4.3Het oordeel van de rechtbank
Bewijsmiddelen
Op 14 mei 2019 heeft [slachtoffer] aangifte gedaan. Uit het
proces-verbaal van aangifteblijkt onder meer het volgende:
Ik doe aangifte tegen mijn broer [verdachte] . Op het [adres] te [woonplaats] was ik dertien jaar. Mijn broers [verdachte] en [getuige 1] chillden met diezelfde groep. Een vriend uit die groep, [A] , ging naar mijn broer [getuige 1] toe. Hij zei dat ze het met een groepje jongens over meisjes hadden. De jongens zeiden tegen [verdachte] dat hij een lekker zusje had. [verdachte] reageerde toen door te zeggen dat hij dat wist en dat hij mij ook al had gehad.
Ik denk dat ik net veertien was op het [adres] . Ik zat op de bank en [verdachte] zat naast me. Hij vroeg aan me of ik nog wist wat er vroeger was gebeurd. Of ik nog van die ene keer wist dat ik hem moest pijpen. Ik zei dat ik dat nog wel wist en dat ik dat niet normaal vond. Hij deed zijn broek weer open en haalde zijn penis weer tevoorschijn. Hij vroeg of ik het nog een keer wilde doen. Ik zei van niet. Hij begon weer dat ik het al een keer gedaan had en dat het wel kon, dat het normaal was. [verdachte] bleef doorvragen en praten dat het normaal was en dat ik het nog maar een keer moest proberen, anders wist ik niet of ik het wel leuk vond. Ik belandde weer tussen zijn benen, ik had mijn hand om zijn penis en moest hem pijpen. Dat ging niet heel soepel. Ik stopte zijn penis in mijn mond en ging heen en weer. Ik moest kokhalzen. [verdachte] zei dat ik door moest gaan, dat ik daar wel overheen kwam.Volgens mij is die nacht ook de eerste keer dat hij mij in de nacht ging betasten. Hij raakte mijn borsten aan en ging met zijn hand over mijn buik naar mijn vagina. Hij raakte mijn vagina aan. Hij raakte mijn borsten aan over mijn nachtjapon. Ik droeg geen ondergoed, dus hij raakte mijn blote vagina aan. Een week later begon het weer op de bank. Hij raakte mijn blote borsten aan. Hij haalde weer zijn penis tevoorschijn. Ik heb hem toen weer gepijpt. Ik was vijftien jaar. Ik was nog geen zestien, want ik was nog niet met de brommer bezig. Hij begon toen met handelingen bij mij. Hij had mij daarvoor al een paar keer gevingerd, maar nu deed hij het voor het eerst met zijn mond. Hij trok mijn broek helemaal naar beneden waardoor ik met mijn blote kont op het keukenblad zat. Ik had geen broek en onderbroek aan. [verdachte] had dat helemaal uitgetrokken bij mij. Hij ging met zijn mond op mijn vagina en met zijn tong. Daarna deed hij ook zijn vingers erbij. Hij stond voor mij met zijn penis in mijn hand. Hij vroeg of ik op hem wilde zitten. Ik zei dat ik dat niet wilde. Hij pakte een condoom die hij al bij zich had. Hij deed de condoom om zijn penis. Hij deed zijn handen op mijn schouders. Ik zei weer dat het niet goed was. Hij begon mij steeds harder op mijn schouders naar beneden te drukken waardoor ik zijn eikel tegen mijn vagina aan voelde. Ik schoot omhoog en zei weer dat het niet juist was. Hij zei weer van wel. Hij duwde mij weer omlaag en voelde dat zijn eikel in mijn vagina ging. Ik ging steeds weer omhoog en hij duwde mij steeds weer omlaag. Hij ging steeds verder met zijn penis in mijn vagina.
V: Hoe vaak is hij met zijn penis in jouw vagina gegaan?
A: Alleen die keer. Ik was vijftien en [verdachte] is vier jaar ouder.
V: Vertel eens over dat vingeren?
A: [verdachte] en ik zaten op de bank. Hij zat aan mijn borsten. Daarna ging hij met zijn hand in mijn broek en ging met zijn vingers over mijn vagina heen. Daarna ging hij met zijn vingers in mijn vagina. Zo ging het eigenlijk altijd.
Ik raakte op de [adres] voor het eerst zijn penis aan. De eerste keer dat ik hem echt af moest trekken en dat hij klaar kwam, was op de bank op het [adres] .
V: Hoe ging dat aftrekken?
A: We zaten op de bank. Hij haalde zijn penis tevoorschijn en begon zich af te trekken. Terwijl die porno aan stond, begin [verdachte] zich af te trekken. Hij praatte op mij in of ik hem verder af wilde trekken. Uiteindelijk ging hij naast mij zitten en ging ik hem aftrekken. Ik trok hem af en terwijl ik dat deed, voelde hij aan mijn blote borsten. Ik zat met mijn hand aan zijn penis.
V: Wat is de laatste keer geweest?
A: Rond mijn achttiende jaar heb ik hem nog een keer gepijpt op de bank. Dat was op het [adres] .
V: Hoe vaak kwam hij bij je als je in bed lag te slapen?
A: Vaak. Er waren weken dat het drie keer in de week gebeurde, maar soms ook een week niet.
V: Er zijn momenten op de bank in de woonkamer dat hij je aanraakt en na het pijpen op de bank, kwam hij voor het eerst naar je kamer. Kwam hij daarna vaker naar je kamer?
A: Ja, klopt.
Rond mijn vijftiende begon ik te experimenteren met drugs. Ik begon met speed. Als [verdachte] mij probeerde over te halen om handelingen te doen, zei ik wel eens dat hij moest stoppen en dat ik het anders aan papa en mama ging vertellen. [verdachte] zei dan dat hij dan zou vertellen aan papa en mama dat ik drugs gebruikte. Uiteindelijk moest ik dan toch die handelingen bij hem doen, omdat ik bang was dat hij het zou vertellen.
V: Hoe vaak denk je dat je [verdachte] hebt moeten pijpen?
A: Heel vaak. Ik denk zeker over de 200 keer. Het gebeurde dagelijks en soms ook dagen niet. Wat ik weet is dat het gerust vier dagen achter elkaar kon gebeuren dat ik hem moest pijpen of dat het vingeren erbij kwam.
Ik heb met mijn vader en broer [verdachte] gesproken in 2018. Ik heb dat van tevoren besproken met mijn behandelaar. Ik vroeg aan [verdachte] of hij nog wist wat er gebeurd was tussen ons. Hij zei dat hij dat nog wist. Ik vroeg of hij vond dat ik daar een aandeel in had. Hij zei dat dat zeker niet zo was, omdat hij mij gepusht had. Ik vroeg waarom hij die dingen deed. Hij zei dat hij op die momenten een meisje wou zien of voelen, omdat hij seksverslaafd is. Mijn vader zei alleen maar dat hij het alsnog niet normaal vond, omdat hij vier jaar ouder is.
Voorafgaand aan de aangifte op 14 maart 2019 vond een informatief gesprek zeden plaats met [slachtoffer] . Uit het hierover opgemaakte
proces-verbaalblijkt onder meer het volgende:
Vanaf mijn 10e en 11e herinner ik me het meest. Ik moest met mijn handen zijn geslachtsdeel zitten en heen en weer bewegen. Aftrekken. Dat moest ik ook met mijn mond doen, hem pijpen. Hij zat met zijn handen aan mijn geslachtdeel. Hij gaat in mij. Vingeren dus. Na mijn 12e was het vooral het pijpen en het aanraken. Er is één keer seks geweest. Ik denk dat dit rond mijn 15e was. Het resultaat was dat hij elke avond en nacht naar me toe kwam en dan zat hij aan mijn borsten en aan mijn vagina. Op mijn 18e stopte het. Het stopte omdat mijn broer het huis uit was gezet. Ik heb mijn ouders verteld dat [verdachte] me aanraakt op manieren die ik niet wilde. Dat er ook seksuele handelingen zijn gebeurd. [verdachte] is aan tafel geroepen en mijn moeder heeft gezegd dat hij het huis uit moet. [verdachte] zei vanaf mijn 9de dat het normaal was. Ook had [verdachte] een bepaalde machtsverhouding over mij. Dat maakte dat ik het niet eerder kon stoppen. [verdachte] heeft me verkracht gewoon. En er kwam drugs in het spel, daar chanteerde hij me mee, dat hij het zou vertellen aan mijn ouders dat ik dat gebruikte. Ik ben vanaf mijn 14de begonnen met blowen en vanaf mijn 15de en 16de raakte ik verslaafd aan de harddrugs, speed en XTC. Mijn broer gebruikte ook drugs. [verdachte] zei dat als ik niet mee zou gaan in de handelingen, hij het tegen mijnouders zou zeggen dat ik drugs gebruikte. Dus ik voelde me gedwongen om erin mee te gaan want ik was als de dood dat mijn ouders erachter kwamen, van de drugs.
[verdachte] heeft erg gehuild aan tafel en hij schaamde zich heel erg. Hij heeft het ook niet ontkend aan tafel. Ongeveer een half jaar geleden hebben we een gesprek gehad, met mijn vader en [verdachte] . Dat heb ik met mijn behandelaar helemaal besproken en ook hoe. Ik zat met mijn vader en [verdachte] aan tafel. Ik heb aan [verdachte] gevraagd: "Vind jij dat ik een aandeel heb gehad in wat er gebeurd is?" Hij zei: "Nee." Hij zei uit zichzelf toen: "Ik heb je gepusht." Ik zei dat hij nu dus aangaf dat hij dingen deed die hij wilde maar ik wilde weten hoe het kan dat hij dit deed bij mij toen ik nog zo'n jong meisje was. [verdachte] zei dat hij seksverslaafd was en dat het gekomen is door de lust die hij kreeg in het meisje die hij zag.
Op 26 mei 2021 is de moeder van verdachte en aangeefster gehoord als getuige bij de rechter-commissaris. Uit het hierover opgemaakte
proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 2]blijkt onder meer het volgende:
Wat was het eerste moment dat u zich herinnert dat [slachtoffer] aan u iets verteld heeft over seksuele dingen door [verdachte] ?
Dat weet ik niet meer.
Bij benadering, was ze toen 15 of was ze 10 jaar. Zat ze op de basisschool?
Ja, ze zat op de basisschool.
Kunt u zich herinneren wat ze de eerste keer heeft gezegd over de handelingen?
Dat [verdachte] aan haar zat, geen specifieke dingen.
Waren dat wel dingen met een seksuele betekenis?
Het antwoord is ja. Ze kwam op een gegeven moment naar me toe. Ze zei dat [verdachte] dingen met haar deed die ze niet wilde. Dat ze wilde dat het stopte.Ze moest hem pijpen, aftrekken. Op een gegeven moment was er iets met een condoom. Zij heeft toen iets gezegd van nee. Hij zei toen, zonde van de condoom. Ze heeft me ook gezegd dat ze gemeenschap met hem heeft gehad.Ik vond slipjes van [slachtoffer] bij hem op de slaapkamer. Ik weet dat er een kern van waarheid in zit. Ik vroeg op een gegeven moment één keer waarom hij dit soort dingen gedaan heeft en toen zei [verdachte] ,” ik had gewoon een meisje nodig”.
Kunt u zich herinneren wanneer [verdachte] dit zei?
Een aantal jaren geleden. Ik denk ongeveer vijf jaar geleden. Ik heb [verdachte] uit huis gezet. Ik was de enige die er wat aan deed.
Op 26 mei 2021 is de vader van verdachte en aangeefster gehoord als getuige bij de rechter-commissaris. Uit het hierover opgemaakte
proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 3]blijkt onder meer het volgende:
In 2018 heeft u een gesprek gehad samen [slachtoffer] en [verdachte] .
Dat klopt.
Dat is een tijdje geleden, maar slechts drie jaar geleden. Waarvoor moest [verdachte] excuus aanbieden?
Dat [slachtoffer] hem betichtte dat hij bepaalde handelingen met haar had gedaan. Ik vond het gepast om een gesprek daarover te hebben.
U zegt: dat stukje over dat hij op dat moment een meisje wilde voelen. Dat herken ik niet, maar de zinnen daarvoor? “Ik vroeg aan [verdachte] of hij nog wist wat er gebeurd was tussen ons. Hij zei dat hij dat nog wist. Ik vroeg of hij vond dat ik daar een aandeel in had. Hij zei dat dat zeker niet zo was, omdat hij mij gepusht had." Herkent u dat stukje?
Het klopt wel dat zoiets gezegd is.
Rechter-commissaris: Hij heeft het dus ook gezegd?
Hij heeft gezegd dat het hem spijt en dat het zijn schuld was.
Op 3 juni 2021 is de broer van verdachte en aangeefster gehoord als getuige bij de rechter-commissaris. Uit het hierover opgemaakte
proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 1]blijkt dat hij het volgende verklaard:
Ik weet dat er een soort van verzoengesprek was bij mijn vader en dat [verdachte] ook mede door het pushen van mijn vader de underdog heeft gespeeld.
Wanneer heeft u dat gehoord?
Een jaar of anderhalf jaar geleden.
Wat heeft hij (de rechtbank begrijpt: [verdachte] ) wel gezegd?
Dat er handelingen zijn verricht.
Wat voor handelingen?
Seksuele handelingen.
Dus als ik u goed begrijp heeft hij niet tegen u gezegd dat hij [slachtoffer] gepenetreerd zou hebben, maar heeft hij wel gezegd dat ze seksuele handelingen hebben verricht?
Hij heeft het niet ontkend. Ik vroeg of er dingen gebeurd zouden zijn. Hij zei daarop: er zijn wel dingen gebeurd.
En dat was ook de strekking van dat gesprek? Het ging over dingen, over seksuele handelingen?
Dat kwam wel naar voren tijdens het gesprek met [verdachte] .
Rechter-commissaris: dat gesprek werd wel duidelijk gekoppeld aan de verwijten die [slachtoffer] maakte?
Ja.
Bent u wel eens door iemand anders aangesproken over iets dat [verdachte] zou hebben verteld over het plegen van seksuele handelingen met zijn zusje?
Ik ben daar wel op aangesproken.
Wat heeft die persoon tegen u gezegd?
Of er daadwekelijk dingen gebeurd zijn tussen [slachtoffer] en [verdachte] . Ik wuifde dat weg, ik dacht dat is grootspraak.
Van wie had die persoon gehoord dat er wat gebeurd zou zijn?
Volgens mij van [verdachte] zelf, wat hij zei.
Wat zou [verdachte] tegen die persoon hebben gezegd?
Dat werd wat genuanceerder gezegd, in de zin van dat [verdachte] , volgens die persoon, zei: “ik had [slachtoffer] al gedaan”.
Ik was toen zelf 17 jaar. Ik weet nog wel waar het was, maar ik weet niet meer wie het was. We hadden een vrij grote vriendengroep. Het was bij de [naam] in [woonplaats] .
Dus toen u een jaar of 17 was, is er bij de [naam] in [woonplaats] iemand naar u toe gekomen die tegen u heeft gezegd: [verdachte] heeft tegen mij gezegd dat hij [slachtoffer] heeft gedaan.
‘Al’ heeft gedaan. In de zin van: voor jou. Een beetje pocherig.
Bewijsoverwegingen
De hiervoor weergegeven bewijsmiddelen worden steeds gebruikt tot het bewijs van het feit of de feiten, waarop zij blijkens hun inhoud uitdrukkelijk betrekking hebben. Sommige onderdelen van de bewijsmiddelen hebben niet betrekking op alle feiten, maar op één of meerdere feiten.
Betrouwbaarheid verklaring aangeefster en steunbewijs
De rechtbank stelt voorop dat het bewijs dat een verdachte een tenlastegelegd feit heeft begaan volgens het tweede lid van artikel 342 van het Wetboek van Strafvordering (hierna: Sv) door de rechtbank niet uitsluitend kan worden aangenomen op basis van de verklaring van één getuige of alleen op basis van de verklaring of aangifte van het slachtoffer. In zedenzaken, zoals onderhavige zaak, doet zich vaak de situatie voor dat alleen het veronderstelde slachtoffer en de veronderstelde dader aanwezig zijn geweest bij de bewuste handelingen. Dat is ook in deze zaak het geval. Uit vaste rechtspraak kan echter worden afgeleid dat in zedenzaken niet is vereist dat het misbruik als zodanig (waaronder het seksueel binnendringen) bevestiging vindt in ander bewijsmateriaal, maar dat het afdoende is wanneer de verklaring van de aangever op onderdelen steun vindt in andere bewijsmiddelen, afkomstig van een andere bron dan degene die de belastende verklaring (aangever) heeft afgelegd. Tussen de verklaring en het overige gebezigde bewijsmateriaal mag geen sprake zijn van een te ver verwijderd verband.
De rechtbank zal in dat kader eerst moeten vaststellen of zij de verklaring van [slachtoffer] betrouwbaar vindt en – als dat zo is en de verklaring dus als bewijsmiddel kan worden gebruikt – vervolgens ook moeten nagaan of in het dossier voldoende steunbewijs aanwezig is voor deze verklaring.
De rechtbank overweegt dat aangeefster [slachtoffer] uitgebreid, concreet, consistent en gedetailleerd heeft verklaard bij het informatief gesprek zeden op 14 maart 2019 en in haar aangifte op 14 mei 2019 over het misbruik door verdachte. Zowel ten aanzien van de handelingen die zouden hebben plaatsgevonden als de frequentie van het misbruik en de omstandigheden waaronder dat misbruik heeft plaatsgevonden zijn de verklaringen van aangeefster consistent. De rechtbank acht de verklaringen van aangeefster dan ook in zijn geheel betrouwbaar.
De rechtbank moet vervolgens beoordelen of er voldoende steunbewijs aanwezig is voor deze verklaring. In het dossier bevinden zich getuigenverklaringen van de ouders en de broer van aangeefster en verdachte. Zij verklaren alle drie dat verdachte in meer of mindere mate aan hen heeft toegegeven dat er seksuele handelingen zijn verricht tussen hem en [slachtoffer] , zoals hiervoor weergegeven. De rechtbank is van oordeel dat dat deze verklaringen voldoende steun bieden aan de verklaringen van [slachtoffer] zelf.
De verklaring van verdachte dat het niet klopt wat aangeefster verklaard, en er dus van misbruik geen sprake zou zijn geweest, acht de rechtbank gelet op het voornoemde niet geloofwaardig. Ook volgt de rechtbank verdachte niet in zijn verklaring dat hij de verrichte seksuele handelingen enkel heeft toegegeven om zijn vader een plezier te doen of dat hij dacht dat het alleen ging om het aanraken van elkaar over de kleding. De beschuldigingen van aangeefster waren voor verdachte al lange tijd voldoende duidelijk en hij heeft in dat kader zowel tegenover zijn vader, moeder als broer die beschuldigingen (gedeeltelijk) erkend.
Dwingen door een feitelijkheid/feitelijkheden (feit 3)
De rechtbank overweegt dat volgens vaste jurisprudentie sprake kan zijn van dwingen door een feitelijkheid indien de verdachte opzettelijk een zodanig psychische druk heeft uitgeoefend of het slachtoffer in een zodanige afhankelijkheidssituatie heeft gebracht dat het slachtoffer zich daardoor naar redelijke verwachting niet tegen die handelingen heeft kunnen verzetten, of dat de verdachte het slachtoffer heeft gebracht in een zodanige door hem veroorzaakte (bedreigende) situatie dat het slachtoffer zich naar redelijke verwachting niet aan die handelingen heeft kunnen onttrekken. Of zulk een dwang zich heeft voorgedaan, laat zich niet in het algemeen beantwoorden, maar hangt af van de concrete omstandigheden van het geval (HR 27 augustus 2013, ECLI:NL:HR:2013:494). De rechtbank overweegt dat in deze zaak sprake is van een natuurlijk overwicht van verdachte op aangeefster, nu hij de vier jaar oudere broer van zijn jongere zusje is. Juist die positie heeft verdachte gebruikt door tegen [slachtoffer] te zeggen dat het normaal was wat hij van haar vroeg, ondanks dat [slachtoffer] bij verdachte aangaf dat zij die dingen niet wilde doen. Vanuit die positie acht de rechtbank het wettig en overtuigend bewezen dat verdachte door zijn handelen een zodanig psychische druk op [slachtoffer] heeft uitgeoefend dat zij zich naar redelijke verwachting niet tegen de handelingen heeft kunnen verzetten. Bovendien heeft verdachte [slachtoffer] bedreigd door te zeggen dat hij aan hun ouders zou vertellen dat [slachtoffer] drugs gebruikt als [slachtoffer] niet zou meewerken aan wat hij aan haar vroeg. Dat [slachtoffer] zich hierdoor naar redelijke verwachting niet aan die handelingen heeft kunnen onttrekken, acht de rechtbank aannemelijk, juist omdat verdachte haar vier jaar oudere broer was en daardoor een natuurlijk overwicht op [slachtoffer] had.
Partiële vrijspraak
De rechtbank merkt tot slot op dat verdachte van een wezenlijk onderdeel van de tenlastelegging wordt vrijgesproken; te weten het met de penis in de vagina gaan van aangeefster. De rechtbank twijfelt er niet aan dat dat ook is gebeurd. Uit de verklaring van aangeefster volgt echter dat dat is gebeurd voor haar zestiende verjaardag, terwijl dit onderdeel ten laste is gelegd bij feit 3, dat ziet op de periode waarin aangeefster 16 jaar of ouder was.