ECLI:NL:RBMNE:2021:3626
Rechtbank Midden-Nederland
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van beroep inzake besluit heffingsambtenaar gemeente Woudenberg
In deze zaak heeft de rechtbank Midden-Nederland op 21 juli 2021 uitspraak gedaan op het verzet van de opposant tegen de niet-ontvankelijk verklaring van zijn beroep. Het beroep was ingediend tegen een besluit van de heffingsambtenaar van de gemeente Woudenberg, gedateerd 15 september 2020. De rechtbank had eerder, op 11 maart 2021, het beroep niet-ontvankelijk verklaard omdat de opposant te laat beroep had ingesteld zonder geldige reden. De opposant ging in verzet, maar vroeg niet om een zitting.
De rechtbank overwoog dat zij in de eerdere uitspraak geen twijfel had over de uitkomst van de zaak, waardoor een zitting niet noodzakelijk was. De opposant voerde aan dat de COVID-19 pandemie een significante impact had op zijn gezin, wat hem zou hebben belet om tijdig beroep in te stellen. Hij had ook niet overwogen om een professioneel gemachtigde in te schakelen, omdat hij niet op de hoogte was van deze mogelijkheid.
De rechtbank toonde begrip voor de situatie van de opposant, maar oordeelde dat er geen verschoonbare termijnoverschrijding was. Het was de verantwoordelijkheid van de opposant om zijn belangen te laten behartigen, en de rechtbank concludeerde dat de redenen die de opposant aanvoerde niet voldoende waren om de te late indiening van het beroepschrift te rechtvaardigen. Daarom werd het verzet ongegrond verklaard en bleef de eerdere uitspraak in stand.