ECLI:NL:RBMNE:2021:2482

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
9 juni 2021
Publicatiedatum
14 juni 2021
Zaaknummer
8715895 MC EXPL 20-5737 BmR/842
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Terugbetaling van huurkosten door camping aan reisorganisatie wegens overmacht door coronamaatregelen

In deze zaak vorderde een reisorganisatie, gevestigd in Servië, terugbetaling van huurkosten voor chalets die gereserveerd waren voor 126 buitenlandse studenten op een camping in Nederland. De reservering was gedaan voor 18 en 19 april 2020, maar door de coronamaatregelen kon de reis niet doorgaan. De camping weigerde terugbetaling, stellende dat zij de reservering had kunnen nakomen. De kantonrechter oordeelde dat de camping niet volledig kon nakomen door de overheidsmaatregelen, waardoor sprake was van overmacht. De rechter stelde vast dat de reisorganisatie de overeenkomst had ontbonden en dat de camping gehouden was tot terugbetaling van een deel van de kosten. De kantonrechter oordeelde dat de reisorganisatie recht had op terugbetaling van 50% van de huurkosten en de kosten voor linnengoed, omdat de camping niet in staat was om de reservering volledig na te komen. De rechter wees de vordering tot terugbetaling van buitengerechtelijke incassokosten af, omdat er geen ruimte was voor schadevergoeding bij overmacht. De proceskosten werden gecompenseerd, zodat elke partij de eigen kosten droeg.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Civiel recht
kantonrechter
locatie Almere
zaaknummer: 8715895 MC EXPL 20-5737 BmR/842
Vonnis van 9 juni 2021
inzake
de rechtspersoon naar buitenlands recht
[eiseres],
gevestigd te [vestigingsplaats 1] (Servië),
verder ook te noemen [eiseres] ,
eisende partij,
gemachtigde: All-Round Incasso,
A.H. Kijl,
tegen:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[gedaagde] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats 2] ,
verder ook te noemen [gedaagde] ,
gedaagde partij,
gemachtigde: mr. M.C.J. Freijters.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding - de conclusie van antwoord - de conclusie van repliek- het tussenvonnis van 3 februari 2021 - de brief van 23 februari 2021 aan de zijde van [eiseres] .
1.2.
Op 27 mei 2021 heeft een comparitie van partijen plaatsgevonden. Door de griffier zijn zittingsaantekeningen gemaakt.
1.3.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[eiseres] is een internationaal opererend reisbureau met hoofdvestiging in [vestigingsplaats 1] , Servië.
2.2.
[gedaagde] is eigenaar van de [naam camping] te [plaatsnaam] .
2.3.
Tussen partijen is een overeenkomst tot stand gekomen, waarbij [eiseres] ten behoeve van 126 studenten voor de periode van 17 tot 19 april 2020 21 Chalets [.] heeft gehuurd op de [naam camping] te [plaatsnaam] .
2.4.
[eiseres] heeft aan [gedaagde] op 3 december 2019 een bedrag voldaan van € 4.292,50 en op 21 februari 2020 een bedrag van € 3.693,50.
2.5.
[gedaagde] heeft op 26 februari 2020 aan [eiseres] gefactureerd:
21 deposit (refund by bank transfer) € 1.050,00
126 Bed Linen package € 945,00
126 deposit bed linen € 945,00
2 nights 126 tourist tax € 630,00
2 nights 21 Chalet [.] (3 bedrooms, max 6 pers) € 4.200,00
2 night 3 Coach € 210,00
1. reservation costs
€ 6,00
Kosten € 7.986,00
Betaald
€ 7.986,00
Openstaand bedrag € 0,00
2.6.
Op 11 maart 2020 verstuurt [eiseres] een e-mail aan [naam camping] :
“Unfortunately I writing You about main topic these weeks, COVID 19, from day to day, the situation is worse and worse, accordingly, till yesterday we had normal activities to continue with preparation for our planning trip in April…
But now, as the matter of fact we have a lot of problems due to prohibition to travel to italyand some other European countries, since there is a lot of restrictions to travel trough out Europe and our route for this BIG group starts and geos to different cities, as follows:
SKOPJE – WIEN –PRAGUE– AMSTERDAM –PARIS – MILANO – COTE D AZURBARCELONA – CRUISE – ROME – VENICE
All these cities marked in RED are dangerous for travelling and having restrictions.
So far, yesterday Italy published 100% quarantine of the country and also Croatie, Serbia, Austria, Switzerland, Germany have published that anyone who was in RED zone will not be able to travel back to their counties without 14 days quarantine.
I hope that You understand our situation and that in case of full cancelation, You will be able to refund paid amount.”
2.7.
[naam camping] schreef op 11 maart 2020 als antwoord het volgende:
Thank you for your mail, for now we have very little problems with the Corona virus.
We don’t have any special regulations due to the Coronavirus.
Should you want to cancel or change your booking, our normal cancelation conditions will. apply.
You can find these on our website:
[..]
2.8.
Partijen corresponderen veelvuldig nadien per e-mail, waarbij [eiseres] uiteindelijk meerdere malen terugbetaling verlangt van hetgeen door haar is voldaan en [naam camping] slechts verwijst naar haar annuleringscondities.
[eiseres] schrijft op 18 maart 2021 om 9.03 uur het volgende:
How is situation in Holland, You still have “very little problem” or problem became serious?
Our country declare State of emergency, with lot of restriction for people moving, including travelin/out of country.
Since yesterday EU banned all travelers from outside EU for 30 days (find link below), do You maybe have suggestion with alternative plan how to reach Amsterdam, 1 am afraid we should not even try, under this conditions. [...]
As You probably now, all other countries around, put restriction for foreign citizens about crossing borders, there is no option to travel around...
We tried to offer our clients for paid amounts, vouchers (credit note) to use till end of 2021, when situation hopefully calm down, but this does not work, due clients demanding total refunds, and according low here, we have to do this.
According this circumstances, about global Pandemic, where is almost all Europe under restrictions of people moving, You are kindly requested to proceed with refunds. Please find enclosed bankdetails of [eiseres] , where You can find instructions for payment.
[eiseres] schrijft op 18 maart 2021 om 9.39 uur het volgende:
My mail was clear, cancellation is an option, only in case of total refunds from You, otherwise we will keep our reservation.
Seems to me, and according regulations that will be Your obligatory for total refund.
[eiseres] schrijft op 19 maart om 23.51 uur het volgende:
As You know, Your country have declared also State of emergency regarding Corona virus. Your schools are closed and a Lot of regions are infected. So far, borders of EU are closed and our group can’t arrive to Holland by any means of transport. In our country is also state of emergency and police curfew with closed land borders and all airports.
We understand Your position as well so in order to avoid legal fights on the court regarding penalties that You want to charge us in case of FORCE MAJEUR (which is impossible) or possible paying lawyers and court taxes for both sides we suggest You following solution.
We suggest You to approve us CREDIT NOTE instead of immediate refund of cca 8000€ that we have paid to You (accomodation, bed linens, city taxes, deposit, parking).
With this credit note we accept to use following deposit within 12 months for season 2020/21. when we reconfirm 1 term with same prices like we had for 17- 19.April 2020.
On this way we will support You with our deposit until solution with Corona virus calm down, and other hand we’ll give possibility to our clients to use this accomodation when borders are open and when its possible to travel on normal way.
[naam camping] antwoord op 20 maart 2020 om 8.50 uur met het volgende:
Thank you for your mail but we have explained our cancellation conditions already multiple times.
We have no exceptions to these conditions. You have sent us already multiple unpleasant and threatening emails, we are done. We are awaiting contact from your legal department.
[eiseres] schrijft op 21 maart 2021 om 13.23 uur het volgende:
Your government have forbidden entry to everyone outside of EU to Netherland starting from 19.March till the end of April.
[....]
Please, refund us back our payment for group reservation 17-19.Aprit as we can’t arrive to
Amsterdam due to restrictions imposed officially from Dutch government.
Op 23 maart 2020 om 9.01 uur schrijft [naam camping] het volgende:
Thank you for your mail, we still have your reservation in place as we haven’t recieved a definite cancellation from you showing you understand & accept the cancellation policy. In your last mail
unfortunately again you see you don’t understand. We have added the cancellation conditions again
to this mail.
There you will see there is no refund because of the late cancellation (if you cancel now), you wilt
however off course recieve the tourist taks &deposit. In total €2625,-.
Please let us know if you definitely want to cancel reservation [.....] so we can proceed with the
refund of €2625,-
[eiseres] schrijft op 23 maart 2020 om 12.22 uur het volgende:
We have checked online and we sent some of our colleagues to check it out on the spot.
Your camping is closed for all visitors. We are not cancelling as You will not work in term we made reservation. You will have to refund us full amount as Your country have closed borders for visitors outside of EU. Waiting for full refund.
[naam camping] antwoord op 24 maart 2020 om 12.58 uur:
We are open as always, when the reception is not staffed please use the intercom and somebody will come. As is written on the window.
2.9.
Bij brief van 3 juli 2020 van All Round Incasso aan [naam camping] wordt verzocht om teruggave van het betaalde bedrag:
Onze cliënte deelde ons onder overlegging van de kopiecorrespondentie alsmede verdere gegevens mede, dat u tot dusverre, ondanks herhaalde mondelinge en schriftelijke aanmaningen, in gebreke bent gebleven om haar onder vermeld onverschuldigd betaald bedrag te restitueren ter zake een niet door u geleverde prestatie t.w. het verblijf in uw camping hostel van 17 tot 19 april 2020.
2.10.
[gedaagde] heeft een bedrag van € 2625,00 (borg en toeristentax) aan All Round Incasso terugbetaald.

3.Het geschil

3.1.
[eiseres] vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, veroordeling van [gedaagde] om aan [eiseres] te voldoen € 8.922,00 (bestaande uit € 7.986,00 aan hoofdsom en € 936,90 aan buitengerechtelijke incassokosten), te vermeerderen met de wettelijke rente over de hoofdsom vanaf de betaaldata van de facturen tot de voldoening en met veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten.
3.2.
Ter onderbouwing van die vordering stelt [eiseres] dat zij het bedrag van € 7.986,00 onverschuldigd heeft betaald. Door niet aan haar terugbetalingsverplichting te hebben voldaan is [gedaagde] in verzuim geraakt. Daarnaast is [gedaagde] ongerechtvaardigd verrijkt van wege de ontvangst van de onverschuldigde betaling zonder dat daar een tegenprestatie tegenover heeft gestaan. [gedaagde] heeft vanwege de coronamaatregelen in Nederland niet kunnen presteren, nog afgezien van het feit dat vanwege overmacht niet EU-ingezetenen niet naar EU-landen mochten reizen, zodat [eiseres] het recht had en heeft om de reservering te ontbinden. [eiseres] stelt dat de terugbetaling is gestoeld op artikel 3:296 BW, dan wel artikel 6:74 BW en dan wel artikel 6:271 BW. [eiseres] maakt aanspraak op de wettelijke rente en de buitengerechtelijke kosten nu [gedaagde] in verzuim is geraakt, respectievelijk [eiseres] de vordering uit handen heeft moeten geven.
3.3.
[gedaagde] heeft gemotiveerd verweer gevoerd tegen de vordering met als conclusie dat de kantonrechter deze zal afwijzen, met veroordeling van [eiseres] in de proceskosten.
3.4.
[gedaagde] baseert haar verweer - kort weergegeven - op het volgende. De overeenkomst is door geen van beide partijen geannuleerd of ontbonden en [gedaagde] heeft de overeenkomst nageleefd door de overnachtingscapaciteit beschikbaar te stellen. De reden over het niet kunnen reizen naar Nederland liggen in de risicosfeer van [eiseres] . [gedaagde] heeft de accommodatie beschikbaar gesteld en [eiseres] heeft betaald. Deze verplichtingen zijn door geen enkele coronamaatregel belemmerd.
3.5.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

Verplichtingen partijen

4.1.
Tussen partijen is een overeenkomst tot stand gekomen, waarbij [eiseres] onder meer van [gedaagde] 21 chalets met extra voorzieningen heeft gehuurd voor de periode 17 tot 19 april 2020 op [naam camping] . [eiseres] heeft uit hoofde van de overeenkomst een betaling gedaan van € 7.986,00 en daarmee aan haar kernverplichting voldaan. Vaststaat dat aan de overeenkomst verder geen uitvoering is gegeven. In geschil tussen partijen is voor wiens rekening en risico het uitblijven van verdere uitvoering van de overeenkomst dient te komen.
Onverschuldigde betaling/ongerechtvaardigde verrijking
4.2.
[eiseres] meent dat het door haar betaalde bedrag onverschuldigd aan [gedaagde] is betaald, omdat vanwege de coronapandemie het verblijf op de camping op 17 en 18 april 2020 geen doorgang kon vinden. Echter voor een beroep op onverschuldigde betaling heeft te gelden dat de betaling zonder rechtsgrond is verricht: er mag op het moment van presteren geen rechtsverhouding – zoals een verbintenis – aanwijsbaar zijn die het verrichten van de prestatie rechtvaardigt. Nu de grondslag van de betaling ziet op de overeenkomst kan van onverschuldigde betaling dus geen sprake zijn. Ook niet achteraf nu van een rechterlijke ontbinding ex artikel 6:258 lid 1 BW geen sprake kan zij, omdat die ontbinding in deze procedure niet is gevorderd. Van ongerechtvaardigde verrijking, zoals door [eiseres] , is aangevoerd, kan evenmin sprake zijn nu de betaling van [eiseres] voortvloeit uit de tussen partijen gesloten overeenkomst.
Nakoming
4.3.
[gedaagde] heeft zich op het standpunt gesteld dat zij haar verplichting uit de overeenkomst, te weten het op 17 en 18 april 2020 beschikbaar stellen van de chalets met bijkomende voorzieningen, kon nakomen. [eiseres] heeft zich op het standpunt gesteld dat nakoming onmogelijk is gebleken enerzijds vanwege de door de overheid ingestelde coronamaatregelen, waardoor het voor [eiseres] , althans haar cliënten, onmogelijk was om vanwege het uit- en inreisverbod naar Nederland af te reizen en anderzijds vanwege de door de Nederlandse overheid ingestelde maatregelen op grond waarvan [gedaagde] geen uitvoering, althans volledige uitvoering kon geven aan de overeenkomst.
4.4.
Met [gedaagde] is de kantonrechter van oordeel dat het niet kunnen reizen naar Nederland in het risicodomein van [eiseres] ligt, zodat daaraan geen gevolgen ten nadele van [gedaagde] kunnen worden verbonden. Dit kan mogelijk anders liggen bij en voor zover de gestelde overheidsmaatregelen uitvoering door [gedaagde] van de overeenkomst (deels) onmogelijk heeft gemaakt. Daarvoor dient dus allereerst komen vast te staan welke corona maatregelen toen golden en/of die maatregelen nakoming door [gedaagde] op enigerlei wijze blokkeerde. Uit de door [eiseres] overgelegde nieuwsberichten van de overheid van 23 maart 2020, 24 maart 2020 en 31 maart 2020 volgt dat zoveel mogelijk thuis moet worden gebleven, sociale activiteiten en groepen mensen moet worden vermeden, terwijl minimaal 1,5 meter afstand dient te worden gehouden. Voor vakantieparken geldt dat maatregelen moeten worden getroffen om mensen op 1,5 meter afstand te houden. Bij bericht van 24 maart 2020 zijn de aanwijzingen omtrent samenkomsten nader aangescherpt, inhoudende dat samenkomsten worden verboden behoudens enige uitzonderingen in ieder geval met de beperking tot maximaal 100 personen. Locaties zoals vakantieparken, campings, parken, natuurgebieden en stranden moeten worden gesloten als op deze locaties geen of te weinig navolging wordt gegeven aan de geldende hygiënemaatregelen en aan de 1,5 meter afstand. Verder is het de kantonrechter ambtshalve bekend dat ten aanzien van vakantiewoningen het dringende advies van de overheid is dat die, net als in de thuissituatie, uitsluitend worden verhuurd aan één huishouden of maximaal 4 personen uit verschillende huishoudens. Voor volwassenen uit verschillende huishoudens geldt dat de 1,5 m regel in acht genomen wordt.
4.5.
De kantonrechter is van oordeel dat gelet op bovenomschreven maatregelen en adviezen in onderlinge samenhang bezien nakoming van de overeenkomst onmogelijk is geworden. Immers [eiseres] heeft gereserveerd voor 126 studenten, die zouden verblijven in 21 chalets, welke chalets beschikbaar waren voor 6 personen (21 x 6 = 126 personen), zodat daarmee niet kon worden voldaan aan het dringend advies van de overheid om slechts maximaal 4 personen van verschillende huishoudingen in één chalet toe te laten. Weliswaar heeft [gedaagde] ter zitting gesteld dat meer chalets beschikbaar waren, maar daar wordt aan voorbij gegaan nu niet is gebleken dat [gedaagde] dat in de contacten en correspondentie met [eiseres] heeft aangeboden, afgezien nog van het feit dat afgevraagd kan worden of ook niet sprake is van verboden groepsvorming, althans een groepsbijeenkomst van meer dan 100 personen, waarbij uitvoering van de 1,5 meter maatregel moeilijk lijkt te hanteren. [gedaagde] heeft ook niet toegelicht hoe en op welke wijze een onbelemmerd of aangepast gebruik van de camping door [eiseres] en haar 126 klanten in het licht van de maatregelen kon worden geborgd. Voldoende aannemelijk is dat [gedaagde] de overeenkomst niet meer (volledig) kon nakomen. [eiseres] heeft nog bij e-mail van 19 maart 2020 aan [gedaagde] voorgesteld in te stemmen met een voucher voor de komende 12 maanden, maar [gedaagde] heeft daar niet op gereageerd. Dat had gelet op de bijzondere situatie wel van [gedaagde] verwacht mogen worden.
Overmacht
4.6.
Omdat [gedaagde] niet kon nakomen is sprake van een tekortkoming, maar ook is sprake van overmacht aan de zijde van [gedaagde] . Overmacht is een niet-toerekenbare tekortkoming in de nakoming van een verplichting als bedoeld in artikel 6:75 BW, die onder de overeenkomst niet is uitgesloten. Bij overmacht is er geen ruimte voor schadevergoeding door [gedaagde] ex artikel 6:74 BW, zoals door [eiseres] ten onrechte wel gesteld, omdat daarvoor toerekenbaarheid vereist is. Een plicht tot schadevergoeding door [gedaagde] ex artikel 6:87 BW uit hoofde van niet-nakoming kan evenmin worden toegewezen. Aan geen van partijen valt toe te rekenen dat het verblijf op de camping geen doorgang kon vinden. Voor een (vervangende) schadevergoeding in plaats van nakoming bestaat dus geen ruimte.
Ontbinding
4.7.
De vraag die voorligt is of [eiseres] de overeenkomst buitengerechtelijk (gedeeltelijk) heeft ontbonden op grond van een (niet-toerekenbare) tekortkoming. [eiseres] stelt in de dagvaarding dat omdat [gedaagde] niet kon presteren zij het recht heeft en had om de reservering te ontbinden. Zij verbindt daaraan een verplichting tot ongedaanmaking - te weten terugbetaling van het door haar teveel betaalde - als bedoeld in artikel 6:271 BW. [gedaagde] voert echter aan dat van een annulering noch van een ontbinding sprake is geweest, zodat de overeenkomst in stand is gebleven en de betalingsverplichting van [eiseres] overeind blijft. Niet gebleken is dat [gedaagde] zich subsidiair beroept op de ‘tenzij-bepaling’ van artikel 6:265 lid 1 BW.
4.8.
De kantonrechter beantwoordt die vraag bevestigend. Uit de tussen partijen gevoerde correspondentie volgt dat [eiseres] de overeenkomst niet heeft willen annuleren vanwege de door [gedaagde] herhaalde verbonden consequenties op basis van de door haar gehanteerde algemene voorwaarden. (Overigens zijn deze voorwaarden niet op de overeenkomst van toepassing en spelen in deze procedure verder geen rol). Wat [eiseres] uiteindelijk wel wilde bereiken was dat zij haar geld terugkreeg. Weliswaar kan worden toegegeven dat [eiseres] in die correspondentie niet letterlijk een beroep op ontbinding van de overeenkomst heeft gedaan, maar [gedaagde] had, gelet op de inhoud van de correspondentie, wel moeten begrijpen dat [eiseres] de overeenkomst wenste te ontbinden. Onder de gegeven omstandigheden kan [gedaagde] naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid zich achteraf niet erop beroepen dat [eiseres] niet de juiste bewoordingen heeft gebruikt om tot ontbinding van de overeenkomst te komen. [eiseres] heeft in verband met de niet-nakoming door [gedaagde] terecht de ontbinding ingeroepen en heeft in beginsel een vordering uit een ongedaanmakingsverbintenis (art. 6:271 BW).
Ongedaanmakingsverbintenis
4.9.
Partijen zijn bij de ongedaanmakingsverbintenis niet meer aan elkaar gebonden door een rechtsgeldige overeenkomst. Tussen hen bestaat een postcontractuele verhouding waarin zij zich jegens elkaar hebben te gedragen overeenkomstig de eisen van redelijkheid en billijkheid (art. 6:2 BW).
4.10.
In het onderhavig geval vordert [eiseres] terugbetaling van hetgeen zij heeft betaald voor het niet uitgevoerde verblijf op de camping. [gedaagde] is daartoe niet bereid. Het is niet ondenkbaar dat [gedaagde] uit hoofde de van de ongedaanmakingsverbintenis een recht heeft op vergoeding van (een deel van) de gemaakte kosten. [gedaagde] heeft daartoe evenwel niets gesteld. Het debat van partijen heeft zich niet toegespitst op de gevolgen van overmacht. Evenmin hebben zij zich als grondslag van hun vorderingen of als verweer beroepen op onvoorziene omstandigheden (art. 6:258 BW), terwijl die bepaling de regels van overmacht aanvult en dit voor de hand had gelegen. Aan een wijziging of (gedeeltelijke) ontbinding van de overeenkomst op die grond kan dus niet worden toegekomen.
4.11.
[eiseres] vordert het gehele bedrag van haar betaling terug. De kantonrechter is van oordeel dat naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid die gehele betaling niet onder de ongedaanmakingsverplichting dient te worden vervat. De onderhavige calamiteit ligt niet specifiek in de risicosfeer van de ene dan wel van de andere partij en dat de huidige uitkomst dat [eiseres] de factuur van [gedaagde] heeft betaald terwijl zij verplicht is tot restitutie of compensatie aan haar klanten, niet billijk is. Met inachtneming van het bovenstaande zal de kantonrechter de terugbetalingsverplichting van [gedaagde] vast stellen. [eiseres] heeft een bedrag van € 7.986,00 voldaan. Daarvan heeft [gedaagde] de borg en de toeristenbelasting terugbetaald tot een bedrag van € 2.625,00. Het overgebleven bedrag is € 5.361,00 (huur chalets € 4.200, huur parkeerplaats bussen € 210,00, gebruik linnengoed € 945,00 en administratie kosten € 6.00). De kantonrechter is van oordeel dat [gedaagde] het bedrag dat is betaald voor gebruik linnengoed aan [eiseres] dient terug te betalen, omdat daarvan geen gebruik is gemaakt en aannemelijk is dat [gedaagde] daarvoor geen extra kosten heeft moeten maken voor bijvoorbeeld slijtage en bewassing. De kantonrechter stelt de terugbetalingsverplichting van [gedaagde] voor het overige naar redelijkheid en billijkheid op 50% van € 4.410,00, derhalve € 2.205,00. Dit betekent dat [gedaagde] gehouden is totaal een bedrag van € 3.150,00 aan [eiseres] terug te betalen. Dit bedrag wordt voorshands in overeenstemming geacht met het in artikel 3:12 BW bepaalde, bij gebrek aan nadere aanwijzingen over de gebruiken in de campingbranche en/of voor voorts in Nederland levende rechtsovertuigingen in verband met de risicoverdeling als gevolg van de corona-epidemie. De gevorderde wettelijke rente zal worden toegewezen vanaf de dag van de dagvaarding, nu [eiseres] onvoldoende duidelijk heeft gemaakt vanaf wanneer zij van mening is dat wettelijke rente is verschuldigd.
Buitengerechtelijke incassokosten
4.12.
Hiervoor is reeds vermeld dat bij overmacht geen ruimte bestaat voor betaling van schadevergoeding, dat geldt ook voor vergoedingen op basis van artikel 6:96 Rv. De vordering tot vergoeding van de buitengerechtelijke incassokosten zal dus worden afgewezen.
Proceskosten
4.13.
Nu partijen over en weer deels in het gelijk en ongelijk zijn gesteld ziet de kantonrechter aanleiding de proceskosten te compenseren in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.

5.De beslissing

De kantonrechter:
veroordeelt [gedaagde] om aan [eiseres] tegen bewijs van kwijting te betalen € 3.150,00 te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van de dagvaarding tot de voldoening;
compenseert de proceskosten in die zin dat elke partij de eigen kosten draagt;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.M. Berendsen, kantonrechter, en is in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 9 juni 2021.