In deze zaak, die voor de Rechtbank Midden-Nederland werd behandeld, vorderde Willem Jan Maurits van Andel, curator in het faillissement van een installatiebedrijf, betaling van onverschuldigde bedragen door AVZ B.V. De curator stelde dat AVZ onrechtmatig betalingen had ontvangen van het failliete bedrijf, terwijl het faillissement al in zicht was. De procedure begon met een dagvaarding op 2 januari 2020 en de mondelinge behandeling vond plaats op 11 februari 2021. De rechtbank oordeelde dat de betalingen aan AVZ onverschuldigd waren, omdat er geen werkzaamheden tegenover stonden. De rechtbank concludeerde dat AVZ aansprakelijk was voor de schade die de gezamenlijke crediteuren van het failliete bedrijf hadden geleden. De rechtbank veroordeelde AVZ tot betaling van € 75.933,13 aan de curator, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum van faillissement. Daarnaast werd AVZ veroordeeld in de proceskosten van de curator. De uitspraak werd gedaan op 14 april 2021.