ECLI:NL:RBMNE:2021:3436
Rechtbank Midden-Nederland
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van verzoek om voorlopige voorziening wegens niet tijdig betalen griffierecht
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 21 juli 2021 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening. Verzoeker had bezwaar gemaakt tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Blaricum, dat op 1 juni 2021 een omgevingsvergunning had verleend voor de uitbreiding van een verdieping op een perceel in Blaricum. Verzoeker verzocht de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening, maar heeft het griffierecht niet tijdig betaald.
De voorzieningenrechter heeft overwogen dat partijen niet voor een zitting worden uitgenodigd, omdat het niet betalen van het griffierecht een inhoudelijke behandeling van de zaak uitsluit. Volgens artikel 8:82 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is het betalen van griffierecht een voorwaarde voor het indienen van een verzoek om voorlopige voorziening. De griffier stelt een termijn voor betaling, en als het griffierecht niet op tijd wordt betaald, verklaart de voorzieningenrechter het verzoek niet-ontvankelijk.
Verzoeker was op 19 juni 2021 aangetekend in de gelegenheid gesteld om het griffierecht binnen twee weken te betalen, maar de aangetekende brief werd op 7 juli 2021 onbestelbaar geretourneerd. De voorzieningenrechter concludeert dat verzoeker zonder goede reden het griffierecht niet tijdig heeft betaald, en verklaart het verzoek om voorlopige voorziening niet-ontvankelijk. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.