Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 8 juli 2021 in de zaak tussen
[eiseres], te [woonplaats],
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 8 juli 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde J.A.M. Houberg, en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen. Eiseres had beroep ingesteld tegen het besluit van verweerder, dat haar uitkering op grond van de Wet Arbeidsongeschiktheid (WAO) met ingang van 6 september 2018 had verhoogd naar de arbeidsongeschiktheidsklasse 35-45%. Eiseres betwistte de medische beoordeling en voerde aan dat zij meer beperkt was dan verweerder had aangenomen. De rechtbank oordeelde dat de medische beoordeling zorgvuldig was uitgevoerd en dat de rapporten van de verzekeringsartsen aan de vereisten voldeden. Eiseres had geen nieuwe medische informatie overgelegd die de rechtbank deed twijfelen aan de juistheid van de medische beoordeling. De rechtbank concludeerde dat eiseres per 6 september 2019 43,75% arbeidsongeschikt was en recht had op een WAO-uitkering in de klasse 34-45%. Daarnaast heeft eiseres verzocht om schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn. De rechtbank stelde vast dat de redelijke termijn met 7 maanden was overschreden, maar oordeelde dat deze overschrijding gerechtvaardigd was door omstandigheden in de rechterlijke fase. Het verzoek om schadevergoeding werd afgewezen.