ECLI:NL:RBMNE:2021:2967

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
8 juli 2021
Publicatiedatum
8 juli 2021
Zaaknummer
UTR 21/1252
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot wijziging geboortedatum in de Basisregistratie Personen (Brp) op basis van Iraaks identiteitsbewijs

In deze zaak heeft eiseres, die sinds 9 maart 2005 staat ingeschreven in de Basisregistratie Personen (Brp) van de gemeente Houten, verzocht om wijziging van haar geboortedatum van 1986 naar 1990. Dit verzoek is door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Houten afgewezen. Eiseres heeft hiertegen beroep ingesteld, nadat haar bezwaar tegen het primaire besluit ongegrond was verklaard. De rechtbank heeft de zaak op 1 juli 2021 behandeld, waarbij eiseres werd bijgestaan door haar gemachtigde en de verweerder werd vertegenwoordigd door zijn gemachtigden.

De rechtbank overweegt dat de geboortedatum van eiseres is geregistreerd op basis van een Iraaks paspoort, dat inmiddels niet meer geldig is. Eiseres heeft geen onomstotelijk bewijs geleverd dat de geregistreerde geboortedatum onjuist is. De rechtbank stelt vast dat de gegevens in de basisregistratie zo betrouwbaar mogelijk moeten zijn en dat voor wijziging van geregistreerde gegevens onomstotelijk moet komen vast te staan dat deze onjuist zijn. Eiseres heeft geen verklaring van de Iraakse autoriteiten overgelegd die de onjuistheid van de geregistreerde geboortedatum bevestigt.

De rechtbank concludeert dat eiseres niet heeft aangetoond dat de eerder geregistreerde geboortedatum onjuist is. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. L.A. Banga en is openbaar gemaakt op 8 juli 2021.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 21/1252

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 8 juli 2021 in de zaak tussen

[eiseres] , te [woonplaats] , eiseres

(gemachtigde: mr. R. Hijma),
en

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Houten, verweerder

(gemachtigde: Z. El Haddaoui, G.J. Bosch, en M.H.P de Lange).

Procesverloop

In het besluit van 22 oktober 2020 (primair besluit) heeft verweerder het verzoek van eiseres om wijziging van haar geboortedatum van [geboortedatum 1] 1986 naar [geboortedatum 2] 1990 afgewezen.
In het besluit van 1 maart 2021 (bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eiseres tegen het primaire besluit ongegrond verklaard.
Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
De rechtbank heeft het beroep op 1 juli 2021 met behulp van een beeldverbinding op zitting behandeld. Eiseres is verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde. Als toehoorder is verschenen [A] , haar echtgenoot. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigden. Als toehoorder van verweerder was tevens aanwezig [B] .

Overwegingen

1. Eiseres staat sinds 9 maart 2005 ingeschreven in de basisregistratie personen (brp) van de gemeente Houten. Dit is gebeurd op grond van een Iraaks paspoort uit de S-serie. Op 18 november 2005 heeft er een naamswijziging in de brp plaatsgevonden aan de hand van een Iraaks identiteitsbewijs met beëdigde vertaling. Voor de uitgifte van het Iraaks identiteitsbewijs is het gezinsboek als brondocument gebruikt. Op 24 januari 2006 is eiseres in het huwelijk getreden. Op het moment van in ondertrouw gaan heeft eiseres verklaard dat de verstrekte gegevens juist zijn. Er is toen een doopakte overgelegd met als geboortedatum [geboortedatum 1] 1986. Op [geboortedatum 3] 2006, [geboortedatum 4] 2007 en [geboortedatum 5] 2011 zijn eiseres haar kinderen geboren. Op 25 januari 2010 is de aanvraag van eiseres tot naturalisatie afgewezen. Op 4 juni 2020 heeft eiseres bij verweerder een verzoek om correctie van haar geboortedatum ingediend.
2. Verweerder heeft in het bestreden besluit de afwijzing van het verzoek om correctie van eiseres haar geboortedatum gehandhaafd. Verweerder stelt zich op het standpunt dat de gegevens die eiseres eerder heeft overgelegd niet overeenkomen met de gegevens die zijn overgelegd bij onderhavig verzoek. Niet is onomstotelijk komen vast te staan dat de eerder verstrekte gegevens niet juist zouden zijn. Het is ook niet onomstotelijk komen vast te staan dat de thans verzochte geboortedatum de juiste datum is, aldus verweerder in het bestreden besluit.
3. Eiseres voert aan dat zij tot aan de aanvraag voor een nieuw paspoort bij de Iraakse ambassade in 2017 nooit heeft geweten dat haar geboortedatum onjuist was. Daarom kan haar niet worden tegengeworpen dat zij daarvan eerder bij relevante gebeurtenissen nooit melding heeft gemaakt. Verweerder komt ten onrechte niet toe aan de beoordeling van de vraag of de thans overgelegde stukken echt zijn en of daarvan voldoende vaststaat dat deze op eiseres betrekking hebben. De stelling dat de stukken na onderzoek echt bevonden zijn maar dat dat niets zegt over de juistheid van de in de documenten vermelde persoonsgegevens is niet houdbaar. Er is immers een echt bevonden Iraaks paspoort overgelegd met daarin dezelfde gegevens als waarover door de Koninklijke Marechaussee is geoordeeld. Eiseres verwijst ter onderbouwing naar de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRvS) van 10 juli 2019 (ECLI:NL:RVS:2019:2361) waaruit volgt dat in beginsel van de juistheid van een door de Iraakse autoriteiten afgegeven paspoort dient te worden uitgegaan. Eiseres verwijst tevens naar de uitspraak van de ABRvS van 8 maart 2017 (RVS:2017:580) omdat daaruit volgt dat indien vaststaat dat de thans opgegeven geboortedatum juist is daarmee de onjuistheid van de eerder opgegeven datum gegeven is. Verweerder is ten onrechte voorbij gegaan aan de bewijsstukken. Daaruit volgt dat de moeder van eiseres is geboren in 1973 wat een geboorte in 1986 hoogst onwaarschijnlijk maakt. Ook het gegeven dat de ouders van eiseres in 1990 zijn gehuwd terwijl een geboorte buiten huwelijk niet geoorloofd is en feitelijk niet voorkomt in Irak is een relevante bijkomende omstandigheid. In dit verband is ten onrechte de brief van 22 februari 2021 onbesproken gebleven, aldus eiseres.
4. De rechtbank stelt voorop dat volgens vaste rechtspraak van de ABRvS de gegevens in de basisregistratie zo betrouwbaar en duidelijk mogelijk moeten zijn. De gebruikers van de gegevens moeten erop kunnen vertrouwen dat de gegevens in beginsel juist zijn. Voor het wijzigen van eenmaal in de basisregistratie geregistreerde gegevens zal, gelet op het systeem van de Wet brp, onomstotelijk moeten vaststaan dat deze gegevens onjuist zijn. Het bewijs dat eenmaal in de basisregistratie opgenomen gegevens feitelijk onjuist zijn, kan alleen maar worden geleverd door overlegging van de juiste brondocumenten. Dit moet gebeuren door de persoon die om wijziging verzoekt, in dit geval dus eiseres. Op haar rust de bewijslast. Zie voor een voorbeeld van deze vaste rechtspraak de uitspraak van de ABRvS van 26 februari 2020 (ECLI:NL:RVS:2020:611).
5. De rechtbank vindt dat verweerder terecht heeft geconcludeerd dat eiser niet onomstotelijk heeft aangetoond dat de eerder geregistreerde geboortedatum onjuist is. De eerder geregistreerde geboortedatum is geregistreerd op basis van een paspoort uit de S-serie. Dit paspoort is niet meer geldig en wordt niet meer erkend, maar de geboortedatum uit dat paspoort is vervolgens bestendigd door het bij de naamswijziging door eiseres gebruikte originele Iraakse identiteitsbewijs (met beëdigde vertaling). Dit identiteitsbewijs is gebaseerd op het Iraaks gezinsboek en wordt als sterker brondocument aangemerkt dan het paspoort uit de S-serie.
6. Eiseres heeft geen verklaring van de Iraakse autoriteiten overgelegd dat de eerder in de Iraakse identiteitskaart geregistreerde geboortedatum onjuist is en dat aldus door de autoriteiten een onjuist document is afgegeven. Eiseres heeft ook niet - in geval er geen sprake is van een fout, maar van een wijziging - een gerechtelijk oordeel overgelegd waaruit volgt dat de geboortedatum is gewijzigd door instanties uit Irak. Er is ook niet gebleken van inspanningen van eiseres om dergelijke verklaring, dan wel gerechtelijke uitspraak te verkrijgen. De rechtbank is van oordeel dat dit gelet op de gegeven situatie wel van eiseres verwacht mag worden. Er is nu immers niet gebleken of en hoe door de Iraakse autoriteiten is vastgesteld dat de in het Iraaks paspoort geregistreerde geboortedatum het juiste gegeven is. De verwijzing van eiseres naar de uitspraak van de ABRvS van 10 juli 2019 (ECLI:NL:RVS:2019:2361) in dit kader kan haar niet baten want eiseres heeft niet aannemelijk gemaakt dat een dergelijke gerechtelijke uitspraak niet kan worden verkregen, wat in die uitspraak naar de situatie ten tijde van belang wel voldoende aannemelijk gemaakt was. Verweerder heeft zich voorts niet ten onrechte op het standpunt gesteld dat de verwijzing naar de uitspraak van de ABRvS van 8 maart 2017 (ECLI:NL:RVS:2017:580) niet opgaat. De ABRvS vond het in dat geval niet noodzakelijk dat de betrokkene voor het niet bestaan van de ingeschreven identiteit bewijs zou overleggen van de Iraanse instanties en vond daarbij van belang dat uit de mededeling aan haar ouders en het bericht van de Nederlandse ambassade blijkt dat niet van betrokkene verwacht kon worden dit bewijs te verkrijgen. In dit geval ziet de situatie op Irak en is er geen sprake van ook maar een begin van bewijs dat dit niet van eiseres verwacht kan worden.
7. Dat de Koninklijke Marechaussee heeft verklaard dat het paspoort echt is doet aan het voorgaande niet af, omdat die verklaring niets zegt over of de inhoud van het paspoort en dus of de geboortedatum juist is. De verwijzing van eiseres naar de uitspraak van de ABRvS van 10 juli 2019 (ECLI:NL:RVS:2019:2361) waaruit volgt dat in beginsel van de juistheid van een door de Iraakse autoriteiten afgegeven paspoort dient te worden uitgegaan gaat in dit geval ook niet op, omdat het Iraaks afgegeven identiteitsbewijs ook een brondocument is als bedoeld in artikel 2.8, tweede lid, van de Wet brp en daarvan is niet gebleken dat de daarin opgenomen geboortedatum onjuist is.
8. Daarbij vindt de rechtbank van belang dat er sprake is van contra-indicaties dat de in het Iraaks paspoort opgenomen geboortedatum de juiste datum is. De gegevens die eiseres eerder heeft overgelegd voor wat betreft haar geboortedatum komen niet overeen met de geboortedatum zoals thans vermeld in het afgegeven Iraakse paspoort. Eiseres heeft bij haar naamswijziging geen melding gemaakt van een onjuist geregistreerde geboortedatum. Eiseres heeft ook bij het in ondertrouw gaan voor haar huwelijk verklaard dat de verstrekte gegevens juist zijn. En dat terwijl er toen een doopakte is overgelegd met als geboortedatum [geboortedatum 1] 1986. Ook heeft eiseres bij de aangiftes en opmaak van geboorteaktes van de geboorte van haar kinderen geen voorbehoud gemaakt voor wat betreft de registratie van haar eigen geboortedatum. Dat eiseres stelt niet te hebben geweten wat haar geboortedatum was vindt de rechtbank onvoldoende.
9. Daar komt bij dat hetgeen eiseres over de huwelijksdatum van haar ouders naar voren heeft gebracht, wat volgens haar zou moeten gelden als een bijkomend gegeven dat de thans gepresenteerde geboortedatum juist is, door verweerder ter zitting gemotiveerd is betwist. Verweerder heeft ter zitting toegelicht dat het niet uitgesloten is dat er bij het huwelijk van de ouders sprake is van een later voor de burgerlijke stand erkend eerder gesloten religieus huwelijk. De geboortedatum van de moeder van eiseres maakt ook niet dat de geboortedatum van eiseres zoals geregistreerd in het Iraakse identiteitsdocument biologisch gezien niet mogelijk zou zijn.
10. Het beroep is ongegrond. Dat wat meer of anders naar voren is gebracht leidt niet tot een ander oordeel.
11. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. L.A. Banga, rechter, in aanwezigheid van mr. E.H.W. Schierbeek, griffier. De uitspraak is uitgesproken op 8 juli 2021 en zal openbaar worden gemaakt door publicatie op rechtspraak.nl.
De griffier is verhinderd
de uitspraak te ondertekenen.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een beroepschrift. U moet dit beroepschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven.