ECLI:NL:RBMNE:2021:2206
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing urgentieaanvraag voor woonruimte op medische en sociale gronden
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 18 mei 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, een alleenstaande moeder, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Almere. Eiseres had een urgentieaanvraag ingediend voor een grotere woonruimte op medische gronden, omdat zij en haar vier kinderen in een onhoudbare woonsituatie verkeerden. De aanvraag werd echter afgewezen door verweerder, die stelde dat eiseres niet voldeed aan de voorwaarden van de Huisvestingsverordening en niet voldoende had gedaan om haar woonprobleem op te lossen. Eiseres ging in beroep tegen deze beslissing.
De rechtbank oordeelde dat eiseres wel degelijk procesbelang had, omdat haar dochter in een pleeggezin verbleef en zij hoopte dat zij weer bij haar zou kunnen wonen. Desondanks concludeerde de rechtbank dat de afwijzing van de urgentieaanvraag terecht was. Verweerder had voldoende redenen om te stellen dat eiseres niet aan de voorwaarden voldeed en dat er geen dringende medische of sociale redenen waren die een urgentieverklaring rechtvaardigden. De rechtbank vond dat de situatie van eiseres niet substantieel verschilde van die van andere woningzoekenden en dat er onvoldoende bewijs was dat de huidige woonsituatie schadelijk was voor de ontwikkeling van de kinderen.
De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en veroordeelde verweerder tot betaling van de proceskosten van eiseres, die op € 1.068,- werden vastgesteld. De uitspraak benadrukt het belang van het voldoen aan de voorwaarden van de Huisvestingsverordening en de rol van de rechtbank in het waarborgen van een eerlijke behandeling van woningzoekenden.