ECLI:NL:RBMNE:2021:154
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen besluit CBR over rijgeschiktheid voor grootrijbewijs na motorongeluk
In deze zaak heeft de rechtbank Midden-Nederland op 15 januari 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en de algemeen directeur van het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR). Eiser, die in 1986 een motorongeluk heeft gehad waardoor zijn rechterarm volledig verlamd is geraakt, was in het bezit van rijbewijzen voor categorieën A, B, en C. Na een gezondheidsverklaring voor het verlengen van zijn rijbewijs voor de categorieën C, CE, D en DE, heeft het CBR eiser niet rijgeschikt geacht voor rijbewijzen van groep 2, maar wel voor groep 1. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld, omdat hij het niet eens was met de beslissing van het CBR, die volgens hem onzorgvuldig was genomen en hem onterecht in zijn belangen schaadde. De rechtbank heeft het deskundigenadvies van het CBR, dat eiser niet in staat was om met twee handen te sturen, als zorgvuldige basis voor de beslissing geaccepteerd. De rechtbank oordeelde dat er geen ruimte was voor een belangenafweging, omdat de regelgeving dit niet toestond. Eiser's verzoek om schadevergoeding werd afgewezen, omdat het bestreden besluit niet onrechtmatig was. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en wees het verzoek om schadevergoeding af.