ECLI:NL:RBMNE:2021:1439
Rechtbank Midden-Nederland
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen besluit kinderopvangtoeslag en recht op toeslag voor eerdere maanden
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 1 april 2021 uitspraak gedaan in een beroep tegen een besluit van de Belastingdienst/Toeslagen inzake kinderopvangtoeslag. Eiseres had op 12 februari 2019 een aanvraag ingediend voor kinderopvangtoeslag met ingang van 1 november 2018 voor haar twee kinderen. De Belastingdienst had eerder, op 15 oktober 2020, een voorschot kinderopvangtoeslag verleend voor de periode van 1 november 2018 tot en met 24 november 2018. Eiseres stelde dat zij recht had op kinderopvangtoeslag vanaf 1 januari 2018 tot en met 25 november 2018, omdat zij in die periode gebruik had gemaakt van buitenschoolse opvang voor haar kinderen. De rechtbank oordeelde echter dat de aanvraag voor de periode vóór 1 november 2018 te laat was ingediend, aangezien de wet bepaalt dat kinderopvangtoeslag maximaal voor de drie maanden voorafgaand aan de aanvraag kan worden toegekend. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en oordeelde dat de door eiseres aangevoerde persoonlijke omstandigheden niet als bijzondere omstandigheden konden worden aangemerkt die aanleiding gaven om van terugvordering van de teveel ontvangen toeslag af te zien. De uitspraak werd gedaan door mr. M. Eversteijn, in aanwezigheid van griffier mr. M.M. van Luijk-Salomons.