Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.a
eiser,
Inleiding
1 juli 2019) aan eiser gestuurd, waarin staat dat verweerder voornemens is een last onder dwangsom op te leggen om de geconstateerde overtreding te beëindigen. In deze brief heeft verweerder meegedeeld dat eiser het opleggen van de last kan voorkomen door binnen vier weken het bouwwerk uit eigen beweging te verwijderen en verwijderd te houden, dan wel door een volledig ontvankelijke vergunningsaanvraag in te dienen.
Overwegingen
Weliswaar zou met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, aanhef onder a, onder 2o van de Wabo in samenhang met artikel 4, derde lid, van bijlage II bij het Besluit omgevingsrecht (Bor) kunnen worden afgeweken van het bestemmingsplan, maar dat vindt verweerder niet wenselijk, omdat de bootlift in strijd is met de Ligplaatsenvisie Stichtse Vecht (de Ligplaatsenvisie).
“Bescherming dorpsgezichten en buitenplaatsen
De aantrekkelijkheid van de Vecht wordt deels gevormd door de historische bebouwing. Deze kennen specifieke bescherming. Bij de inrichting van ligplaatsen, halteplaatsen en voorzieningen is dit een belangrijke afweging. Ligplaatsen mogen de beeldkwaliteit niet negatief beïnvloeden.”
“Boatsavers en bootliften
Boat-savers en bootliften zijn ongewenst. Deze voorzieningen beperken de beeldkwaliteit en sluiten niet aan bij het historisch profiel. Hiervoor wordt geen toestemming gegeven.”
- meerdere boatsavers ( [adres 2] [plaats 1] , [adres 3] [plaats 2] , [adres 4] [plaats 2] );
- een verhoogde tuin ( [adres 5] [plaats 1] );
- een vlot ( [adres 6] [plaats 1] );