ECLI:NL:RBMNE:2021:1131
Rechtbank Midden-Nederland
- Mondelinge uitspraak
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep inzake zorgtoeslag door te late indiening
Op 5 maart 2021 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tussen een eiser en de Belastingdienst/Toeslagen. De zaak betreft een beroep dat te laat is ingediend tegen een besluit van de Belastingdienst over de zorgtoeslag voor het jaar 2016. Het primaire besluit, waarin de zorgtoeslag opnieuw is berekend en vastgesteld op € 0,-, werd op 10 maart 2017 genomen. Het bezwaar van de eiser tegen dit besluit werd op 12 juni 2017 ongegrond verklaard. Eiser heeft op 5 september 2019 opnieuw bezwaar ingesteld, maar dit werd door de Belastingdienst doorgestuurd naar de rechtbank als een beroep.
Tijdens de zitting op 5 maart 2021, die via Skype for Business plaatsvond, is eiser niet verschenen, terwijl de Belastingdienst zich liet vertegenwoordigen door een gemachtigde. De rechtbank heeft onmiddellijk na de zitting uitspraak gedaan en het beroep niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank overweegt dat volgens de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen (Awir) een beroepschrift binnen zes weken na de bekendmaking van het besluit moet worden ingediend. Aangezien het besluit op 12 juni 2017 bekend is gemaakt, had het beroepschrift uiterlijk op 24 juli 2017 ingediend moeten zijn. De rechtbank ontving het beroepschrift echter pas op 5 september 2019, wat te laat is. Eiser heeft geen geldige reden gegeven voor de late indiening, ondanks herhaaldelijke verzoeken daartoe.
De rechtbank concludeert dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling en dat het beroep niet inhoudelijk kan worden behandeld. De uitspraak is openbaar uitgesproken door rechter L.A. Banga, in aanwezigheid van griffier A. Wilpstra-Foppen.