ECLI:NL:RBMNE:2021:1138
Rechtbank Midden-Nederland
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van vorderingen inzake arbeidsomvang en loonbetaling in arbeidsovereenkomst
Op 18 maart 2021 heeft de kantonrechter M.J. Slootweg een mondelinge uitspraak gedaan in een arbeidsrechtelijke zaak tussen [eiseres] en de Stichting. [Eiseres] had de Stichting gedagvaard en vorderde een verklaring voor recht over de overeengekomen arbeidsomvang van 30,13 uur per week voor de periode van 1 januari 2020 tot en met 31 augustus 2020, alsook betaling van achterstallig loon en vakantiebijslag. De Stichting betwistte de vorderingen en stelde dat de gewerkte uren niet representatief waren voor de arbeidsovereenkomst.
Tijdens de mondelinge behandeling, die via Skype plaatsvond, heeft [eiseres] haar standpunt toegelicht, bijgestaan door haar gemachtigde mr. J.P. Volk. De Stichting werd vertegenwoordigd door de HR-manager ad interim en haar gemachtigde mr. B.K. van de Ven-Meier. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er geen overeenstemming was bereikt over de aanpassing van de arbeidsovereenkomst, en dat de gewerkte uren in de periode van oktober 2019 tot januari 2020 niet bepalend waren voor de omvang van de arbeidsovereenkomst.
De kantonrechter heeft de vorderingen van [eiseres] afgewezen en haar veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 746,00. De uitspraak is openbaar gedaan in aanwezigheid van de griffier. Deze zaak benadrukt het belang van duidelijke afspraken over de arbeidsomvang en de noodzaak om overeenstemming te bereiken over wijzigingen in de arbeidsovereenkomst.