ECLI:NL:RBMNE:2021:1544

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
10 maart 2021
Publicatiedatum
16 april 2021
Zaaknummer
UTR 21/975
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verwijzingsbeslissing inzake openbaarmaking rapport over mesh implants voor behandeling van bekkenbodemproblemen

Op 10 maart 2021 heeft de Rechtbank Midden-Nederland een verwijzingsbeslissing genomen in de zaak tussen Johnson&Johnson Medical B.V. en de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Deze beslissing volgde op een bezwaar van verzoekster tegen een besluit van de verweerder, dat op 22 februari 2021 was genomen. Dit besluit betrof de actieve openbaarmaking van een rapport over 'Mesh implants intended to treat patients with pelvic organ prolapse', waarin een marktonderzoek en de kwaliteit van technische documentatie aan de orde kwamen.

Verzoekster, Johnson&Johnson Medical B.V., heeft bezwaar gemaakt tegen het besluit van de Minister en een verzoek om een voorlopige voorziening ingediend bij de voorzieningenrechter van de rechtbank Midden-Nederland. De rechtbank constateerde echter dat er bij de rechtbank Den Haag door verschillende verzoekers ook verzoeken tot het treffen van een voorlopige voorziening waren ingediend, die betrekking hadden op hetzelfde besluit. Gezien de omstandigheden oordeelde de rechtbank dat het wenselijk was om de behandeling van deze zaken over te dragen aan de voorzieningenrechter van de rechtbank Den Haag.

De rechtbank heeft daarom besloten om de zaak te verwijzen naar de rechtbank Den Haag, waarbij de beslissing op 10 maart 2021 werd gegeven door rechter M.P. Glerum, in aanwezigheid van griffier A.M. Slierendrecht. Het is belangrijk op te merken dat tegen deze tussenbeslissing niet eerder hoger beroep kan worden ingesteld dan tegelijk met het hoger beroep tegen de einduitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 21/975
beslissing van 10 maart 2021 op grond van artikel 8:13, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in de zaak tussen

Johnson&Johnson Medical B.V ., te Amersfoort , verzoekster

(gemachtigde: mr. K. van Lessen Kloeke),
en

de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, verweerder.

Procesverloop

Bij besluit van 22 februari 2021 heeft verweerder beslist tot actieve openbaarmaking van het rapport
‘Mesh implants intended to treat patients with pelvic organ prolapse. Market survey and quality of technical documentation’.
Verzoekster heeft tegen dit besluit bezwaar gemaakt en een verzoek om een voorlopige voorziening ingediend bij de voorzieningenrechter van de rechtbank Midden-Nederland.

Overwegingen

De rechtbank stelt vast dat bij de rechtbank Den Haag door verschillende verzoekers verzoeken tot het treffen van een voorlopige voorziening zijn ingediend, die zien op het besluit. De rechtbank is van oordeel dat behandeling van de zaken door de voorzieningenrechter van de rechtbank Den Haag daarom gewenst is.

Beslissing

De rechtbank verwijst de zaak naar de rechtbank Den Haag.
Aldus gegeven op 10 maart 2021 door mr. M.P. Glerum, rechter, in tegenwoordigheid van mr. A.M. Slierendrecht, griffier.
griffier rechter
Afschrift verzonden op:

Rechtsmiddel:

Tegen deze tussenbeslissing kan niet eerder hoger beroep worden ingesteld dan tegelijk met het hoger beroep tegen de einduitspraak.