NFI van 26 februari 2019:
AAM03533NL 0,72 gram bevat MDMA [27]
Rapport NFI van 26 februari 2019:
AAM03535NL 4,84 gram bevat MDMA [28]
Feiten 2 en 3
Processen-verbaal van bevindingen:
Op 5 augustus 2018 werd binnengetreden op de [adres] te [woonplaats] voor een doorzoeking op grond van de Wet Wapens en Munitie. De onderstaande goederen werden in beslaggenomen [29] :
- munitie, 18 patronen van diverse kaliber. In doosje in houten kist in de woonkamer.
(waardezak A4286808)
- munitie, 3 patronen in gripzak. Aangetroffen op eettafel in de woonkamer.
(waardezak A4286447)
- een plastic doosje met 24 hagelpatronen Kettner 70 mm. Aangetroffen in een houten
kist in de woonkamer (waardezak F1930877). [30]
Proces-verbaal van bevindingen(doorzoeking berging):
Op 6 augustus 2018 werd binnengetreden in berging 55 voor doorzoeking op grond van de Wet Wapens en Munitie. Deze berging behoort bij de woning [adres] te [woonplaats] . [31]
Ik zag dat in de winkelkar een witte shopper lag waarin een zwarte dichtgeknoopte vuilniszak lag. Ik heb de zak opengemaakt en zag ik dat er vier vuurwapens in de zak zaten. Ik hoorde dat de medewerkers van de Forensische Opsporing de vier aangetroffen vuurwapens hebben meegenomen. [32]
Proces-verbaal van bevindingen sporenonderzoek: [33]
Ik hoorde van de collega [verbalisant 5] dat de vermoedelijke vuurwapens aangetroffen waren in vuilniszak. Deze vuilniszak zou zijn aangetroffen in een zogenaamde big shopper. De big shopper met inhoud was aangetroffen in een winkelwagen in de kelderbox. Ik zag op de vloer in de hal nabij de kelderbox de beschreven big shopper met zwarte vuilniszak. Ik zag in deze vuilniszak vier vermoedelijke vuurwapens. Ik zag dat de volgende op vuurwapen gelijkende voorwerpen in de vuilniszak zaten:
- Revolver, opschrift Olympic 6, houten heft (gasrevolver, SIN AALT3759NL)
- Revolver, zwart heft (gasrevolver, SIN AALT3761NL)
- Pistool, opschrift Walther P99 (veerdrukpistool, SN AALT3760NL) [34]
Proces-verbaal voor-categorisering:
SIN: AALT3759NL
Wapen: vuurwapen, gasrevolver, merk/model BBM Olympic 6, kaliber . 22 knal
Categorie: III sub I
SIN: AALT3761NL
Wapen: vuurwapen, gasrevolver, merk/model Umarex Smith & Wesson Grizzly, kaliber 9 mm R knal
Categorie: III sub I [35]
SIN AALT3760NL
Wapen: nabootsing vuurwapen, pistool, veerdrukpistool, merk/model Walther P99, kaliber 6 mm BB
Categorie I sub 7 [36]
Proces-verbaal voor-categorisering: [37]
Conform voor-categorisering
SIN AAJJ2502NL
Munitie: 23 hagelpatronen
Categorie: III
SIN AAJJ2500NL
Munitie 15 scherpe en 3 knalpatronen
Categorie III [38]

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
1.
in de periode van 2 augustus 2018 tot en met 6 augustus 2018 in Nederland, opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 15,35 gram amfetamine en 9,86 gram MDMA en 60 gram GHB, zijnde MDMA en amfetamine en GHB, middelen vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I;
2.
hij in de periode van 2 augustus 2018 tot en met 6 augustus 2018, te Woerden, meer wapens van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten:
- een gasrevolver (merk BBM Olympic 6, kaliber .22) en
- een gasrevolver (merk Umarex Smith & Wesson Grizzly, kaliber 9mm R)
en munitie van categorie III, te weten:
- 23 hagelpatronen en
- 15 scherpe patronen en
- 3 knalpatronen
voorhanden heeft gehad;
3.
in de periode van 2 augustus 2018 tot en met 6 augustus 2018 te Woerden,
- een wapen van categorie I onder 7 °, te weten een)nabootsing van een vuurwapen, te weten een gas-en/of veerdrukpistool, dat door zijn vorm, afmetingen en kleur een sprekende gelijkenis vertoonde met een vuurwapen te weten een Walther, model P99, kaliber 6mm BB, voorhanden heeft gehad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is. Het bewezen verklaarde levert volgens de wet de volgende strafbare feiten op:
1.
opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd;
2.
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III, meermalen gepleegd;
en
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, meermalen gepleegd;
3.
handelen in strijd met artikel 13, eerste lid, van de Wet wapens en munitie.

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte ter zake van het door de officier van justitie bewezen geachte te veroordelen tot een gevangenisstraf van 3 maanden, met aftrek van het voorarrest.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft aangevoerd dat rekening dient te worden gehouden met het overschrijden van de redelijke termijn. Daarnaast heeft de raadsvrouw verzocht om bij eventuele strafoplegging rekening te houden met de omstandigheid dat verdachte een eigen woning heeft en een lasopleiding volgt. Voorts heeft de raadsvrouw aangevoerd dat verdachte momenteel geen werk heeft en dat zijn bijstandsuitkering is gestopt. Ook heeft verdachte een huurachterstand opgelopen. De raadsvrouw heeft verzocht aan verdachte voor feit 1 een taakstraf en voor de feiten 2 en 3 geldboetes op te leggen en deze om te zetten in een taakstraf.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
De ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het voorhanden hebben van meerdere soorten harddrugs. Het is algemeen bekend dat harddrugs, mede vanwege de zeer verslavende werking ervan, schadelijk zijn voor de gezondheid van de gebruikers. Daarnaast is het gebruik ervan, onder andere door de daarmee gepaard gaande criminaliteit, bezwarend voor de samenleving.
Ook heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan het voorhanden hebben van twee gasrevolvers, meerdere soorten (waaronder scherpe) munitie en een nabootsing van een vuurwapen. Het behoeft geen betoog dat het voorhanden hebben van voornoemde goederen een onaanvaardbaar risico is voor de veiligheid van personen. Gelet op de gevaarzetting die van genoemde goederen uitgaat dient tegen het bezit daarvan streng te worden opgetreden.
De persoon van verdachte
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit het Justitieel Documentatieregister van 3 september 2020 betreffende verdachte, bestaande uit 19 pagina’s. Daaruit volgt dat verdachte vaker is veroordeeld in het kader van de Opiumwet en de Wet wapens en munitie. De rechtbank weegt dit in het nadeel van verdachte mee.
Artikel 63
De rechtbank houdt er bij het opleggen van de straf rekening mee dat verdachte na het plegen van het bewezenverklaarde op 3 juni 2020 door de politierechter in deze rechtbank is veroordeeld. De rechtbank heeft de voorschriften toegepast die gelden voor de situatie waarin verdachte een straf zou zijn opgelegd voor alle feiten tegelijk.
Uit het reclasseringsadvies van 5 april 2020, opgesteld door S. Loubani, blijkt zakelijk weergegeven het volgende:

De reclassering signaleert problemen op meerdere leefgebieden. Zo is er sprake van psychische problematiek, vermoedelijk problematisch middelengebruik, financiële problematiek en ontbreekt het betrokkene aan een structurele dagbesteding. Met betrekking tot zijn middelengebruik heeft hij geen hulpvraag hoewel zowel de reclassering als de psychiater van het Forensisch Fact wel zorgen hebben hierover. Gezien de gesignaleerde problematiek zou een reclasseringstoezicht met een klinische behandelverplichting van toegevoegde waarde kunnen zijn. Echter merkt de reclassering op dat de haalbaarheid van een dergelijk plan van aanpak als laag wordt ingeschat, gezien het feit dat betrokkene hier niet aan wil meewerken. Betrokkene heeft in het verleden eerder reclasseringstoezicht opgelegd gekregen waarbij deze als negatief was afgerond. De reden hiervan was dat betrokkene niet meewerkte aan de opgelegde ambulante behandeling en zich niet hield aan de gemaakte afspraken hierover. Tevens is gebleken dat betrokkene verdovende middelen blijft gebruiken en blijft recidiveren. Voorgaande in combinatie met een aanwezig recidiverisico maakt dat de reclassering van mening is dat een nieuw reclasseringstoezicht geen toegevoegde waarde zal hebben.
Ter terechtzitting heeft mevrouw M. van Asch, reclasseringswerker en toezichthouder van verdachte, haar bevindingen met betrekking tot het door haar uitgeoefende reclasseringstoezicht gegeven. Zij gaf aan dat het toezicht eerder is geretourneerd, omdat verdachte onvoldoende meewerkte aan de bijzondere voorwaarden. Zo werkte hij niet mee aan de ambulante behandeling bij het Forensisch Fact en kwam hij de meldplichtafspraken onvoldoende na. Verdachte heeft ADHD, maar zijn behandelend psychiater wil geen medicatie meer aan hem verstrekken, omdat daaraan volgens de psychiater teveel risico’s kleven. Van Asch schat het recidiverisico hoog in en adviseert een straf zonder bijzondere voorwaarden bij een veroordeling aan verdachte op te leggen. Verdachte heeft in het verleden taakstraffen gehad. De laatste is geretourneerd omdat verdachte de gemaakte afspraken niet nakwam.
Zij ziet daarom geen toegevoegde waarde in het opleggen van een taakstraf aan verdachte.
De straf
Gelet op de aard en ernst van de door verdachte gepleegde feiten, en op de door het LOVS opgestelde oriëntatiepunten, is de rechtbank van oordeel dat niet kan worden volstaan met een straf die geen vrijheidsbeneming met zich brengt. Voor het aanwezig hebben van (in totaal 87 gram) harddrugs wordt in de oriëntatiepunten uitgegaan van een taakstraf van 150 uren. Van het voorhanden hebben van twee gasrevolvers en een nagebootst wapen, (telkens) van een geldboete ter hoogte van € 550,-. Alleen al voor het voorhanden hebben van de scherpe patronen schrijven de oriëntatiepunten een boete van € 230,- als uitgangspunt voor. Nu verdachte geen inkomen heeft en schulden, hij in het verleden afspraken over een taakstraf niet is nagekomen, en uit zijn documentatie blijkt dat hij veelvuldig recidiveert, ziet de rechtbank als enige passende strafmodaliteit een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Zij zal een gevangenisstraf voor de duur van twee maanden opleggen. De rechtbank heeft bij de totstandkoming van de aan verdachte op te leggen straf reeds eenstrafkorting toegepast vanwege het overschrijden van de redelijke termijn.

9.BESLAG

9.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het in beslag genomen geldbedrag, de messen en de Dexamfetamine terug kunnen worden gegeven aan verdachte. De overige goederen op de beslaglijst dienen te worden vernietigd.
9.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft aangevoerd dat verdachte afstand doet van de in beslag genomen verboden wapens/munitie, drugs en medicatie, met uitzondering van de 88 pillen Dexamfetamine, het geldbedrag van € 180,30 en de messen. Verdachte heeft aangevuld dat hij alle goederen, welke niet verboden zijn, terug wenst te krijgen.
9.3
Het oordeel van de rechtbank
Verdachte heeft afstand gedaan van de verboden wapens, munitie, drugs en medicatie. Het geldbedrag, de messen en de Dexamfetamine kunnen worden teruggegeven aan verdachte.

10.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen 57 en 63 van het Wetboek van Strafrecht, de artikelen 2 en 10 van de Opiumwet en de artikelen 13 en 26 en 55 van de Wet Wapens en Munitie, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.

11.BESLISSING

De rechtbank:
bewezenverklaring
- verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
strafbaarheid
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
oplegging straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstraf van 2 (twee) maanden;
- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
voorlopige hechtenis
-heft op de schorsing van het bevel tot voorlopige hechtenis
Beslag
- Gelast de teruggave van het geldbedrag van € 180,30, de messen en de Dexamfetamine.
Dit vonnis is gewezen door mr. L.C. Michon, voorzitter, en mrs. J.A. Spee en B.M. Blom, rechters, in tegenwoordigheid van mr. J. Harskamp-Snoeren, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 18 januari 2021.
De griffier is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
1.
hij in of omstreeks de periode 2 augustus 2018 tot en met 6 augustus 2018 te Woerden, in elk geval in Nederland, opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 15,35 gram amfetamine, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine, en/of 9,86 gram MDMA, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA, en/of 60 gram GHB, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende GHB, zijnde MDMA en/of amfetamine en/of GHB (een) middel(en) vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I;
(art 2 ahf/ond C Opiumwet, art 10 lid 3 Opiumwet)
2.
hij in of omstreeks de periode 2 augustus 2018 tot en met 6 augustus 2018, te Woerden, althans in het arrondissement Midden-Nederland,
een of meer wapens van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten:
- een gasrevolver (merk BBM Olympic 6, kaliber .22) en/of
- een gasrevolver (merk Umarex Smith & Wesson Grizzly, kaliber 9mm R)
en/of munitie van categorie III, te weten:
- 23 hagelpatronen en/of
- 15 scherpe patronen en/of
- 3 knalpatronen
voorhanden heeft gehad;
(art 26 lid 1 WWM)
3.
hij in of omstreeks de periode 2 augustus 2018 tot en met 6 augustus 2018 te Woerden, althans in het arrondissement Midden-Nederland,
- ( een) wapen(s) van categorie I onder 7 ° , te weten (een) nabootsing(en) van
(een) vuurwapen, te weten een gas- en/of veerdrukpistool, dat/die door
zijn/hun vorm, afmetingen en kleur een sprekende gelijkenis vertoonde(n) met (een) vuurwapen(s) (te weten een Walther, model P99, kaliber 6mm BB), voorhanden heeft gehad;
(art 13 lid 1 WWM)

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van 18 februari 2019 met nummer PL0900-2019029328, opgemaakt door politie Midden-Nederland, doorgenummerde pagina’s 1 tot en met 276 en het proces-verbaal van 2 augustus 2018 met nummer PL0900-2018223569, opgemaakt door politie Midden-Nederland, doorgenummerde pagina’s 1 tot en met 173. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Het proces-verbaal van bevindingen van 11 februari 2019, pagina 10.
3.Het proces-verbaal van bevindingen van 11 februari 2019, pagina 11.
4.Het proces-verbaal van bevindingen van 6 augustus 2018, pagina 75.
5.Het proces-verbaal van bevindingen van 6 augustus 2018, pagina 76.
6.Een beslaglijst, opgenomen in het ‘Einddossier’ op de pagina voorafgaand aan doorgenummerde pagina 10.
7.Het proces-verbaal van verhoor medeverdachte [medeverdachte] , pagina 273.
8.Het proces-verbaal van verhoor medeverdachte [medeverdachte] , pagina 275.
9.Het proces-verbaal onderzoek verdovende middelen, pagina 130.
10.Het proces-verbaal onderzoek verdovende middelen, pagina 131.
11.Het proces-verbaal onderzoek verdovende middelen, pagina 132.
12.Het rapport Identificatie van veelvoorkomende drugs van 15 augustus 2018, pagina 134.
13.Het rapport Identificatie van veelvoorkomende drugs van 15 augustus 2018, pagina 135.
14.Het proces-verbaal onderzoek verdovende middelen, pagina 136.
15.Het proces-verbaal onderzoek verdovende middelen, pagina 137.
16.Het proces-verbaal onderzoek verdovende middelen, pagina 137.
17.Het proces-verbaal onderzoek verdovende middelen, pagina 138.
18.Het rapport NFiDENT van 11 december 2018, pagina 140.
19.Het rapport Identificatie van drugs en precursoren, pagina 142.
20.Het rapport Identificatie van drugs en precursoren, pagina 143.
21.Het proces-verbaal onderzoek verdovende middelen, pagina 145.
22.Het proces-verbaal onderzoek verdovende middelen, pagina 146.
23.Het proces-verbaal onderzoek verdovende middelen, pagina 148.
24.Het proces-verbaal onderzoek verdovende middelen, pagina 147.
25.Het rapport NFiDENT van 27 februari 2019, pagina 150
26.Het rapport NFiDENT van 27 februari 2019, pagina 151.
27.Het rapport NFiDENT van 26 februari 2019, pagina 152.
28.Het rapport NFiDENT van 26 februari 2019, pagina 153.
29.Het proces-verbaal van bevindingen van 6 augustus 2018, pagina 75.
30.Het proces-verbaal van bevindingen van 6 augustus 2018, pagina 76.
31.Het proces-verbaal van bevindingen, pagina 95.
32.Het proces-verbaal van bevindingen, pagina 96.
33.Het proces-verbaal Sporenonderzoek, pagina 164.
34.Het proces-verbaal Sporenonderzoek, pagina 165.
35.Het proces-verbaal voor-categorisering, pagina 170.
36.Het proces-verbaal voor-categorisering, pagina 171.
37.Het proces-verbaal van bevindingen, pagina 172.
38.Het proces-verbaal van bevindingen, pagina 175.