ECLI:NL:RBMNE:2021:3441
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep wegens niet-betaling griffierecht en ontbreken van gronden
Op 14 januari 2021 heeft eiseres beroep ingesteld bij de Rechtbank Midden-Nederland. De rechtbank heeft in haar uitspraak van 13 juli 2021 vastgesteld dat eiseres het griffierecht van € 49,- niet heeft betaald. Volgens artikel 8:41, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is het verplicht om griffierecht te betalen bij het indienen van een beroep. De rechtbank heeft eiseres op 28 maart 2021 een aangetekende brief gestuurd met de mededeling dat het griffierecht binnen vier weken betaald moest worden. Aangezien de rechtbank geen betaling heeft ontvangen en eiseres geen geldige reden heeft opgegeven voor het niet betalen, heeft de rechtbank geoordeeld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is op basis van artikel 8:54 Awb.
Daarnaast heeft eiseres op 26 februari 2021 uitstel gevraagd voor het indienen van de beslissing op bezwaar en de gronden van beroep. De rechtbank heeft dit verzoek toegewezen tot 7 mei 2021 en later opnieuw tot 24 juni 2021. Echter, eiseres heeft nagelaten om een kopie van de beslissing op bezwaar en de gronden in te dienen, wat ook bijdraagt aan de niet-ontvankelijkheid van het beroep. De rechtbank heeft geconcludeerd dat het beroep niet inhoudelijk kan worden behandeld en heeft beslist dat er geen proceskostenvergoeding zal plaatsvinden.
De uitspraak is gedaan door rechter mr. R.C. Stijnen en is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl. Eiseres heeft de mogelijkheid om binnen zes weken na verzending van de uitspraak een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens is met de beslissing.