ECLI:NL:RBMNE:2021:1993

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
21 april 2021
Publicatiedatum
12 mei 2021
Zaaknummer
C/16/519516 / FV RK 21-601
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing zorgmachtiging wegens ontbreken doelmatigheid en evenredigheid bij behandeling autismespectrumstoornis

In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 21 april 2021 uitspraak gedaan over een verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging, ingediend door de officier van justitie. Het verzoek was gericht op het verlenen van verplichte zorg aan een betrokkene, geboren in 1968, die lijdt aan een autismespectrumstoornis. De rechtbank heeft de mondelinge behandeling via Skype gehouden, waarbij verschillende deskundigen en de betrokkene zelf zijn gehoord. De advocaat van de betrokkene heeft verzocht om afwijzing van het verzoek, stellende dat er slechts een vermoeden van een stoornis bestaat en dat de zorgmachtiging niet bedoeld is om een diagnose vast te stellen. De behandelend psychiater en een onafhankelijk psychiater hebben aangegeven dat een zorgmachtiging kan helpen bij het stellen van een diagnose, maar de rechtbank heeft geconcludeerd dat er onvoldoende bewijs is dat verplichte zorg effectief en evenredig zou zijn. De rechtbank heeft de zorgen van het Leger des Heils, waar de betrokkene verblijft, erkend, maar oordeelt dat de zorgmachtiging niet kan worden verleend zonder een duidelijke diagnose en effectieve zorgmogelijkheden. De rechtbank heeft het verzoek tot zorgmachtiging afgewezen, met de overweging dat een autismespectrumstoornis niet met medicatie behandeld kan worden en dat gedwongen opname niet effectief zou zijn.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Familierecht
Locatie Utrecht
Zaaknummer: C/16/519516 / FV RK 21-601
Externe referentie: [externe referentie]
Machtiging tot verlenen van verplichte zorg
Beschikking van 21 april 2021, naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedatum] 1968 te [geboorteplaats] ,
wonende en verblijvende te [plaatsnaam] ,
hierna: betrokkene,
advocaat: mr. V.C.Th. van 't Westende Meeder.

1.Procesverloop

1.1.
Voor het eerdere procesverloop verwijst de rechtbank naar de tussenbeschikking van 15 april 2021, waarbij de rechtbank de beslissing op het verzoek heeft aangehouden.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek is voortgezet op 21 april 2021. Vanwege de Coronamaatregelen heeft de mondelinge behandeling via Skype plaatsgevonden, conform de Algemene Regeling Zaaksbehandeling Rechtspraak.
1.3.
Daarbij heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door mr. V.C.Th. van 't Westende Meeder;
- de heer [A] , behandelend psychiater;
- mevrouw [B] , onafhankelijk psychiater;
- mevrouw [C] , [functie 1] bij [.] van het Leger des Heils.
Tevens was aanwezig, de heer [D] , [functie 2] vanuit het Leger des Heils ( [.] ).
De behandelend psychiater en de onafhankelijk psychiater bevonden zich in afzonderlijke ruimtes. De overige personen bevonden zich in dezelfde ruimte. De rechter en de griffier bevonden zich in het gerechtsgebouw van de rechtbank Midden-Nederland te Utrecht.
1.4.
De officier van justitie heeft van tevoren laten weten dat hij niet voornemens is bij de
mondelinge behandeling te verschijnen.
1.5.
De rechtbank heeft na de mondelinge behandeling direct uitspraak gedaan.

2.Beoordeling

2.1.
Het verzoekschrift is opgemaakt naar aanleiding van de aanvraag van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Woerden. In het verzoekschrift is, op grond van het zorgplan en het advies van de geneesheer-directeur, verzocht om aan betrokkene de volgende vormen van verplichte zorg als bedoeld in artikel 3:2 Wvggz te mogen verlenen. Het gaat om:
a. toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
b. beperken van de bewegingsvrijheid;
h. aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
j. opnemen in een accommodatie.
De officier verzoekt deze vormen van verplichte zorg voor de duur van zes maanden. In het verzoek is vermeld dat verplichte zorg in de vorm van
aen
hook ambulant wordt toegepast. Het gaat dan onder meer om het volgende: het gebruik van medicatie volgens voorschrift en het nakomen van afspraken met behandelaren. De overige vormen van verplichte zorg zullen alleen klinisch worden toegepast.
2.2.
De advocaat van betrokkene heeft geconcludeerd tot afwijzing van het verzoek. De advocaat voert hiertoe aan dat slechts een vermoeden bestaat dat betrokkene lijdt aan een autismespectrumstoornis, maar dat de diagnose niet is vastgesteld. Een zorgmachtiging is alleen bedoeld als uiterst redmiddel en kan niet alleen worden gebruikt om een diagnose vast te stellen. Verder is gebleken dat de hulpvraag van betrokkene vooral betrekking heeft op zaken die geregeld moeten worden op maatschappelijk en financieel gebied, waaronder het toegewezen krijgen van een woning. Ook daarvoor is een zorgmachtiging volgens de advocaat niet bedoeld. In dit verband zou eerst naar andere mogelijkheden gekeken moeten worden, zoals het instellen van bewind en mentorschap.
2.3.
De behandelend psychiater en de onafhankelijk psychiater hebben aangegeven de zorgmachtiging gebruikt zou kunnen worden om tot een betere diagnose te komen. Zij geven hierbij aan dat een diagnose helpend kan zijn om de juiste zorg voor betrokkene te organiseren en toegang te krijgen tot de juiste hulpverlening. Verder hebben beiden te kennen gegeven dat de behandelmogelijkheden in het kader van een zorgmachtiging beperkt zijn, als blijkt dat er inderdaad sprake is van een autismespectrumstoornis.
2.4.
De [functie 1] van [.] van het Leger des Heils heeft verteld dat betrokkene bij [.] verblijft. Dat is een tijdelijke woonvoorziening voor mensen die vastlopen. De medewerkers merken dat het betrokkene vaak niet lukt om zaken geregeld te krijgen. Dat betreft bijvoorbeeld een uitkering en dergelijke. Ook zijn er problemen in het contact met medebewoners. Betrokkene verblijft al langer dan gebruikelijk bij [.] en heeft ook een grote huurachterstand. Betrokkene kan waarschijnlijk niet veel langer bij [.] blijven. De [functie 1] ziet de zorgmachtiging als een manier om te voorkomen dat betrokkene weer op straat belandt.
2.5.
De rechtbank zal het verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging afwijzen hoe zeer de rechtbank de zorgen van het Leger des Heils ook begrijpt. De rechtbank overweegt daarbij dat in discussie is of er sprake is van een stoornis. De rechtbank komt tot de conclusie dat als vast zou komen te staan dat er sprake zou zijn van een autismespectrum stoornis, onvoldoende gebleken is welke vormen van verplichte zorg effectief en evenredig ingezet zouden kunnen worden. Een autismespectrum stoornis kan immers niet met medicatie behandeld worden en het is zeer de vraag of een gedwongen opname effectief en evenredig zal zijn.

3.Beslissing

De rechtbank wijst het verzoek af.
Deze beschikking is op 21 april 2021 mondeling gegeven door mr. E.A.A. van Kalveen, rechter en in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van mr. S.H.M. de Louw als griffier, en op 29 april 2021 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.