In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 15 maart 2021 uitspraak gedaan over een beroep tegen een omgevingsvergunning die was verleend aan [A] voor het vergroten van het café Ledig Erf in Utrecht. Eiser, die bezwaar had gemaakt tegen de vergunning, stelde dat het bouwplan in strijd was met het bestemmingsplan, omdat het pand aan de [adres 2] de bestemming 'woonruimte' zou hebben. Eiser betoogde dat de vergunning zonder wijziging van het bestemmingsplan niet kon worden verleend en dat er sprake was van een privaatrechtelijke verhindering.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de omgevingsvergunning was verleend voor de activiteit 'bouwen' en dat de toetsing aan de weigeringsgronden van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) plaatsvond. De rechtbank concludeerde dat er geen strijd was met het bestemmingsplan, aangezien het bestemmingsplan 'Binnenstad' voor het pand aan de [adres 2] de bestemming 'Gemengd-2' toekent, waar horeca is toegestaan. De rechtbank oordeelde dat de streep op de plankaart, die door eiser als een belemmering werd gezien, geen betekenis had voor de vergunningverlening.
Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beroep ongegrond, omdat niet was gebleken dat het bouwplan niet voldeed aan de relevante wet- en regelgeving. De rechtbank benadrukte dat verweerder gebonden was aan de wet en de vergunning moest verlenen, omdat er geen van de weigeringsgronden van toepassing was. De uitspraak werd openbaar gedaan en partijen werden geïnformeerd over hun recht om in beroep te gaan bij de Raad van State.