Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
HASKONINGDHV NEDERLAND B.V.
1.De procedure
- de door Arcadis aan ProRail betekende dagvaarding
- de akte overlegging producties (1 tot en met 7) van Arcadis
- de incidentele conclusie tot tussenkomst, subsidiair voeging met producties van
2.Inleiding
3.Waar gaat het kort geding precies over?
Arcadis is daarbij als zesde geëindigd, wat betekent dat zij (net) niet in aanmerking komt voor een raamovereenkomst. HaskoningDHV is als vijfde geëindigd en behoort daarmee wel tot één van de vijf winnaars van de aanbesteding.
- primair, de opdracht (mede) aan Arcadis te gunnen
- subsidiair, alle inschrijvingen opnieuw door een nieuw samen te stellen
beoordelingscommissie te laten beoordelen en op basis daarvan een nieuwe voorlopige
gunningsbeslissing te nemen
- meer subsidiair, de opdracht opnieuw aan te besteden, voor zover ProRail de opdracht nog
in de markt wil zetten.
4.De beoordeling
Deze paragraaf moet worden gelezen in relatie met wat in 2.3.1. en 2.3.2. van de Aanvullingen op de aanbestedingsleidraad is bepaald.
De mate waarin de aangeboden maatregelen en prestaties bijdragen aan de doelstelling’.
De aangeboden meerwaardelijst/aandachtspunten moeten maximaal tegemoetkomen aan de doelstelling en dient SMART geformuleerd zijn. Hoe meer de maatregelen SMART zijn omschreven waarbij aangetoond wordt dat de doelstelling wordt bereikt, hoe beter dit kan worden gewaardeerd.
(Goed)
Gelet op de vooraf bekend gemaakte beoordelingsmethodiek moet één van deze aandachtspunten door (de beoordelingscommissie van) ProRail als SMART uitgewerkt zijn beoordeeld. Immers, de waardering “matig” wordt gelet op die beoordelingsmethodiek alleen toegekend als:
- de maatregel(en) en prestaties op matige wijze bijdragen aan de geformuleerde
doelstelling, en
Uit de (motivering van de) voorlopige gunningsbeslissing volgt niet welk aandachtspunt,
7 of 8, met SMART is beoordeeld.
4.5. Dit, door ProRail en HaskoningDHV gemotiveerd betwiste, standpunt van Arcadis gaat niet op. De voorzieningenrechter zal hierna uitleggen waarom.
beoordelingscommissie positief gewaardeerd
verduurzamen. Het voor ieder materiaal een duurzamer alternatief of hergebruikoptie
voorstellen, is bijvoorbeeld heel concreet. Dit beoordeelt de beoordelingscommissie met
een goed
duurzaamheidsmoment bij aanvang van ieder intern en extern overleg ziet de
beoordelingscommissie als toegevoegde waarde. De beoordelingscommissie is van
mening dat het energie en discipline vraagt om het duurzaamheidsmoment bij ieder intern
en extern overleg plaats te laten vinden en vraagt zich hiertoe af of dit realistisch is. Dit
maakt de uitwerking van dit criterium in mindere mate SMART. (...)
Wij zijn toonaangevend op het gebied van duurzaamheid, circulariteit en digitaliseringen investeren om frontrunner te blijven.” Onduidelijk is waaruit blijkt dat de inschrijver
toonaangevend is op de genoemde thema’s en hoe dit bijdraagt aan de
duurzaamheidsdoelstellingen van ProRail (…). Dit maakt de uitwerking van dit criterium
in mindere mate SMART. De beoordelingscommissie had dit onderwerp graag uitgewerkt
gezien waardoor het met een matig beoordeeld is.
Ons team heeft dit in het DNA en zet dit nadrukkelijk in.” Het is niet omschreven waaruit
dit blijkt en op welke wijze de inschrijver dit aantoonbaar ingezet zodat dit bijdraagt aan
de duurzaamheidsdoelstellingen van ProRail. De beoordelingscommissie had dit
onderwerp graag uitgewerkt gezien waardoor het met een matig beoordeeld is.
▪ De inschrijver heeft de bewering “
100% klimaatneutraal te zijn”. Het wordt in mindere
mate SMART omschreven waaruit blijkt dat dit effectief bijdraagt aan de
duurzaamheidsdoelstellingen van ProRail. De beoordelingscommissie had dit onderwerp
graag uitgewerkt gezien waardoor het met een matig beoordeeld is.
duurzaamheidsbesef, -resultaat, -verbreding en -efficiëntie” binnen alle ProRail projecten te realiseren, doordat zij “
Uw doelen op geijktemomenten op het netvlies van betrokkenen zetten”. Het is niet SMART omschreven hoe de
inschrijver deze doelen op scherp zet en welke geijkte momenten zij ziet waardoor dit
bijdraagt aan bovengenoemde effectiviteit 2. De beoordelingscommissie had deze
maatregel graag uitgewerkt gezien.
bepalen van duurzaamheidskansen. De beoordelingscommissie had dit onderwerp graag
uitgewerkt gezien waardoor het met een matig beoordeeld is.
herbruikbaarheid van materialen (M2)
mogelijkheden in kaart brengt middels de Duurzaam GWVW-checklist (M3) en dat een
locatiebezoek en ontmoetingsgesprek wordt ingericht wordt als meerwaarde beoordeeld. Evenals
dat er een integrale duurzaamheidsbenadering in het ontwerpproces wordt gehanteerd.
werk gaat in haar eigen processen. Het niet SMART beschrijven hoe de inschrijver zelf ingericht
is om haar eigen werkzaamheden op duurzaamheid te evalueren, maakt dat dit met matig wordt
beoordeeld.
Gegarandeerde realisatie vastgestelde duurzaamheidsdoelen”. De inschrijver geeft aan dat er
keuzes en kansen worden afgewogen. Hoewel er gegarandeerd wordt dat de doelen behaald
worden, is het de beoordelingscommissie onduidelijk hoe en op grond waarvan de inschrijver dit
kan garanderen en op welke wijze de duurzaamheidsstellingen dan aantoonbaar en effectief gehaald
worden. De beoordelingscommissie had dit onderwerp graag uitgewerkt gezien waardoor het met
een matig is beoordeeld.
▪ De inschrijver heeft bij kansen in producten en diensten geen aandacht besteed aan acceptatie door
stakeholders (intern en extrern). De beoordelingscommissie had dit onderwerp graag uitgewerkt
gezien waardoor het met een matig beoordeeld is.
U inzicht in duurzaamheid verschaffen met een bewezen digitale aanpak”.
Het is de beoordelingscommissie onduidelijk hoe en waar deze aanpak bewezen is en op welke
wijze inzicht in duurzaamheid, aantoonbaar bijdraagt aan de duurzaamheidsdoelstellingen van
ProRail. De beoordelingscommissie had dit onderwerp graag uitgewerkt gezien waardoor het met
een matig is beoordeeld.
▪ Wat door de beoordelingscommissie onderbelicht wordt bevonden is hoe de inschrijver de
onderbouwing en toepassing van diverse tools en maatregelen hanteert, het blijft bij “melding
maken van”. Het is onduidelijk op welke wijze deze tools in het inzicht in duurzaamheid
aantoonbaar bijdraagt aan de duurzaamheidsdoelstellingen van ProRail. De beoordelingscommissie
had dit onderwerp graag uitgewerkt gezien waardoor het met een matig is beoordeeld.
Bij aandachtspunt 7 zijn acht onderwerpen (drie achter een “vinkje” en vijf achter
“een vierkantje”) en bij aandachtspunt 8 zijn zeven onderwerpen (twee achter een “vinkje” en vijf achter “een vierkantje”) besproken. ProRail heeft tijdens de mondelinge behandeling verklaard dat het “vinkje” en “vierkantje” uit praktische overwegingen zijn gebruikt en dat daaraan geen bijzondere betekenis toekomt.
in mindere mate”SMART is uitgewerkt en bij één onderwerp dat het “
niet” SMART is uitgewerkt.
Bij aandachtspunt 8 staat slechts bij één van de zeven onderwerpen iets vermeld over de mate waarop het SMART is uitgewerkt, namelijk dat het “
niet” SMART is uitgewerkt.
Uit deze motivering zou eerder, zoals HaskoningDHV ook aanvoert, kunnen worden opgemaakt dat beide aandachtspunten door de beoordelingscommissie “
niet” als SMART uitgewerkt zijn aangemerkt, maar dat wordt door ProRail betwist.
Arcadis geeft ter illustratie van deze stelling het volgende voorbeeld. Als er door de inschrijver vijf maatregelen worden aangeboden, waarvan ProRail vindt dat er drie uitmuntend bijdragen aan de doelstelling en twee geen meerwaarde hebben, dan moet de inschrijving op basis van de drie uitmuntende maatregelen de score uitmuntend krijgen en moet er niet een totaalscore worden gegeven voor alle aangeboden maatregelen.
die volgens haar meerwaarde hebben, laat of mag laten meetellen voor de score. De behoorlijk geïnformeerde en oplettende inschrijver heeft op basis van de aanbestedingsstukken dit niet zo kunnen begrijpen. In 2.5.5 van de Aanvullingen op de aanbestedingsleidraad is vermeld dat de scores voor het gunningscriterium kwaliteit worden beoordeeld op basis van het volgende criterium:
De mate waarin de aangeboden maatregelen en prestaties bijdragen aan de doelstelling”.
Dat dit het geval is geweest volgt volgens Arcadis uit de zienswijze van het KMP die is te kennen uit beslissing op de klacht van Arcadis, waarin het volgende is vermeld:
2.130 jo. 3.75 Aanbestedingswet heeft meegenomen in haar motivering.”
geenVTW’s binnen haar invloed gedurende de deelopdracht zal hebben. De beoordelingscommissie heeft daarom bij de beoordeling van de inschrijving wel gewicht kunnen toekennen aan de mate waarin het aantal VTW’s volgens de inschrijving zou worden beperkt.
Reductie van aantal VTW’s gedurende de deelopdracht” heeft gewijzigd in “
Geen VTW’s binnen onze invloed gedurende de deelopdracht”. De beoordeling van dit standpunt kan echter in het midden worden gelaten, omdat, zoals hierna nog zal blijken, alle bezwaren van Arcadis worden verworpen en haar vorderingen zullen worden afgewezen.
5.De beslissing
mr. A.F. Hermans, voorzieningenrechter, in de aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 11 juni 2021. [1]