Uitspraak
_
1.De procedure
2.Waar gaat deze zaak over?
en
de beslagkosten, rechtbank], te vermeerderen met de
3.De beoordeling
Hierbij is van belang dat [eiseres] naar eigen zeggen enige ervaring heeft als investeerder. Daarom kan worden aangenomen dat zij weet welke boekhoudkundige/financieel- economische informatie welke betekenis heeft en welke informatie zij als investeerder nodig heeft om haar contractspartij op financieel vlak te beoordelen.
€ 400.000,- in de overeenkomst van 21 december 2017, en € 550.000,- in de overeenkomst van 5 februari 2018, rechtbank] inclusief BTW, in eerste aanleg onderbouwd met facturen van debiteur Gemeente Zuidplas. Indien de gemeente Zuidplas het bedrag van de verpanding aan openstaande facturen niet dekt, worden alle overige openstaande debiteuren geacht dit bedrag te dekken. Pandgever zorgt er ten allen tijde voor dat de dekking op deze verpanding het bedrag van de verpanding dekt, hierna te noemen: ‘de (verpande) zaken’.’
hierop geen recht van vruchtgebruik of een retentierecht of een ander
allevorderingen van [bedrijf 1] beoogden. Hoewel niet helemaal duidelijk is wat wordt bedoeld met “een doorlopende vordering op debiteuren voor een bedrag van [
uiteindelijk, rechtbank] € 550.000”, volgt hieruit in ieder geval dat [eiseres] niet recht had op méér dan zoveel pandrechten op vorderingen als nodig is om een gezamenlijke nominale waarde van € 550.000,- te verpanden. Bovendien zou als uitgangspunt een vordering op Gemeente Zuidplas worden verpand, en zou het pandrecht alleen op de overige vorderingen rusten voor zover dat nodig zou zijn. Partijen gingen ervan uit dat op basis van deze bepalingen, na registratie van de pandakte, een rechtsgeldig en aan derden tegen te werpen stil pandrecht op de vordering van [bedrijf 1] op Gemeente Zuidplas én op overige vorderingen van [bedrijf 1] tot stand zou komen.
eerstepandrecht heeft gevestigd omdat (i) de vorderingen al waren verpand, (ii) [bedrijf 1] na februari 2018 vorderingen heeft gecedeerd aan derden en verpand ten gunste van derden (iii) [bedrijf 1] niet op tijd want pas in februari 2019 heeft zorggedragen voor registratie van de pandakte. Daarnaast lijkt [eiseres] aan te voeren (iv) dat [bedrijf 1] een onjuiste verklaring heeft afgegeven over de vraag of de vorderingen al waren verpand.
sic] dit zo heeft gedaan, geeft aan dat ze veel vertrouwen in de onderneming en ondernemer hebben, wat ook recht doet aan de ontwikkelingen.’
De tegenvorderingen
Buitengerechtelijke incassokosten
De beslagkosten
Proceskosten en nakosten
9.297,00