ECLI:NL:RBMNE:2021:291

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
28 januari 2021
Publicatiedatum
29 januari 2021
Zaaknummer
19/4049
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • R. Stijnen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Proceskostenveroordeling in bestuursrechtelijke WOZ-zaak na overeenstemming tussen partijen

In deze zaak heeft verzoeker, vertegenwoordigd door mr. G. Gieben, een beroep ingesteld tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van de gemeente Amersfoort, waarbij de bezwaren van verzoeker tegen de hoogte van de WOZ-waarde van zijn woning ongegrond zijn verklaard. Verzoeker heeft op 9 oktober 2019 beroep aangetekend, en de zaak is op 27 augustus 2020 behandeld. Tijdens de zitting zijn er afspraken gemaakt tussen verzoeker en verweerder, die zijn vastgelegd in een verkort proces-verbaal. Deze afspraken hielden in dat verweerder een inpandige opname zou verrichten om te beoordelen of de WOZ-waarde aangepast moest worden.

Op 6 oktober 2020 heeft verzoeker de rechtbank geïnformeerd dat er overeenstemming was bereikt met verweerder en dat het beroep werd ingetrokken, met een verzoek om veroordeling van verweerder in de proceskosten. De rechtbank heeft verweerder in de gelegenheid gesteld om binnen vier weken op dit verzoek te reageren, maar verweerder heeft hier geen gebruik van gemaakt.

De rechtbank heeft vervolgens het proceskostenverzoek beoordeeld zonder een zitting te houden. De rechtbank concludeert dat er sprake is van tegemoetkomen in de zin van artikel 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), omdat partijen overeenstemming hebben bereikt over de WOZ-waarde. De rechtbank heeft verweerder veroordeeld tot betaling van € 1.598,- aan proceskosten aan verzoeker, en ook het griffierecht moet door verweerder aan verzoeker worden vergoed. De uitspraak is gedaan door mr. R. Stijnen en is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR WOZ 19 / 4049

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 28 januari 2021 in de zaak tussen

[verzoeker], te [woonplaats], verzoeker

(gemachtigde: mr. G. Gieben)
en

de heffingsambtenaar van de gemeente Amersfoort, verweerder.(gemachtigde: drs. M. Roest)

Inleiding

Verzoeker is op 9 oktober 2019 in beroep gegaan tegen de uitspraak op bezwaar van 29 augustus 2019 waarbij de bezwaren van verzoeker tegen de hoogte van de WOZ-waarde van zijn woning ongegrond is verklaard.
Het beroep van verzoeker is op 27 augustus 2020 op zitting behandeld bij deze rechtbank. Tijdens de zitting zijn er afspraken gemaakt tussen verzoeker en verweerder. Deze afspraken zijn vastgelegd in een verkort proces-verbaal. De afspraken houden onder meer in dat verweerder alsnog een inpandige opname gaat verrichten om te bekijken of deze inpandige opname aanleiding geeft om de WOZ-waarde van de onroerende zaak te veranderen.
3. Per brief van 6 oktober 2020 heeft verzoeker aan de rechtbank laten weten dat er overeenstemming is bereikt met verweerder en dat het beroep ingetrokken wordt onder gelijktijdig verzoek tot veroordeling van verweerder in de proceskosten.
4. Verweerder is door de rechtbank op de hoogte gebracht van het door verzoeker ingediende verzoek om proceskostenveroordeling. Aan verweerder is de gelegenheid
geboden om binnen vier weken te reageren op het verzoek van verzoeker. Verweerder heeft geen gebruik gemaakt van deze gelegenheid.

Beoordeling van het proceskostenverzoek

5. De rechtbank doet uitspraak op het proceskostenverzoek zonder het verzoek op een zitting te behandelen. De rechtbank kan verweerder veroordelen in de proceskosten van de verzoeker (artikel 8:75 en 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht (Awb)), als verweerder tegemoet is gekomen aan het beroepsschrift van verzoeker. De vraag die de rechtbank dient te beantwoorden is of er sprake is van tegemoetkomen als bedoeld in artikel 8:75a Awb.
6. Partijen hebben een overeenkomst bereikt over de hoogte van de WOZ-waarde waardoor verzoeker zijn beroep heeft ingetrokken met een gelijktijdig verzoek om veroordeling in te proceskosten. Nu partijen een overeenstemming hebben bereikt over de hoogte van de WOZ-waarde is er sprake van tegemoetkomen. Verweerder heeft verder niet gereageerd op het verzoek van verzoeker. De rechtbank gaat er om die reden vanuit dat verweerder geen bezwaar heeft tegen een veroordeling in de proceskosten.
7. De rechtbank ziet aanleiding om verweerder te veroordelen in de proceskosten die verzoeker heeft gemaakt. De rechtbank wijst het verzoek van verzoeker voor een proceskostenvergoeding toe voor een bedrag van €1.598,- (1 punt voor het indienen van het bezwaarschrift, 1 punt voor het bijwonen van de hoorzitting met een waarde per punt van €265 en een wegingsfactor 1, 1 punt voor het indienen van het beroepschrift en 1 punt voor het verschijnen ter zitting, met een waarde per punt van €534,- en een wegingsfactor 1). De kosten van €256,52 van het door verzoeker opgesteld taxatierapport komen niet voor vergoeding in aanmerking nu eiser geen factuur heeft overlegd van de kosten voor het opstellen van het taxatierapport.
8. Verweerder moet ook het griffierecht aan verzoeker betalen (artikel 8:41 Awb). Dit volgt rechtstreeks uit de wet. Verzoeker kan zich hiervoor tot verweerder wenden.

Beslissing

De rechtbank veroordeelt verweerder tot betaling van € 1.598,- aan proceskosten. Verweerder moet dit bedrag betalen aan verzoeker.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R. Stijnen rechter, in aanwezigheid van mr. T.E.G. van Heukelom griffier
.De beslissing is uitgesproken op 28 januari 2021 en zal openbaar worden gemaakt door publicatie op rechtspraak.nl
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak kunt een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. De uitspraak is verzonden op de stempeldatum die hierboven staat. Als u graag een zitting wilt waarbij u persoonlijk uw mening aan de rechter kunt geven, kunt u dit in uw verzetschrift aangeven.