Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
gedetineerd in Justitieel Complex Zaanstad.
1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING
2.TENLASTELEGGING
3.VOORVRAGEN
4.WAARDERING VAN HET BEWIJS
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 24 maart 2020;
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal aangifte van 8 december 2020, genummerd PL0900- 2020398372-9 opgemaakt door politie Eenheid Midden-Nederland, doorgenummerde pagina’s 14 tot en met 15;
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 9 december 2020, genummerd PL0900- 2020398372-15 opgemaakt door politie Eenheid Midden-Nederland, doorgenummerde pagina’s 32 tot en met 33;
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 14 december 2020, genummerd PL0900- 2020398372-18 opgemaakt door politie Eenheid Midden-Nederland, doorgenummerde pagina’s 44 tot en met 45;
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van forensische opsporing van 16 december 2020, genummerd PL0900- 2020398372-21 opgemaakt door politie Eenheid Midden-Nederland, doorgenummerde pagina’s 47 tot en met 61.
5.BEWEZENVERKLARING
6.STRAFBAARHEID VAN HET FEIT
7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE
8.OPLEGGING VAN STRAF EN MAATREGEL
9.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN
10.BESLISSING
een gevangenisstraf van 121 (honderdeenentwintig) dagen;
terbeschikkingstellingvan verdachte en stelt daarbij als volgende
voorwaardenbetreffende het gedrag van de ter beschikking gestelde
:
- verdachte zich meldt op afspraken bij de reclassering. De reclassering bepaalt hoe vaak dat nodig is;
- draagt de reclassering op verdachte hulp en steun te verlenen bij de naleving van de voorwaarden;
- beveelt dat de terbeschikkingstelling met voorwaarden
teruggaveaan verdachte van de volgende voorwerpen:
Artikel art 157 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht, art 157 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht)