4.3Het oordeel van de rechtbank
Bewijsmiddelen voor feiten 2, 3 en 4
De feiten 2, 3 en 4 zijn door verdachte begaan. Verdachte heeft deze feiten bekend en de raadsman heeft geen vrijspraak voor deze feiten bepleit. De rechtbank volstaat onder deze omstandigheden met een opsomming van de volgende bewijsmiddelen:
Ten aanzien van feit 2 (aanvullend zaaksdossier 4 deel 1 van 2 en aanvullende categorisatie [verdachte] ):
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 8 juni 2021;
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van doorzoeking met bijlage van 17 november 2020, genummerd 2020111713554625.789 opgemaakt door politie eenheid Midden-Nederland, houdende het relaas van verbalisant, doorgenummerde pagina’s 543 en 544 en de kennisgevingen van inbeslagneming op pagina’s 556 tot en met 577;
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van bevindingen (onderzoek beslag [adres] [woonplaats] ) van 27 november 2020, genummerd 2020112715304625.801, opgemaakt door politie eenheid Midden-Nederland, houdende het relaas van verbalisant, pagina 550 en 551;
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal bevindingen met fotobijlage van 29 maart 2021, genummerd PL0900-2020096926-73, opgemaakt door politie eenheid Midden-Nederland, houdende het relaas van verbalisant, doorgenummerde pagina’s 1 tot en met 8;
Ten aanzien van feit 3 (2e aanvulling zaaksdossier 4):
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 8 juni 2021;
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming van 17 februari 2021, genummerd 2020021714453061-871 opgemaakt door politie eenheid Midden-Nederland, houdende het relaas van verbalisant, doorgenummerde pagina’s 873 en 874;
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 24 februari 2021, genummerd 2020022410303061-871 opgemaakt door politie eenheid Midden-Nederland, houdende het relaas van verbalisant, doorgenummerde pagina’s 875 tot en met 877;
Ten aanzien van feit 4 (2e aanvulling zaaksdossier 4):
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 8 juni 2021;
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming van 17 februari 2021, genummerd 2020021714453061-871 opgemaakt door politie eenheid Midden-Nederland, houdende het relaas van verbalisant, doorgenummerde pagina’s 873 en 874;
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 24 februari 2021, genummerd 2020022410303061-871 opgemaakt door politie eenheid Midden-Nederland, houdende het relaas van verbalisant, doorgenummerde pagina’s 875 en 876.
Uit
de uitgewerkte tapgesprekkentussen [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] volgt het volgende:
Datum: 20-04-2020 om 11:17 uur (sessienummer: 1050)
Beller [telefoonnummer] = [medeverdachte 1] ( stemherkenning verbalisant [verbalisant 1] )
Getapte [telefoonnummer] = [medeverdachte 2] (stemherkenning verbalisant [verbalisant 1] )
[telefoonnummer] : Hee maat, [gebruikersnaam] (fon) heeft gebeld, net naar Tsjechië.
[telefoonnummer] : We hebben de track en trace nou.
[telefoonnummer] : Ze komen vanmiddag. Ze zitten al in Nederland, in een bestelbus, onderweg naar hem.
[telefoonnummer] : Het zijn 2 pakketjes geworden uiteindelijk.
[telefoonnummer] : 2 pakketten van 30 kilo.
Getapte: Ja dat is ongeveer 20 stuks per pakket. Klopt wel.
[telefoonnummer] : Dat geeft GLS aan, dus dat ze nou onderweg zijn naar die maat van [gebruikersnaam] (fon).
[telefoonnummer] : Dat adres, waar is die?
Getapte: Volgens mij was het Arnhem.
Datum: 21-04-2020 om 20:10 uur (sessienummer: 1315)
Beller: [medeverdachte 2]
Gebelde: [medeverdachte 1]
: Ben je al bij [gebruikersnaam] (fon)geweest?
[medeverdachte 2] : Ja, ja. Ik heb de spullen mee.
[medeverdachte 2] : hij heeft echt gewoon alles mee gegeven.
In
het proces-verbaal verstrekking gevorderde gegevensvan 9 maart 2021 heeft verbalisant [verbalisant 4] , zakelijk weergegeven, het volgende gerelateerd:
Uit de verstrekte gegevens van [bedrijf 1] blijkt het volgende:
Op 30/01/2020 werd een pakket verstuurd naar het adres [adres] te [woonplaats] . De ontvanger van dit pakket betrof [verdachte] . Inhoud van het pakket 1 alarmpistool van het merk Ekol Agent Titan.
Op 21/02/2020 werd een pakket verstuurd naar het adres [adres] te [woonplaats] . De ontvanger van dit pakket betrof [verdachte] . Inhoud van het pakket 4 alarmpistolen van het merk Atak Zoraki 906 en 1 alarmpistool van het merk Ekol Major Cerna.
Op 18/03/2020 werd een pakket verstuurd naar het adres [adres] te [woonplaats] . De ontvanger van dit pakket betrof [verdachte] . Inhoud van het pakket 8 alarmpistolen van het merk Ekol. (1x Ekol Firat Magnum, 4x Ekol Agent chromen 3x Ekol Major Saten)
Op 06/04/2020 werd een pakket verstuurd naar het adres [adres] te [woonplaats] . De ontvanger van dit pakket betrof [A] . Inhoud van het pakket 2 gas/alarm revolvers van het merk Atak Zoraki R1.
In
het proces-verbaal verstrekking gevorderde gegevensvan 2 juli 2020 heeft verbalisant [verbalisant 2] , zakelijk weergegeven, het volgende gerelateerd:
Door GLS zijn de volgende gegevens verstrekt:
Bezorgingen [adres] te [woonplaats]Op het adres [adres] te [woonplaats] werd op 14 april 2020
1 pakket bezorgd waarvan de afzender de gun shop [bedrijf 1] s.r.o. in Tsjechië betrof.
Op 20 april 2020 werden 3 pakketten bezorgd waarvan de afzender de gun shop [bedrijf 2] in Tsjechië betrof.
De personalia en adresgegevens die bij de verzendingen werden opgegeven betroffen: [A] , [adres] , [woonplaats] .
In
het proces-verbaal verstrekking gevorderde gegevensvan 25 mei 2020 heeft verbalisant [verbalisant 3] , zakelijk weergegeven, het volgende gerelateerd
Uit de verstrekte gegevens van [bedrijf 2] .cz. blijkt het volgende:
Op 2 april 2020 (factuurdatum)werd er door [bedrijf 2] CZ voor 1.949,02 euro (inclusief verzendkosten) aan gaspistolen van het merk Ekol (diverse types) geleverd aan: [A] , [adres] te [woonplaats] .
Als contactgegevens stond het emailadres van [medeverdachte 2] ( [e-mail adres] @hotmail.nl) en zijn telefoonnummer ( [telefoonnummer] ) vermeld.
Op 09 april 2020 (factuurdatum) werd er door [bedrijf 2] CZ voor 1.852,50 euro (inclusief verzendkosten) aan gaspistolen van het merk Ekol (diverse types) geleverd aan [A] , [adres] te [woonplaats] .
Als contactgegevens stond het emailadres van [medeverdachte 2] ( [e-mail adres] @hotmail.nl) en zijn telefoonnummer ( [telefoonnummer] ) vermeld.
In
het proces-verbaal verstrekking gevorderde gegevensvan 5 juni 2020 heeft verbalisant [verbalisant 4] , zakelijk weergegeven, het volgende gerelateerd
In de mobiele telefoon van verdachte [medeverdachte 2] werd de applicatie van Telegram aangetroffen.
Secret chats [gebruikersnaam] op 24 en 25 mei 2020: (deal over info ombouwen)
Het gesprek op 24 mei 2020 en 25 mei 2020 tussen verdachte [medeverdachte 2] en de persoon
met gebruikersnaam [gebruikersnaam] gaat kennelijk over het geven van informatie tegen betaling. Uit de tekst van afbeelding 1 valt op te maken dat [gebruikersnaam] van [medeverdachte 2] wil weten of " [gebruikersnaam] " nog niets aan hem heeft verteld.
Opmerking verbalisant:
Ambtshalve is mij verbalisant bekend dat met " [gebruikersnaam] " zeer waarschijnlijk [medeverdachte 1] wordt bedoeld. Binnen het onderzoek 03 Tenor was al vastgesteld dat verdachte [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] een op 20 april 2020 twee pakketten met alarmpistolen had laten bezorgen op een adres in Arnhem. Deze alarmpistolen zouden door [medeverdachte 1] worden omgebouwd naar wapens waarmee normale munitie kon worden afgeschoten.
Uit de tekst van afbeelding 2 valt op te maken dat [gebruikersnaam] aan " [gebruikersnaam] " had gevraagd wat een bouwer precies moet doen om te bouwen. Het is zeer waarschijnlijk dat [gebruikersnaam] hiermee bedoeld, hoe je een alarmpistool om moet bouwen. Uit afbeelding 2 kan verder worden opgemaakt dat " [gebruikersnaam] " kennelijk heeft gezegd dat hij met info gaat komen als hij 2 doezoe geeft, één voor " [gebruikersnaam] " en één voor " [gebruikersnaam] ". Er moet dus kennelijk geld worden betaald voor de informatie, waar ook verdachte [medeverdachte 2] (" [gebruikersnaam] ") een deel van krijgt.
Uit de tekst van afbeelding 3 kan worden opgemaakt dat [gebruikersnaam] , aan verdachte [medeverdachte 2] 2 kop geeft als hij naar Nimma komt en dat hij dan met " [gebruikersnaam] " gaat praten over de info. Met "Nimma" wordt zeer waarschijnlijk de plaats Nijmegen bedoeld. Verdachte [medeverdachte 2] reageert dat hij het hem zo gaat vragen. Uit deze reactie kan worden gesteld dat verdachte [medeverdachte 2] kennelijk weer contact heeft met " [gebruikersnaam] " alias [medeverdachte 1] .
Uit de tekst van afbeelding 5 kan worden opgemaakt dat [gebruikersnaam] onderweg is naar Nijmegen en dat hij tot 9 uur bij [B] blijft. Verdachte [medeverdachte 2] geeft aan dat hij op tijd is.
Blijkens het
proces-verbaal van verhoor verdachte van 28 mei 2020heeft [medeverdachte 2] onder meer het volgende verklaard:
V: En verder?
A: Er is nog een vierde partij, die is mislukt. Tussen mij [medeverdachte 1] en nog een persoon. [medeverdachte 1] en ik hadden 20, alarmpistolen van het merk Ekol type Major, Majarof, Volga, Gedis, en een Ekol lady besteld.
De bestelling was ook in Tsjechië maar bij een ander bedrijf genaamd [bedrijf 2] .
Die jongen heeft besteld, de derde persoon. Hij heeft het ook ontvangen op zijn adres. Ik heb de betaling gedaan, via mijn rekening.
V: De bestelling was dus 43 wapens?
A: Het zijn allemaal verschillende types, die ik net genoemd heb. 20 wapens waren voor mij en [medeverdachte 1] , 23 voor die jongen.
V: Er wordt gesproken over 2 pakketten die afgeleverd worden, jij hebt het over 1 pakket?
A: Dat is dezelfde levering, ze zijn in twee pakketten geleverd.
V: Je ziet een naam staan, [gebruikersnaam] ?
A: [gebruikersnaam] . Dat is de derde persoon. Ik weet niet of hij daar woont, het was een huis van een vriend van hem. Die vriend, van het huis, die werd betaald om het pakket bij hem te laten komen.
V: Op het moment dat de pakketten in Nederland zijn, heb je ze toen gelijk opgehaald?
A: Volgens mij wel, de andere partij zette er wat druk op, ik bedoel daarmee [medeverdachte 1] en [gebruikersnaam] .
V: Als we het gesprek lezen, Op maandag 20 april heeft [gebruikersnaam] gebeld met Tsjechië, het blijk dat de pakketten al in Nederland zijn. Op 21 april haal jij de pakketten op en op 22 april wordt [medeverdachte 1] aangehouden.
A: Dat klopt.
V: De plek waar je ze hebt opgehaald, heb je ze naar dezelfde plek terug gebracht?
A: Nee hij was in Nijmegen aan het werk. Hij kwam naar mij toegelopen en heeft de tas aangepakt. Ik heb het nu over [gebruikersnaam] .
V: Waar was [gebruikersnaam] toen je daar de pakketten op kwam halen?
A: Daar. Er waren twee personen, [gebruikersnaam] en nog iemand.
A: Ik kreeg te horen dat [medeverdachte 1] op het bureau zat. Ik heb [gebruikersnaam] gedwongen de partij over te nemen en de volgende dag heb ik de partij terug gebracht.
Blijkens het
proces-verbaal van verhoor verdachte van 5 juni 2020heeft [medeverdachte 2] onder meer het volgende verklaard:
A: [medeverdachte 1] was opgepakt. De spullen/wapens van [medeverdachte 1] waren weg, [gebruikersnaam] had zijn spullen nog. [medeverdachte 1] vond dat dat gedeeld moest worden. [medeverdachte 1] zei: ‘ik 1000 en jij 1000’. De rest van de partij zou [gebruikersnaam] mogen houden en zou hij flinke winst op maken. [gebruikersnaam] was daar voor akkoord.
Blijkens het
proces-verbaal van verhoor verdachte van 8 juni 2020heeft [medeverdachte 1] onder meer het volgende verklaard:
0: Jij gaf aan dat je een track en trace had van twee pakketten en dat je gegevens van GLS had waarin stond dat het om een gewicht van in totaal 30 kilo ging.
V: Waarvoor had jij deze gegevens?
A: Die heb ik gekregen, Hij heeft ze zeg maar besteld maar niet op zijn eigen adres laten leveren maar op een adres van vriend van hem. Met 'hij' bedoel ik [medeverdachte 2] . Die vriend heeft de track and trace gegevens gegeven. Het duurde mij te lang dus ik ben er achter aan gegaan. Ik had meerdere malen aan [medeverdachte 2] gevraagd waar die dingen bleven. De vriend heeft de track and trace doorgegeven, die heb ik aan [medeverdachte 2] gegeven.
V: Wie was die vriend?
A: Een naam op Telegram, [gebruikersnaam] .
V: Waar gingen die pakketten heen?
A: [gebruikersnaam] , de vriend van [medeverdachte 2] .
V: Hoe heb je contact gehad met de vriend van [gebruikersnaam] ?
A: Ook via Telegram.
A: Ik was eerst in contact met [gebruikersnaam] in de Mercator exclusieve. [gebruikersnaam] wilde van alles weten over alarmgeweren en toen heb ik hem aan [medeverdachte 2] voorgesteld. [gebruikersnaam] wilde van alles weten. [medeverdachte 2] en [gebruikersnaam] hebben toen contact met elkaar gehad.
V: Hoe wist jij dat [gebruikersnaam] die gegevens had?
A: Omdat [medeverdachte 2] had aangegeven dat [gebruikersnaam] de bestelling zou ontvangen. Ik ben er van uit gegaan dat [gebruikersnaam] ook de track and trace zou hebben.
V: Hoe was dit nu geregeld?
A: Zoal is zeg, de zending, je hebt [gebruikersnaam] , de verkoper. Hij regelt alles. Het enige wat ik doe is de wapens aanpassen, de ombouwer. [gebruikersnaam] zou wel een samenwerking hebben met de verkoop met [medeverdachte 2] .
V: Wat houdt de verkoop in?
A: Zij hebben de klanten. Zij bestellen, ik bouw om en zij verkopen.
V: Jij maakt afspraken met [gebruikersnaam] ?
A: Dat is [medeverdachte 2] en [gebruikersnaam] samen. Het is half [gebruikersnaam] zijn verkoop half [medeverdachte 2] zijn verkoop. Het is dezelfde bestelling, dezelfde mensen.
Verdachte heeft
ter terechtzitting van 8 juni 2021, zakelijk weergegeven, het volgende verklaard:
Ik zat in een groep op Telegram waarin links gedeeld werden naar verschillende wapens. Ik gebruikte de naam [gebruikersnaam] op Telegram. Er werd een bericht gestuurd waarin gezocht werd naar een katvanger.
Ik heb toen gevraagd wat een katvanger betekende. Er werd gezegd dat ik iets moest bestellen op mijn adres en dat ik daar geld voor zou krijgen. Dat heb ik in totaal zes keer gedaan. Twee pakketten zijn op het adres van mijn moeder geleverd
( [adres] in [woonplaats] ), twee pakketten op een oud en nieuw adres van mijn vader ( [adres] en [adres] te [woonplaats] ) en drie keer op het adres van mijn vriend [A] in [woonplaats] ( [adres] in [woonplaats] ). Op het adres van [A] heeft [medeverdachte 2] één keer een bestelling gedaan voor twee pakketten en de andere bestelling was door een andere man gedaan.
Ik wist dat er bestellingen uit Tsjechië kwamen en dat er alarmpistolen in de pakketten zaten. Ik kreeg ook de track en trace code van de pakketten. Ik stuurde een bericht via Telegram dat de pakketten geleverd waren. Vervolgens spraken we ergens in de buurt van mijn woning af. Ik had de wapens in een plastic tas gedaan en dan gaf ik ze over. Ik kreeg daar geld voor.
Toen [medeverdachte 1] werd opgepakt, werd ik gedwongen om een nieuwe ombouwer te zoeken. Dat lukte niet. Daarom ben ik op den duur zelf alarmpistolen gaan ombouwen. Ik heb van [medeverdachte 1] geleerd hoe dat moest.
Bewijsoverwegingen ten aanzien van feit1
Medeplegen
De raadsman heeft vrijspraak bepleit van het onder feit 1 ten laste gelegde, omdat er geen sprake is van medeplegen van de wapenhandel. Verdachte heeft slechts als een katvanger gefungeerd door een afhaaladres te regelen voor gas
/alarmpistolen die vanuit het buitenland het land binnenkwamen. De rechtbank verwerpt dit verweer en overweegt daartoe als volgt.
Uit de bewijsmiddelen volgt dat verdachte pakketten op verschillende adressen (van zijn vader, moeder en een vriend) heeft laten bezorgen, terwijl hij wist dat deze pakketten uit het buitenland afkomstig waren en gas
/alarmpistolen bevatten. Verdachte heeft deze alarmpistolen daarna overgedragen aan [medeverdachte 2] , waarna deze door [medeverdachte 1] omgebouwd werden naar scherp schietende wapens. Verdachte is daarmee een belangrijke schakel geweest tussen de medeverdachten en de kopers en heeft een substantiële bijdrage geleverd aan de tenlastegelegde handel in vuurwapens. Daarnaast volgt uit de verklaringen van [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] dat verdachte, al dan niet als tussenpersoon, vervolgens ook een deel van de wapens heeft verkocht. Ook volgt uit het dossier dat verdachte betrokken is geraakt bij het ombouwen van wapens. Verdachte heeft van [medeverdachte 1] informatie gekocht met betrekking tot het ombouwen van wapens en heeft uiteindelijk zelf ook alarmpistolen omgebouwd. Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat de bijdrage van verdachte van zodanig gewicht is dat deze kan worden aangemerkt als een voldoende nauwe en bewuste samenwerking met zijn medeverdachten.
Gelet op het voorgaande acht de rechtbank het medeplegen van het doen binnenkomen, het voorhanden hebben en het overdragen van een groot aantal gas
/alarmpistolen, wettig en overtuigend bewezen.
Beroep en/of gewoonte
De raadsman heeft vrijspraak bepleit van het maken van een beroep en/of gewoonte, omdat de periode en de betrokkenheid van verdachte dusdanig kort zijn, dat van een structureel samenwerkingsverband geen sprake is.
Gelet op het aantal bestellingen, , de verschillende personen die bij de bestellingen betrokken waren, het regelmatige contact met de medeverdachten en het (kennelijke) oogmerk van winst is de rechtbank van oordeel dat verdachte een beroep en een gewoonte heeft gemaakt van de handel in wapens en munitie. De rechtbank verwerpt daarom het verweer van de raadsman.
De tenlastegelegde periode (partiele vrijspraak)
De rechtbank is met de raadsman van oordeel dat het bewijs voor de betrokkenheid van verdachte dat zich in het dossier bevindt, ziet op de periode vanaf 30 januari 2020. De rechtbank zal verdachte daarom van het eerste deel van de tenlaste gelegde periode vrijspreken.